Requiem voor Franciscus
Het is de gewoonte bij een sterfgeval vooral (of alleen maar) de positieve kanten van een persoon te belichten. Dat is voor mij bij het sterven van paus Franciscus heel moeilijk. Ik heb er nooit een geheim van gemaakt dat ik zijn pontificaat voor de Kerk ronduit desastreus vond en het is mijn overtuiging dat een goede en rechtschapen opvolger nog jaren nodig zal hebben om de opgelopen schade voor de Kerk te herstellen.
De enorme positieve reacties bij het overlijden en de uitvaart van Franciscus van de kant van de wereld, de wereldleiders en de media geven mij een dubbel gevoel. Enerzijds is het uiteraard voor de Kerk een opsteker als ze een keer positief in het nieuws komt. Anderzijds is de reden waarom toch wel twijfelachtig. De paus wordt namelijk alleen maar geprezen om zijn zogenaamde hervormingsgezindheid waarin hij dan weer niet ver genoeg ging of kon gaan én om zijn streven naar wereldbroederschap (Fratelli tutti), zijn zorg voor het gemeenschappelijke huis en het klimaat (Laudato si), zijn eenvoud en zorg voor de gemarginaliseerden (Lampedusa, het wassen van voeten in gevangenissen op Witte Donderdag). Om zijn kerntaak als paus, als verdediger van het geloof en de universele morele waarden, wordt hij niet geprezen maar ook niet verguisd zoals zijn voorgangers. Dat zegt eigenlijk heel wat. Ik denk dan onwillekeurig, al klinkt het hard, aan de woorden van Jezus uit de zaligsprekingen: “Wee u, wanneer alle mensen met lof over u spreken, want hun voorvaderen deden hetzelfde met de valse profeten.”(Lc 6, 26)
De voornaamste taak van een paus is garant te staan voor de eenheid van de Kerk op basis van het overgeleverde katholieke geloof en zijn broeders te bevestigen in dat geloof. In die taak is Franciscus volledig tekort geschoten. De Kerk is door zijn toedoen verdeelder dan ooit. Het in zich heldere katholieke geloof heeft hij (bewust zo lijkt het) vertroebeld door talloze dubbelzinnige uitspraken en handelingen waaruit iedereen zijn eigen (tegengestelde) conclusies trok.
De duidelijke leer van de katholieke Kerk rond huwelijk, gezin en seksualiteit heeft hij niet direct ontkend maar deze wel op ieder punt verduisterd zodat er tegengestelde opvattingen ontstonden. De onontbindbaarheid van het huwelijk heeft hij nooit formeel ontkend maar door te morrelen aan de logische consequenties ervan in de praktijk, zette hij de leer feitelijk op losse schroeven. Dat gebeurde al aan het begin van zijn pontificaat in de beruchte voetnoot van de Postsynodale Exhortatie “Amoris Laetitia” waarin hij zoals hij in een brief aan het Argentijnse episcopaat nadrukkelijk bevestigde, na scheiding burgerlijk hertrouwden toestond na verloop van tijd te communiceren, iets dat door de Kerk altijd verboden is omdat een louter burgerlijk huwelijk tussen katholieken altijd als een publieke zonde werd beschouwd. Als je een tweede louter burgerlijk huwelijk op die manier “normaliseert” betekent dat een feitelijke ontkenning van de onontbindbaarheid van het huwelijk.
De duidelijke en vooral in onze tijd voor de wereld bijzonder aanstootgevende leer van de absolute leer van de onaantastbaarheid van het menselijk leven van de ontvangenis tot de dood heeft hij (en soms met heel duidelijke woorden) onderschreven maar tegelijkertijd heeft hij de sterke katholieke denktank, de Pauselijke Academie voor het Leven, opgericht door Johannes Paulus II en bemand met geleerden die ondubbelzinnig voor het leven waren, van de ene op de andere dag ontbonden en opnieuw gevuld met mensen die deels niet katholiek en deels ook niet absoluut pro live waren. Daarmee heeft hij de kracht van de Kerk en zijn eigen uitlatingen op dit punt verzwakt.
Ook zijn verhouding tot homoseksualiteit en gender was zeer ambigu. Enerzijds bevestigde hij de traditionele leer van de Kerk, anderzijds prees hij verdedigers van een verandering van de kerkelijke moraal (James Martin sj) en ontving en omhelsde hij omstandig homo’s en transgenders zonder ook maar een hint naar wat Jezus gewoon was te zeggen in zulke gevallen: “Ga heen en zondig niet meer”. Bovendien keurde hij Fiducia supplicans goed waarin zegeningen van homoparen mogelijk werden en dus de facto homoseksuele relaties werden goedgekeurd. Overigens een daad waarbij grote delen van het wereldepiscopaat (waaronder heel Afrika) afhaakten: een rechtstreekse pauselijke aanval op de eenheid van de Kerk.
