De geest van het concilie
Onlangs ben ik in de priesterraad van het bisdom gekozen en ontving daarop een benoemingsbrief van de bisschop. Deze brief eindigde met de volgende woorden: “Mogen wij dagelijks verbonden zijn door ons gebed en door onze trouw aan de richtlijnen en de geest van het tweede Vaticaans Concilie, zoals die ons door de Paus en het Wereldepiscopaat voortdurend worden voorgehouden”. Mooi toch, zult u denken. Echter, als ik voor één uitdrukking in de loop der jaren allergisch geworden ben, dan is dat wel “de geest van het concilie”. Van direct na het concilie tot de dag van vandaag is dat het excuus voor alle heterodoxe opvattingen en praktijken n de Kerk. Die worden allemaal zogenaamd gedekt, niet door teksten en bepalingen van het concilie maar door de zogenaamde geest. Wat de concilievaders weliswaar niet gezegd maar wel bedoeld zouden hebben. Hierop loopt iedere discussie en argumentatie vast in het drijfzand van de ketterij.
Zo worden de besluiten van het landelijke pastoraal concilie van Noordwijkerhout maar ook de heterodoxe synodale weg in Duitsland verantwoord. Het zijn nooit de teksten van het Concilie, soms slechts geïsoleerde uit de context gerukte citaten van conciliedocumenten maar het is altijd de geest van het Concilie die een bepaald handelen moet verantwoorden.
De postconciliaire pausen tot aan Franciscus hebben zich steeds weer (wellicht niet krachtig genoeg) tegen deze tendens verzet door te wijzen op de echte volledige teksten van het Concilie en door er bovendien op te wijzen dat Vaticanum gelezen moest worden in de lijn van de voorafgaande Concilies: Vaticanum II is op bepaalde punten en accenten vernieuwend maar er begint geen nieuwe Kerk. Dat vasthouden aan de teksten van Vaticanum II werd hun door de liberalen verweten. Het Concilie moest immers worden doorgezet in de geest van het Concilie en leiden tot een nieuwe Kerk. Hierin klinken steeds weer dezelfde thema’s: een nabije liturgie, een meer pastorale (lees: vrije) moraal, gehuwde priesters, wijding voor de vrouw.
Paus Franciscus is in dit opzicht ambigu en ambivalent. Hij spreekt en handelt alsof de Kerk pas met Vaticanum II begint. Hij doet geen enkele moeite zijn afkeer van de traditie en traditionele theologie te verbergen. Hij heeft een hekel aan het Latijn en hij lijkt zelfs te denken dat het Concilie nieuwe liturgische kleding heeft ingevoerd. Hij meent het recht te hebben af te geven op paramenten van vóór het concilie. Tegelijk bevestigt hij af en toe de kerkelijke leer op punten die de liberalen niet welgevallig zijn. Ook Franciscus lijkt de theorie van de “geest van het concilie” aan te hangen, al laat hij er zich, zoals bijna nergens, op vastpinnen.
De geest van het Concilie heeft officieel vorm gekregen in de vernieuwde liturgie. Aartsbisschop (kardinaal elect) Roche, de baas van het Vaticaans departement voor liturgie, doet verwoede pogingen om “Traditionis custodes” waarin Paus Franciscus de traditionele liturgie praktisch verbood, te rechtvaardigen door keer op keer te stellen dat het Concilie die nieuwe liturgie gewild heeft om een nieuwe lex orandi, aansluitend op het Concilie, in het leven te roepen. Echter alleen iemand die ondeskundig of kwaadaardig of allebei is, kan dit beweren. Als je de teksten van het Concilie over de liturgie zorgvuldig leest, zul je zien dat het Concilie helemaal geen nieuwe liturgie wilde. Het wilde bepaalde hervormingen: uitbreiding van het aantal prefaties, groter gebruik van de Schrift, invoering van de voorbede, zeer beperkte invoer van de volkstaal, beperking van onnodige herhalingen. Wat het concilie niet wilde: uitbreiding van het aantal eucharistische gebeden, heel de liturgie in de volkstaal, verandering van de voetgebeden en offerandegebeden. Uitdrukkelijk wilde het concilie het gregoriaans als liturgische zang in de liturgie. Deze verlangens van het Concilie liggen nog uitgedrukt in het missaal van 1965. Maar het nieuwe missaal zoals we het nu kennen is geen directe vrucht van het Concilie maar een vrucht van de ‘geest van het concilie’. En ik laat het aan uw oordeel over te bepalen of dit een vruchtbare geest is gebleken, gezien de constateerbare resultaten (waaronder de talloze misbruiken) die het heeft opgeleverd.
Door de ervaring wijs geworden wantrouw ik mensen die zich op de ‘geest van het concilie’ beroepen. Als katholieken kunnen we ons alleen beroepen op de uitspraken van het Concilie en dan alleen nog in onderlinge samenhang. Bovendien zullen we ze altijd moeten lezen in continuïteit met de ononderbroken traditie van de Kerk.
Ook in de priesterraad ben ik trouw aan de richtlijnen (en de uitspraken) van het Tweede Vaticaans Concilie in zoverre ze ook door de paus en het wereldepiscopaat worden voorgehouden.
27 juni 2022
Comments