Cui resistite
Cui resistite. Onder dit motto, ontleend aan 1 Petr. 5, 9, heb ik al jaren geleden mijn leven en mijn werk als priester gesteld. De meeste bisschoppelijke wapenspreuken vond ik te zwak of te zoetsappig geconfronteerd als we worden, eigenlijk al sinds het Concilie, met onophoudelijke en steeds venijniger aanvallen van de duivel in de wereld maar ook in de Kerk. Actueler dan ooit is dan ook de tekst van 1 Petr. 5: “Wees nuchter en waakzaam want uw vijand, de duivel, waart rond als een briesende leeuw, op zoek wie hij kan verslinden. Weerstaat hem (cui resisitite), sterk in het geloof (fortes in fide).” Petrus roept op tot gelovig verzet tegen de diabolische activiteit in de Kerk en in de wereld. Waar is de duivel dan mee bezig? In wereld probeert hij gezinnen en samenlevingen te ontwrichten door het huwelijk te ondergraven, door de hele LHBTQ+- beweging, door de genderpropaganda, door dat alles waarin God rechtstreeks in zijn scheppingsorde wordt aangevallen en de mens van zijn diepste identiteit wordt beroofd. Hij lijkt succesvol in zijn poging. De heersende, zogenaamd weldenkend klasse, die zijn spreekbuis in ons land vooral vindt in D66, de publieke omroep en de belangrijkste kranten en die met verachting neerkijkt op mensen met een andere mening en die liefst monddood willen maken, heeft hij volledig in zijn macht. Zij hebben God afgezworen en zijn volledig toegewijd aan de duivelse agenda, die zij als een verworvenheid zien van de Westerse samenleving. Het is een duivelse religie die zelfs aan agressieve missionering doet. De Afrikaanse ontwikkelingslanden kunnen van deze rijke elites wel ontwikkelingsgeld krijgen maar dan moeten ze wel akkoord gaan met de uitgangspunten van hun duivelse religie: homorechten, gender diversiteit, abortus etc.
En wat doet de duivel binnen de Kerk? Hij probeert de Kerk te ontwrichten door zich al zestig jaar met succes te nestelen in de zogenaamde “geest van het concilie” en zich voor te doen als een “alternatieve Heilige Geest” waardoor hij veel mensen voor zijn karretje kan spannen. Hij weekt ze aldus los van de authentieke openbaring, van het evangelie en de Traditie van de Kerk. Hij wil zijn wereldse agenda ook in de Kerk importeren. Zo heeft hij via de “moderne” pastoors met hun alternatieve liturgische vieringen en horizontale en politieke prediking, via de KRO met zijn onkatholieke programma’s, via de zogenaamd katholieke maar in feite antikatholieke scholen de ontkerstening en secularisering van ons land bevorderd. En wie zich daartegen verzetten, werden en worden gedemoniseerd. Zijn bondgenoten, de spraakmakende, half-heidense katholieken verzetten zich tegen bisschoppen en priesters die voor het normale katholieke geloof opkomen en schromen niet een lauwe parochie op te hitsen tegen een priester wiens enige fout er in bestaat dat hij nauwgezet zijn plicht wil doen en geen concessie doet aan het ingeslopen heidendom. Dat is het werk van de duivel “op zoek wie hij kan verslinden”. Bisschoppen maakt hij vooral begripvol en inclusief en vooral angstig voor tegenstand en negatieve publiciteit. Overleven is aantrekkelijker dan het martelaarschap.
In mijn strijd tegen de diabolische machten in de Kerk vond ik aanvankelijk weinig steun bij collega-priesters die bijna allemaal gevangenen waren van de “geest van het concilie” en dus de dagelijkse mis vaarwel zegden, niet meer brevierden, zelf niet meer biechtten en hun gelovigen daartoe niet meer de gelegenheid boden, en die zich nu als bekroning van hun armzalige leven soms na een gebedsdienst, al dan niet onder leiding van leken, laten cremeren. Ik vond aanvankelijk ook weinig steun bij mijn bisschop die weinig moeite had met de modernistische tendensen onder zijn priesters en daarom mij maar een lastig obstakel vond omdat ik niet zweeg en hem geregeld de spiegel van de catholiciteit voorhield. Met het aantreden van bisschop Terschure en de oprichting van het seminarie veranderde dat. De nieuwe priesters waren orthodox en de bisschop steunde hen. Het verzet tegen de duivel werd gemakkelijker. Je had medestrijders en een bisschop die je steunde.
Een belangrijke factor bij de strijd voor het katholieke geloof waren de pausen die ware rotsen in de branding van de tijd binnen de Kerk en de wereld waren. In catechese en prediking kon ik mij voortdurend op hen en hun documenten beroepen.