Heel kwalijk is dat hij de unieke rol van Christus in Gods heilswerk leek te relativeren. In de verklaring van Abu Dhabi noemde hij alle wereldgodsdiensten door God gewilde wegen tot het heil. Dit is regelrechte ketterij op een van de centrale punten van het christelijk geloof: dat niemand tot de Vader kan komen dan tenzij door Jezus. Na kritiek hierop is hij er niet op teruggekomen. De door hem gewilde wereldbroederschap was voor hem belangrijker dan de openbaring.
Hetzelfde geldt bij het ophemelen van de Islam waarin hij overigens staat in de lijn van voorgaande pausen. Wij zouden volgens Franciscus dezelfde God aanbidden wat volstrekt niet waar is. De ongenaakbare God van de Koran lijkt meer krijgslustige God uit de oudste lagen van het Oude Testament dan op de liefdevolle drie-ene God van het christendom. Bovendien heeft paus Benedictus in Regensburg terecht gewezen op het wezenlijke verschil van het christelijke en islamitische godsbeeld: de God van de Islam is een willekeurige en onredelijke God die met zichzelf in tegenspraak kan zijn omdat Hij almachtig is. De christelijke God is redelijk. Hij overstijgt weliswaar de rede maar gaat er niet tegenin.
Nooit tevoren heeft een paus zich zozeer met heidense en afgodische rituelen ingelaten als Franciscus. We herinneren ons het hele gedoe rond de Amazonesynode met de verering van de Pachamamagodin in de Vaticaanse tuinen en in een Romeinse kerk. En wat te denken van de heidense indiaanse rituelen bij zijn bezoek aan Canada. Daar deed hij overigens de antikerkelijke wereld een groot genoegen door de fake-berichten te bevestigen van massagraven bij katholieke kostscholen en door zijn excuses aan te bieden voor de zogenaamde culturele moord op de indianencultuur door de katholieke Kerk zonder ook maar één woord te wijden aan zijn medejezuïeten die hebben geprobeerd de cultuur te ondersteunen door bijv. de taal te leren en deze op schrift te stellen.
De kerntaak van de Kerk is missioneren. Hoewel hij met de mond die missie van de Kerk onderschreef, leek hij het bekeren van mensen af te keuren. Hij sprak voortdurend afkeurend over proselitisme zonder dat overigens nader te definiëren.
Fnuikend voor de Kerk was zijn niet aflatende strijd tegen traditionele gelovigen en groeperingen binnen de Kerk. Hij trad niet repressief op tegen heterodoxe personen en groeperingen. Daarentegen wel tegen gelovigen die gehecht waren aan de traditionele liturgie en de traditionele leer. Hij draaide de verruiming van de Tridentijnse Mis door paus Benedictus steeds verder terug en maakte daarmee veel gelovigen thuisloos. Waarom? Berucht zijn ook zijn acties tegen traditionele kloosters en zijn afkeer van beschouwende nonnen.
De publiekelijk zo vriendelijke en nederige paus Franciscus, de paus van de synodaliteit, blijkt in de praktijk van Santa Marta vaak een norse, onvriendelijke autocratische man, die medewerkers tegen elkaar uitspeelt en die uiterst wraakzuchtig is ten aanzien van de mensen van wie hij denkt dat ze hem dwars zitten: afzetten van bisschoppen zonder vorm van canoniek proces, kardinalen hun huis in Rome en hun toelage ontnemen, willekeurig en zonder uitleg.
Dit is maar een korte opsomming van alles waardoor ik het afgelopen pontificaat ronduit desastreus voor de Kerk heb gevonden. Ik sluit af met wat Henri Sire (de auteur van de “Dictator Paus”) over dit pontificaat gezegd heeft: “Er zijn in het verleden slechte pausen geweest; slecht op het persoonlijke morele vlak, maar zij hebben de Kerk nooit van de traditie willen losmaken; deze paus is de eerste die de Kerk in een verkeerde richting wil trekken en is daarmee de slechtste en meest rampzalige paus uit de geschiedenis.”
Bidden we vurig om een nieuwe goede paus die in de Kerk zal herstellen en vernieuwen wat in het licht van het Evangelie en de katholiek traditie nodig is.
C. Mennen pr
Bevrijdingsdag 2025
Write a Reply or Comment