Trial by media
In ons land zijn in onze tijd twee vormen van kerk-zijn. Allereerst de stervende kerk van de “geest van het Concilie” die voornamelijk uit oudere bejaarde mensen bestaat en voorts de nieuwe levende Kerk “van de traditie” die voornamelijk uit jongere mensen bestaat.
De stervende kerk heeft zich na het Concilie vanzelf ontwikkeld via modernistische prediking en liturgie en beriep er zich op de kerk van de toekomst te zijn. Het tegendeel is gebleken. Men heeft het geloof en het kerk-zijn niet weten over te dragen aan de jongere generaties en die “kerk” sterft dus uit. In die kringen wil men de schuld daarvan liefst niet bij zichzelf zoeken maar bij de hiërarchie die hen gedwarsboomd heeft. Echter in veel parochies (misschien wel de meeste) heeft men ongestoord zijn gang kunnen gaan maar dat heeft niet geleid tot een opbloei van het kerkelijke leven. Integendeel. Het is de dood in de pot ondanks alle holle beleidsplannen. Daar kan geen synodaal gebeuren iets aan veranderen. Het blijven lege en steeds leger wordende kerken met alleen maar grijze oude koppen.
Daarnaast ontstaat er sinds enige tijd langzamerhand een nieuwe Kerk. Jonge mensen, vaak hoog opgeleid, niet christelijk opgevoed gaan op zoek naar de waarheid en komen dan uit bij de katholieke Kerk en haar geloofsschat. Dat is niet de kerk-van-wij-samen of de oeverloze synodale kletskerk maar de Kerk als lerares van de waarheid, en de Kerk van een sacrale liturgie waarin je God kunt ontmoeten. Deze nieuwe Kerk vinden we in gemeenschappen en parochies waarin men duidelijk kiest voor de prediking van de orthodoxe leer en moraal, voor het plechtig en eerbiedig vieren van de liturgie. Dit kan in gewone parochies maar het gebeurt daar zelden. Het gebeurt eerder in gemeenschappen van charismatische oorsprong en vooral ook in gemeenschappen met de traditionele Romeinse liturgie.
Bisschoppen kiezen niet helder voor een bepaald beleid. Men blijft op twee gedachten hinken. Enerzijds schrijft men de vergrijzende, stervende traditionele parochies niet af. Er worden nog steeds priesters in deze parochies benoemd met de (stilzwijgende) opdracht de rust te bewaren, dus voorzichtig om te gaan met gegroeide mistoestanden en niet al te nadrukkelijk te preken over de (in die kringen controversiële) kerkelijke moraal of bijv. over de noodzaak van het biechten. Anderzijds is men ook wel blij als er ergens zonder problemen een nieuwe Kerk groeit met jonge mensen en jonge gezinnen. Maar of men de continuïteit in deze parochies zonder meer garandeert door de juiste benoemingen, is echter zeer de vraag.
Priesters, die in een stervende parochie (de overgrote meerderheid) zijn benoemd hebben het vaak moeilijk, zeker als ze voorgangers hebben gehad die het modernistische gedachtegoed waren toegedaan en dit hebben verspreid onder de actieve parochianen. Zij moeten zichzelf en hun katholieke inborst verloochenen om niet in aanvaring te komen met het bestuur (dat soms nauwelijks aan de zondagse eredienst deelneemt) en vrijwilligers op sleutelposities, met name ook de koren (die meestal slechts de kerk bezoeken als ze moeten “optreden”. En als hij probeert de normale liturgische regels door te voeren, dan stoot hij vaak op weerstand van het bestaande modernistische establishment. Die weerstand is meestal luidruchtig en vindt over het algemeen een machtige bondgenoot in de regionale pers die altijd partij kiest voor het “volk” tegen de pastoor. Het bisdom (de bisschop) is het wel vaak met pastoor eens (ze kunnen ook niet anders) maar vinden tegelijk zuinigjes dat de pastoor wel wat tactischer hadden kunnen optreden. Want van herrie houdt de bisschop niet. Die moet koste wat kost vermeden worden. Niet zelden wordt er mediation-traject of een psychologische coaching ter sensibilisering van de pastoor voorgesteld. De bisschop kiest er praktisch nooit voor de “gelovigen” hoe terecht ook – op de vingers te tikken omdat dit publiciteitstechnisch in zijn nadeel zou kunnen uitpakken. En dat moet in ieder geval vermeden worden.
Zo ligt op het moment de pastoor van Diessen/Hilvarenbeek in de regionale media onder vuur. De haard van verzet is een (jongeren)koor, genaamd Luciani (de naam geeft de tijd aan waarin het koor is ontstaan). Zij hebben een heel eigen repertoire waar de pastoor zich niet mee bemoeid heeft. Hij gaf ze ruimte om de liturgie “mee gestalte te geven” op de plaatsen waar het kon zoals bijv. de voorbede. Ze vonden echter drie lezingen te veel en wilden ook wel eens niet-bijbelse lezingen. Bovendien opteerden ze voor een “meer eigentijdse” geloofsbelijdenis. De pastoor legde uit dat hij dit niet kon toestaan. De pastoor wordt starheid verweten en het bisdom wordt ingeschakeld. Dat geeft de pastoor weliswaar gelijk maar vraagt tegelijk de pastoor om op kerstavond de Mis maar door een andere priester te laten celebreren. Het bisdom stuurt de rector van het seminarie die er geen been in ziet de wensen van het koor in te willigen. Tot zover de onvoorwaardelijke steun van het bisdom!! Bij de laatste Paaswake herhaalt het circus zich: het koor wil niet dat het minimum aantal voorgeschreven lezingen wordt gelezen en weigert de litanie van alle heiligen als inleiding op de doopwaterwijding. Uiteindelijk geeft het koor het op en heft zich op, waarschijnlijk tot zekere opluchting van de pastoor.
Echter het duivelse serpent roert zijn staart in een laatste poging de pastoor in de parochie onmogelijk te maken en hem uit de parochie te verjagen. Men opent met een kleine groep opposanten de aanval op de pastoor via beschuldigingen in de krant die maar wat al te graag meewerkt als men de Kerk een hak kan zetten. De beschuldigingen zijn onwaar en deels absurd en gefabriceerd. Natuurlijk is ook een pastoor niet volmaakt en verliest hij soms zijn geduld als men hem het bloed onder de nagels vandaan haalt maar dat rechtvaardigt niet dergelijke aantijgingen. Het is een duivels methode die we jammer genoeg in heel onze maatschappij en met name ook in de politiek zien. Als je geen argumenten hebt, dan scheld en beschuldig je maar wat in het wilde weg. En…. als je maar hard genoeg roept, heb je kans dat de mensen het geloven en bereik je je doel: de ondergang van je tegenstander.
Het is uitermate treurig dat dit in onze Kerk de laatste jaren ook gebeurt. Om hier een halt aan toe te roepen is een krachtdadig optreden van het bisdom nodig dat als het nodig is onvoorwaardelijk achter zijn priesters gaat staan en ook “gelovigen” durft te zeggen dat ze in hun ongelijk staan en dat ze net als de pastoor gehouden zijn aan het geloof en de regels van de Kerk, ook als ze in het verleden door minder trouwe priesters op het verkeerde been zijn gezet.
De bisschop zou wat meer op de toekomst en op de nieuwe Kerk moeten inzetten.
8 juli 2024
Comments