Homoseksuele priesters willen “zich niet langer verbergen”
Onderstaand stuk trof ik aan op Katholisches.de en is van de hand van Guiseppe Nardi. Het toont de enorme decadentie aan waarin de Kerk momenteel verkeert met een steeds verder gaande ontkenning van de natuurlijke scheppingsorde die ook ontwrichtende gevolgen heeft voor de bovennatuurlijke sacramentele orde van de Kerk. En de verantwoordelijken zwijgen……
Vijftig priesters in Italië die zichzelf als homoseksueel omschrijven, hebben de “geïnternaliseerde homofobie” van de kerk aan de kaak gesteld. Ze kondigden in een document aan dat ze zich “niet langer willen verbergen”. Dit is de volgende fase in de poging om invloed van buitenaf uit te oefenen met bondgenoten in de kerk. Het zijn de dagbladen rond het mediakartel van George Soros die de steen in het water hebben gegooid. De eerste stap werd gezet door het linkse Italiaanse dagblad Domani, gisteren gevolgd door het eveneens linkse Spaanse blad Público – op de tweede zondag van de advent.
Homoseksualiteit is een flagrante zonde, die daarom automatisch leidt tot zelfuitsluiting uit de kerkelijke gemeenschap, omdat de staat van genade verloren gaat, die onmisbaar is voor de gemeenschap met Christus. Er is dus nauwelijks een grotere tegenstelling in zichzelf dan een homoseksuele priester. Paus Benedictus XVI drong er daarom op aan dat kandidaten met een homoseksueel probleem überhaupt niet tot een seminarie worden toegelaten. Dit is ook een wijdingsbeletsel. Deze richtlijn voor seminaries werd ook door paus Franciscus herbevestigd. De vraag is dus van zeer groot belang, of een overgeseksualiseerde wereld zich daarvan al dan niet bewust is.
Het kiezen van een zondag in de advent, de tijd van voorbereiding op het feest van de komst van de Heer, voor de publicatie duidt op een desacraliserende bedoeling. De genoemde media vormen de versterking om de kerk te beschuldigen van “diepgewortelde homofobie” en haar aan de schandpaal te nagelen.
In feite is het de christelijke boodschap die zich in de geschiedenis tegenover de homoseksualiteit opstelt. Het was het christendom dat de homoseksualiteit, die in de oudheid en onder heidense volkeren wijdverbreid was, heeft overwonnen. De terugkeer van homoseksualiteit is geen toeval, maar een directe uiting van het verval van het geloof en een terugkeer naar het heidendom. De “verlichte” opvatting dat het christendom uit de samenleving kan worden uitgebannen omdat het ook wel zonder religie gaat, is in de afgelopen 250 jaar een rampzalige misvatting gebleken. Waar het christendom verdwijnt, komen er vervangende godsdiensten voor in de plaats, en begint de “vooruitgang” naar een terugval in duister heidendom.
Een beweging van “homoseksuele priesters” is dus een onoplosbare tegenstelling. Dit is des te meer waar omdat het een zondige staat wil vestigen. Een streven dat kan worden omschreven als pervers in de ware zin van het woord.
Het document vond zijn oorsprong in een cursus voor “pastorale werkers” in Bologna, een centrum van het modernisme. In eerste instantie doet dit je dit afvragen of wel alle ondertekenaars priesters zijn. Sindsdien circuleert het document op evenementen in het kader van het door paus Franciscus gewenste “synodale proces” voor de bisschoppensynode over synodaliteit. Het laat zien wat critici al in ander verband hebben geuit, namelijk dat Franciscus initiatieven lanceert die leiden tot een structurele usurpatie om de Kerk een paradigmaverschuiving op te leggen die afstand neemt van de kerkelijke leer en discipline.
Het Italiaanse initiatief vindt zijn werkelijke uitgangspunt in de homo-initiatieven van sommige geestelijken en bisschoppen in de Duitstalige wereld, met name de Duitse bisschoppenconferentie. Wat tijdens het Tweede Vaticaans Concilie is begonnen – dat de Kerk “am Deutschen Wesen soll genesen” – wordt in een nieuwe eruptie doorgezet. Toch is dat de Kerk een half millennium geleden al eens slecht bekomen.
