“Nooit heeft de Heilige Kerk zo dringend behoefte gehad aan voorvechters tegen het liberalisme als nu!”

Kardinaal John Henri Newman leefde in het 19de eeuwse Engeland. Aanvankelijk was hij een Anglicaanse priester. Vooral door voortdurende studie, met name van de vroege Kerk en de kerkvaders, kwam hij tot de overtuiging dat alleen de katholieke Kerk de Kerk was die Christus gesticht had en hij werd katholiek en later katholiek priester. Zijn bekering was groot belang voor Engeland en voor heel de Kerk. In 1878 benoemde paus Leo XIII hem tot kardinaal, In 2019 werd hij door paus Franciscus heilig verklaard. Paus Leo XIV heeft nu zijn voornemen kenbaar gemaakt Newman de titel van kerkleraar te verlenen
Kardinaal Newman heeft zijn hele leven gestreden tegen het liberalisme in de religie. Dat maakte hij heel duidelijk in zijn beroemde Biglietto-toespraak, toen hij de kardinaalstitel aanvaardde. Ik druk deze toespraak hieronder af omdat na ongeveer 150 jaar alles wat Newman zegt nog steeds actueel is. Ook nu is de wortel van de crisis in samenleving en Kerk nog steeds het liberalisme, het modernisme zo u wilt:
Dertig, veertig, vijftig jaar lang heb ik met alle kracht van mijn kunnen weerstand geboden tegen de geest van het liberalisme in de religie. Nooit heeft de Heilige Kerk zo dringend behoefte gehad aan verdedigers als nu, nu deze dwaling helaas als een valstrik de hele aarde overspoelt; en op dit belangrijke moment, waarop het voor iemand in mijn positie vanzelfsprekend is om naar de wereld te kijken, naar de Heilige Kerk en naar haar toekomst, hoop ik dat het niet ongepast wordt gevonden als ik mijn protest tegen het liberalisme, dat ik al zo vaak heb geuit, herhaal.
Liberalisme in de religie is de leer dat er geen positieve waarheid in de religie bestaat, maar dat het ene geloof even goed is als het andere, en dit is de leer die dagelijks aan kracht en inhoud wint. Het is onverenigbaar met elke erkenning van enige religie als waar. Het leert dat alles moet worden getolereerd, want alles is een kwestie van mening. Geopenbaarde religie is geen waarheid, maar een sentiment en een smaak; geen objectief feit, niet wonderbaarlijk; en het is het recht van ieder individu om er precies datgene in te zien wat hem bevalt. Vroomheid is niet noodzakelijkerwijs gebaseerd op geloof. Mensen kunnen naar protestantse kerken gaan en naar katholieke, kunnen van beide profiteren en tot geen van beide behoren. Ze kunnen met elkaar verbroederen in spirituele gedachten en gevoelens, zonder enige gemeenschappelijke opvattingen over doctrines te hebben of de noodzaak daarvan in te zien. Aangezien religie dus zo’n persoonlijke eigenaardigheid en zo’n privébezit is, moeten we haar noodzakelijkerwijs negeren in de omgang van mens tot mens. Als iemand elke ochtend een nieuwe religie aanneemt, wat gaat u dat aan? Het is even onbeleefd om na te denken over iemands religie als over zijn bronnen van inkomsten of zijn gezinsleven. Religie is in geen enkel opzicht de bindende kracht van de samenleving.
Tot nu toe was de wereldlijke macht christelijk. Zelfs in landen die gescheiden zijn van de Kerk, zoals het mijne, gold toen ik jong was het gezegde dat ‘het christendom de wet van het land was’. Nu werpt dat mooie maatschappelijke raamwerk, dat door het christendom is gecreëerd, overal het christendom van zich af. Het gezegde waarnaar ik verwees, en honderd andere die daarop volgden, is verdwenen of verdwijnt overal, en tegen het einde van de eeuw zal het, tenzij de Almachtige ingrijpt, in de vergetelheid zijn geraakt. Tot nu toe werd aangenomen dat alleen de religie, met haar bovennatuurlijke sancties, sterk genoeg was om de massa’s van onze bevolking aan de wet en de orde te onderwerpen; nu zijn filosofen en politici vastbesloten dit probleem zonder de hulp van het christendom op te lossen. In plaats van het gezag en de leer van de kerk willen zij in de eerste plaats een universele en volledig seculiere opvoeding invoeren, die erop gericht is ieder individu duidelijk te maken dat het in zijn eigen belang is om ordelijk, ijverig en sober te zijn. Om vervolgens, ter vervanging van de religie, grote werkbare principes te kunnen aanbieden aan de aldus zorgvuldig opgeleide massa’s, voorziet het in de brede fundamentele ethische waarheden van rechtvaardigheid, welwillendheid, waarachtigheid en dergelijke, bewezen door de ervaring, en in de natuurlijke wetten die spontaan in de samenleving en in sociale aangelegenheden bestaan en werken, zowel fysiek als psychologisch – bijvoorbeeld in het bestuur, de handel, de financiën, de volksgezondheid en de betrekkingen tussen naties. Wat religie betreft, dat is een persoonlijke luxe, die een mens mag hebben als hij dat wil, maar waarvoor hij natuurlijk moet betalen en die hij niet aan anderen mag opdringen of beoefenen tot hun ergernis.
