Wie smoort het gesprek in de kiem?
In het Nederlands Dagblad zegt onze bisschop naar aanleiding van het feest van Petrus en Paulus: “Als je de paus een ketter noemt, smoor je het gesprek in de kiem.” Je bent al een vreemdeling in Jeruzalem, als je niet begrijpt dat hij met deze uitspraak op schrijver dezes doelt. Maar mocht daar nog enige twijfel over bestaan, dan verschaft Hendro Munsterman op zijn twitteraccount duidelijkheid: “Bisschop Gerard de Korte bekritiseert eigen priester Cor Mennen (zonder hem overigens te noemen): Als je de paus een ketter noemt, smoor je het gesprek in de kiem”.
Ik lees noch het Nederlands Dagblad noch de tweets van Hendro Munsterman maar ook ik heb bevriende priesters en leken die mij op de hoogte houden.
Overigens had de bisschop mij in een andere setting van zijn mening reeds kond gedaan en toen reeds werd ik er niet door overvallen. Snijdt die mening echter hout? Moet ik me slecht katholiek of een deloyaal priester voelen. Ik denk van niet. Laat me dit nader uitleggen.
Ik heb mij inderdaad aangesloten bij een internationale groep (onder wie de prominente geleerde dominicaan Aidan Nichols) die de paus in een uitgebreid en goed gedocumenteerd stuk van ketterij beschuldigt. Als dat in 2014 gebeurd was, was daarmee wellicht het gesprek in de kiem gesmoord. Echter wie mijn columns in de loop der jaren gevolgd heeft, heeft kunnen constateren dat ik aanvankelijk wel bevreemd was door de woorden en het optreden van de paus, maar tegelijk zeer terughoudend. Immers kritiek op de paus is bij hen die midden in de katholieke Kerk willen staan, geen vanzelfsprekende zaak. Integendeel, men is eerder geneigd alles in het voordeel van de paus uit te leggen. In de loop der tijd, als de feiten en de vreemde uitspraken zich opstapelen, als je geconfronteerd wordt met de gigantische manipulatie van de twee gezinssynodes, de bewuste dubbelzinnigheid van sommige uitspraken zoals in Amoris Laetitia en de liberale “hervorming” van de pauselijke academies (om maar een paar dingen te noemen), is bij mij (en niet alleen bij mij) het voordeel van de twijfel verdwenen. Ik heb steeds meer openlijk de ongerijmdheden van dit pontificaat geconstateerd (goed gedocumenteerd in de ”Dictator Paus”). Ik begrijp daarbij ook nog de verwoede pogingen van sommige bisschoppen en theologen om al wat de paus zegt en doet in orthodoxe zin uit te leggen. Immers de voor de hand liggende betekenis van zijn woorden en handelen passen niet in het vertrouwde katholieke wereldbeeld van de laatste eeuwen, dat de paus de verdediger is van de orthodoxie en de beproefde katholieke traditie. Hij moet het dus wel goed bedoelen, maar zich een beetje ongelukkig uitdrukken. Ofwel en dat is de nieuwe mantra om de paus te sauveren: “hij is vooral een pastorale paus”. Dan moet je wel even doen alsof de pastoraal los van het dogma verkrijgbaar is. Alsof het dogma iets doods is dat in de sterren geschreven staat en de pastoraal iets is van de levende mensen hier op aarde. Alsof je die twee dingen ongestraft kunt losmaken van elkaar… Als je de praktijk gaat liberaliseren, dan frunnik je, gewild of ongewild, aan het dogma of je maakt het dogma irrelevant. Waar dat toe leidt, zie je in talloze protestantse en anglicaanse kerken: ze verdampen als volkomen irrelevant in een wereld die ze willen imiteren. Als een paus de Kerk in die richting wil leiden (en wie daaraan twijfelt, leze het werkdocument van de komende Amazonesynode, waarin animisme en pantheïsme vrij baan krijgen en evangelisatie verwordt tot dialoog met de zogenaamde “edele inboorling” die het allemaal veel beter begrepen heeft dan de katholieke Kerk), dan dient iedere weldenkende katholiek, bisschop, priester of leek zijn stem te verheffen om dit heilloze tij te keren. In c. 212 § 3 staat: “Naargelang van de kennis, de deskundigheid en het aanzien dat zij genieten, hebben zij het recht, zelfs ook soms de plicht, hun mening over wat het welzijn van de Kerk aangaat aan de gewijde Herders kenbaar te maken en deze, met behoud van de zuiverheid van geloof en zeden en van eerbied jegens de Herders, en rekening houdend met het algemeen nut en de waarheid van de personen, aan de overige christengelovigen bekend te maken.”
Steeds weer hebben vooraanstaande figuren in de Kerk een beroep gedaan op paus Franciscus om tot een gesprek te komen. Hij koos er steeds weer voor om daar niet op te reageren en deze bezorgde mensen te negeren of soms nog erger: ze in een van zijn dagelijkse homilieën onder bedekte termen uit te schelden en weg te zetten als farizeeën en wetgeleerden. Ik noem hier zo uit mijn hoofd:
– een groep kardinalen en bisschoppen, die zich in een privé brief tot de paus richtten om hun zorgen over de richting waarin de gezinssynodes geduwd werden te uiten; deze brief heeft men via het Vaticaan laten uitlekken waarop de paus zijn ongenoegen over de schrijvers uitsprak. De paus heeft hen nooit willen ontvangen en hen nooit geantwoord.
– de dubiakardinalen, die de paus enkele vragen voorlegden omtrent de katholieke leer waaronder bijvoorbeeld of er in de moraal nog steeds dingen zijn die altijd kwaad zijn, die nooit door omstandigheden of bedoeling goed worden. Ze hebben dit privé gedaan, zonder het naar buiten te brengen en hoopten op een antwoord of minstens op een onderhoud. Beide bleven uit. Toen heeft men de dubia volgens bovengenoemde c. 212 aan de christengelovigen bekend gemaakt.
– hetzelfde gebeurde met de zogenaamde “correctio filialis” in 2017 waarin de paus wordt beschuldigd van het bevorderen van ketterij.
– en nu onlangs de beschuldiging van ketterij.
Het is merkwaardig dat Mgr. de Korte zegt dat je met de beschuldiging van ketterij het gesprek in de kiem smoort, en wel om twee belangrijke redenen:
– de paus die zijn mond vol heeft over “dialoog” weigert ieder gesprek, als hij ook maar een zweem van kritiek vermoedt. Hij zwijgt, zoals hij ook zwijgt op het getuigenis van aartsbisschop Viganò, die de paus beschuldigt van betrokkenheid bij de cover up van de misdrijven van McCarrick, en wiens beschuldigingen steeds meer door documenten gestaafd worden.
Niet de dialoog is het kenmerk van de paus, maar het zwijgen, het weigeren van iedere dialoog.
– over ketterij hoeven we niet in gesprek. Bij een beschuldiging van ketterij is het voldoende onverbloemd het katholieke geloof te belijden. Je hoeft daar geen “dialoog” over te voeren. Het is helemaal niet moeilijk te zeggen dat je houdt, dat er “intrinsiek kwaad” bestaat. Maar waarom doet de paus het niet? Ik kan maar één antwoord verzinnen…..
Velen maken zich ernstige zorgen over waar het met onze Kerk naartoe gaat. Het gaat niet goed en de paus is daar – met of zonder dialoog – mede schuldig aan.
27 juni 2019
Comments