De homoseksuele priesters doen zich voor als slachtoffers. Slachtoffers van stilte en onderdrukking, omdat ze noch met hun familie, noch in de kerk over hun “homoseksuele geaardheid” konden praten. Maar is dat waar? Zij konden dat wel: zij hadden dat eerlijk moeten doen voordat zij het seminarie ingingen, of uiterlijk voor hun priesterwijding. Zelfs nu is het mogelijk, maar dat vereist eerlijkheid. Welke geloofwaardigheid kan een priester voor zichzelf opeisen die betrapt wordt op een levensleugen? Moet dit niet zijn hele bediening beïnvloeden? Een eenmalige ongecontroleerde impuls kan men via berouw in de absolutie van het Sacrament van Boete rechtzetten. Daar zijn bekende voorbeelden van, net als bij andere ernstige zonden. God is barmhartig en de Kerk heeft deze barmhartigheid altijd doorgegeven. Een “diepgeworteld” probleem van seksuele identiteitsstoornis vraagt ook om een diepere behandeling van het probleem van gekwalificeerde zijde. De ondertekenaars van het document klagen zelf dat hun psyche is geschonden, maar zij beweren dat dit komt door “homofobie” van de kerk. Tegelijkertijd zien zij niet welke schade zij toebrengen aan hun ambt, de sacramenten, de Kerk als geheel en vooral aan hun eigen heil en dat van anderen.
De homoseksuele priesters eisen “onmiddellijke erkenning” en beweren dat hun homoseksuele passies door God gewild zijn, omdat “God hen zo” geschapen heeft. Zij beweren ook dat Italië geen onderzoek heeft zoals dat van de Franse bisschoppenconferentie in 2021, waaruit bleek dat negen procent van de priesters “depressief” was en acht procent alcoholist. Het onderzoek werd ingesteld nadat zeven priesters binnen vier jaar zelfmoord hadden gepleegd. Dit is echter een veelomvattende, complexe kwestie met vele aspecten, niet in de laatste plaats dat het beeld van priesters en het begrip van het priesterschap in de Kerk zelf na Vaticanum II is uitgehold.
Domani citeert ook de psychiater Raffaele Lavazzo, die in het progressieve Dehoniaanse tijdschrift Il Regno rapporteerde dat in het verleden latente homoseksuele neigingen bij priesterpatiënten soms na verschillende sessies aan het licht kwamen, terwijl zulke priesters er tegenwoordig heel openlijk over praten, “als iemand die het roer van zijn eigen boot in handen heeft genomen en het veilig bestuurt, althans naar buiten toe”.
Homoseksuele priesters zien in de “synodale weg”, zegt Domani, de mogelijkheid om de zaken te keren. In de lijn van de homoseksuele tijdgeest zien priesters die oneerlijk zijn geweest tegenover zichzelf, maar vooral tegenover de Kerk, en die hun homoseksualiteit willen uitleven, een unieke kans om hun ongebreidelde impulsen erkend te krijgen. Daarvoor moet de Kerk haar geopenbaarde leer en traditie veranderen.
Maar hoe serieus nemen deze priesters hun roeping en wijding? Een homoseksuele priester die het Heilig Misoffer opdraagt is een intrinsieke tegenstelling, net als een vrouw aan het altaar. De complementaire orde van de geslachten wordt weerspiegeld in de Heilige Mis. Jezus Christus was mannelijk, de Schrift spreekt van het vlekkeloze eenjarige mannelijke lam, evenals de ram die Abraham offert in plaats van Izaäk, en de eerstgeborene. De priester als mens is het hoofd van de gemeente in plaats van Christus, zoals Christus het hoofd van de Kerk is. In de goddelijke en natuurlijke orde van de geslachten is de Kerk vrouwelijk. Man en vrouw vormen een echte eenheid, en dat doen zij alleen, als zij “één” worden. Dit wordt in de Heilige Mis uitgedrukt door de priester aan het altaar en de gelovigen in het schip. Een vrouw aan het altaar zou dus een uiting zijn van homoseksualiteit, die onvruchtbaar is; hetzelfde geldt voor een priester met een homoseksuele passie. Fundamentele aspecten van het sacrament van de wijding en het sacrament van het altaar worden zo geraakt, en meer nog, ze worden in twijfel getrokken door homoseksualiteit.
Comments