Met het pontificaat van paus Franciscus is dit radicaal en op een voor katholieken onbegrijpelijke wijze veranderd. Van de rots van de waarheid die het pausschap altijd is geweest, is het onder Franciscus een steen des aanstoots en drijfzand van dubbelzinnigheid geworden. Het hele pontificaat wordt gekenmerkt door gebrek aan heldere theologische begrippen, door tegenstrijdigheden, door een voortdurende breuk met de ononderbroken traditie van de Kerk waarbij de valse schijn van continuïteit wordt opgehouden. Daardoor is de Kerk ruwweg in drie delen gebroken. Allereerst het orthodoxe deel dat vasthoudt aan de traditionele leer en moraal. Dit deel van de Kerk waaronder de meeste jonge priesters, wordt door Franciscus steevast weggescholden als rigide en op het verleden gericht. Een ander deel begroet Franciscus als de grote vernieuwer die de Kerk fundamenteel een nieuwe richting in voert om samen met de wereldleiders en de religieuze leiders de aarde om te vormen tot een “ gezamenlijk huis” voor ons allen. Dan is er nog een middengroep, waartoe veel bisschoppen behoren. Zij proberen, soms tegen beter weten in en met de nodige intellectuele gymnastiek, de decreten en uitspraken van Franciscus in katholieke zin uit te leggen, en zwijgen verder. Ze doen dat deels om de eenheid in de Kerk te bewaren maar ook, en dat is niet onderschatten, omdat de paus van de “ synodaliteit en de barmhartigheid” in feite zeer tiranniek en wraakzuchtig is, vooral richting bisschoppen die hem, zelfs eerbiedig, terecht wijzen.
In Den Bosch hebben we een bisschop die zeer positief is ten aanzien van (de documenten) van Franciscus. Die vooral bruggenbouwer wil zijn en vooral ophef, ook al is het om de waarheid, schuwt. Het seminarie staat leeg.
Ik denk dat we langzamerhand niet meer kunnen ontkennen dat paus Franciscus binnen de Kerk een instrument van de duivel geworden is. Hij verzet zich tegen het werk van de Heilige Geest zoals het ononderbroken tot en met het laatste Concilie in de Kerk aanwezig is geweest. Hij verheft zich boven de openbaring van Christus en de traditie van de apostelen. Hij doet dat op een slinkse ambigue manier. Met name door langzamerhand de betekenis van woorden te veranderen. Woorden als pastoraal, barmhartigheid, zorg voor de schepping, kindschap Gods, synode enz. betekenen niet meer wat ze in de Kerk altijd betekend hebben maar worden geplakt op andere werkelijkheden. Voor de paus zijn dan ook werkelijkheden belangrijker dan begrippen. Hij is een loepzuivere nominalist en pragmatist voor wie moraal en dogma op zich nauwelijks betekenis hebben. Dat is een duivelse ondermijning van 2000 jaar christendom. Het is een aanval op de Kerk zelf door een paus.
Het is voor een katholiek moeilijk dat te moeten constateren. Die moeilijkheid verlamt. Maar die verlamming speelt de duivel in de kaart. Daarom roep ik alle katholieken van goede wil op tot verzet: cui resistite. Wij hebben de Kerk altijd beschouwd als “ onze Moeder de heilige Kerk”. Van haar (niet van de paus) ontvangen we het geloof; van haar (niet van de paus) ontvangen we de sacramenten; van haar (niet van de paus) ontvangen we ook de gewijde ambten (zelfs het pausschap). Onze moeder de Heilige Kerk staat boven onze heilige vader de paus. De paus is de dienaar van de Kerk, “ de dienaar van de dienaren Gods”. En als we nu een situatie hebben waarin onze vader onze moeder mishandelt, dan dienen wij als zonen en dochters van de Kerk op te komen voor onze Moeder en onze vader terecht te wijzen.
Mocht u nog getwijfeld hebben, dan is het toestaan van zegeningen voor homokoppels en ongetrouwde heterokoppels toch wel de lakmoesproef gebleken voor het heterodoxe karakter van het pontificaat van Franciscus. Zo is het ook door praktisch alle Afrikaanse bisschoppenconferenties en diverse andere verstaan die zich verzetten tegen deze immorele zegeningen. Wie zijn ervoor? Natuurlijk de Duitse en de Belgische bisschoppen, die met geld gebonden zijn aan een overheid die van de Kerk gelijkschakeling met hun morele standpunten vraagt.
De Nederlandse bisschoppen (afgezien van onze hulpbisschop die internationaal weerklank heeft gevonden) zijn nog opmerkelijk stil. Ik ben bang dat ze een gezamenlijke verklaring voorbereiden waarin ze de onmogelijke hersengymnastiek van kardinaal Tucho Fernandez zullen proberen te evenaren en de kool en de geit zullen sparen.
Een zalig Uiteinde en een Zalig Nieuwjaar.
C. Mennen pr
Oudjaar 2023
Comments