De algemene aard van deze grote apostasia (afval) is overal dezelfde, maar in detail en karakter verschilt zij van land tot land. Zelf zou ik er liever over spreken in mijn eigen land, dat ik ken. Daar dreigt het volgens mij een formidabel succes te worden, hoewel het niet gemakkelijk is te zien wat de uiteindelijke uitkomst zal zijn.
Op het eerste gezicht zou men kunnen denken dat Engelsen te religieus zijn voor een beweging die op het continent lijkt te zijn gebaseerd op ongeloof, maar het ongeluk met ons is dat, hoewel het net als elders in ongeloof eindigt, het niet noodzakelijkerwijs voortkomt uit ongeloof. We moeten niet vergeten dat de religieuze sekten die drie eeuwen geleden in Engeland zijn ontstaan en nu zo machtig zijn, altijd fel gekant zijn geweest tegen de eenheid van kerk en staat en pleiten voor de ontkerstening van de monarchie en alles wat daarbij hoort, in de overtuiging dat een dergelijke catastrofe het christendom veel zuiverder en veel machtiger zou maken. Vervolgens wordt het liberale principe ons opgelegd door de noodzaak van de zaak. Bedenk wat volgt uit het feit dat er zoveel sekten zijn. Zij vormen, naar men aanneemt, de religie van de helft van de bevolking, en bedenk dat wij een volksregering hebben. Elke twaalf willekeurig gekozen mannen die u op straat tegenkomt, hebben een aandeel in de politieke macht – wanneer u naar hun geloofsovertuiging vraagt, vertegenwoordigen zij misschien wel een van de zeven verschillende religies; hoe kunnen zij dan samenwerken in gemeentelijke of nationale aangelegenheden, als ieder van hen de erkenning van zijn eigen religieuze denominatie eist? Alle handelingen zouden in een impasse terechtkomen, tenzij het onderwerp religie buiten beschouwing zou worden gelaten. We kunnen er niets aan doen. En ten derde moet men bedenken dat er veel goeds en waars schuilt in de liberale theorie; om maar te zwijgen van de voorschriften van rechtvaardigheid, waarachtigheid, soberheid, zelfbeheersing en welwillendheid, die, zoals ik al heb opgemerkt, tot de verklaarde beginselen ervan behoren, en de natuurlijke wetten van de samenleving. Pas wanneer we ontdekken dat deze reeks principes bedoeld is om religie te vervangen, te blokkeren, noemen we ze slecht. Nooit heeft de vijand een zo slim plan bedacht dat zo veel kans van slagen had. En het heeft al aan de verwachtingen voldaan die ervan waren gekoesterd. Het trekt grote aantallen bekwame, ernstige, deugdzame mannen aan, oudere mannen met een bewezen staat van dienst, jonge mannen met een carrière voor zich.
Zo staat de zaak er in Engeland voor, en het is goed dat wij ons daar allemaal van bewust zijn; maar men moet geen moment denken dat ik er bang voor ben. Ik betreur het ten zeerste, omdat ik voorzie dat het de ondergang van vele zielen kan betekenen, maar ik vrees geenszins dat het werkelijk ernstige schade kan toebrengen aan het Woord van God, aan de Heilige Kerk, aan onze Almachtige Koning, de Leeuw van de stam van Juda, de Getrouwe en Waarachtige, of aan zijn plaatsvervanger op aarde.
Het christendom heeft zo vaak in wat een dodelijk gevaar leek verkeerd, dat we nu niet bang hoeven te zijn voor nieuwe beproevingen. Dat is zeker. Wat daarentegen onzeker is, en in deze grote strijd meestal onzeker is, en wat meestal een grote verrassing is wanneer het zich voordoet, is de specifieke wijze waarop de Voorzienigheid uiteindelijk zijn uitverkoren erfdeel redt en behoudt. Soms wordt onze vijand een vriend; soms wordt hij beroofd van die bijzondere kwaadaardigheid die zo bedreigend was; soms valt hij uit elkaar; soms doet hij precies wat goed is, en wordt hij vervolgens verwijderd. Gewoonlijk heeft de Kerk niets anders te doen dan haar eigen taken voort te zetten, in vertrouwen en vrede; stil te staan en de redding van God te aanschouwen.
“Mansueti hereditabunt terram, et delectabuntur in multitudine pacis.”
[Psalm 36: “De zachtmoedigen zullen de aarde beërven en zich verheugen in de overvloed van vrede”]
Biglietto Toespraak
Rome, 12 mei 1879
Write a Reply or Comment