De top in Rome: grote twijfel aan de bedoelingen van de organisatie, een kleine hoop op moedige bisschoppen.
Morgen begint in Rome de top over het seksueel misbruik in de Kerk. Alle voorzitters van de Bisschoppenconferenties komen bijeen om deze kwestie met de paus te bespreken.
Nu spelen er twee dingen in de Kerk. Allereerst het probleem van de pedofilie, het kindermisbruik, geestelijken die zich vergrijpen aan kinderen. Het echte kindermisbruik is een relatief klein percentage van de misbruikgevallen. In het merendeel van de gevallen (ongeveer 80 %) heeft het misbruik betrekking op jongens boven de puberteitsleeftijd, lichamelijk gezien dus jonge mannen. Dat betekent dat het probleem van het misbruik te maken heeft, niet zozeer met pedofilie maar met homoseksualiteit onder de clerus.
Dit onomstotelijke feit probeert de pro-gay-lobby in de Kerk stelselmatig te verdoezelen. Met paus Franciscus voorop geven zij de schuld aan het “klerikalisme”, dat wil zeggen klerikale machtsuitoefening. Dat is niet de diepste oorzaak. De oorzaak ligt natuurlijk in het niet kunnen bedwingen van lustgevoelens en/of het huldigen van niet katholieke ideeën over seksuele moraal. Daarna pas is er (eventueel) sprake van klerikale machtsuitoefening. Wie dit standpunt van de paus ook huldigt is kardinaal Blase Cupich. Hij is een beschermeling van de onlangs gelaïciseerde kardinaal McCarrick en dank zij hem aartsbisschop van Chicago en kardinaal geworden. Hij is de stem van Franciscus in Amerika. Het was Cupich die na de beschuldigingen van aartsbisschop Viganò over de homoseksuele clubjes onder de hoge clerus heeft gezegd: de paus gaat dat niet onderzoeken, “wij gaan niet in dat konijnenhol”. De paus heeft wel belangrijker dingen te doen zoals de klimaatverandering en de migrantenkwestie. Deze Cupich is door de paus aangesteld als een van de leidende figuren van de komende top. Op een persconferentie gisteren heeft hij niet ontkend dat 80 % van de slachtoffers oudere jongens zijn maar tevens glashard ontkend dat dit iets met homoseksualiteit te maken zou hebben.
Over het veroordelen van het misbruik van kinderen is iedereen binnen en buiten de Kerk het eens. Daar was eigenlijk niet eens een top voor nodig. Het handhaven van de maatregelen die er nu al binnen de Kerk zijn, zijn eigenlijk voldoende. Het probleem is dat het strafsysteem in de bisdommen en op het hoogste niveau moet worden toegepast. En dat gebeurt lang niet altijd. De paus roept al lang zero-tolerance maar in feite houdt hij eindeloos vriendjes of geestverwanten de hand boven het hoofd al dan niet onder het mom van “barmhartigheid”. Het laatste voorbeeld daarvan is de Argentijnse bisschop Zanchetta tegen wie al vlak na zijn bisschopsbenoeming door Franciscus beschuldigingen werden geuit, zelfs door zijn eigen vicaris generaal. Uiteindelijk haalde de paus hem naar Rome en creëerde voor hem een baantje in het Vaticaan totdat tenslotte de Argentijnse autoriteiten een onderzoek naar de bisschop zijn begonnen. Nu pas is hij op non-actief gesteld maar van een kerkelijk onderzoek is vooralsnog geen sprake.
Over dit kindermisbruik (wettelijk gaat dat in veel landen tot 18 jaar en in andere tot 16 jaar) kan men op de top “veilig” praten. Dan staan er geen ideologieën op het spel. Maar nogmaals: dat zal uiteindelijk het echte probleem niet oplossen. Immers over het echte probleem mag niet gepraat worden.
Het echte probleem is de ondermijning van de katholieke seksuele moraal sinds de jaren zestig van de vorige eeuw. Aan veel theologische faculteiten en seminaries werd en wordt een liberale seksuele moraal onderwezen die niet meer steunt op de natuurwet en de Bijbelse voorschriften maar op het zogenaamde “eigen geweten” of een handelen dat goed zou worden door de bedoelingen. Dit heeft zijn uitwerking niet gemist in de praktijk van het leven van een deel van de clerus. Daar komt nog bij dat de beleving van de seksualiteit in welke vorm dan ook in onze huidige cultuur als een dwingende en onontkoombare behoefte wordt gezien en het religieus celibaat als iets onnatuurlijks en onmogelijks wordt beschouwd. In het scala van (ook binnen bepaalde kringen in de Kerk) geaccepteerde seksuele behoeftes speelt de homoseksualiteit een grote rol. Een aanzienlijk deel van de clerus lijkt homoseksuele neigingen te hebben. Zoals aartsbisschop Viganò heeft gesteld, bestaan er in de Kerk onder de hogere geestelijkheid homoseksuele netwerken die elkaar steunen en elkaar de baantjes in de Kerk toespelen. Soms is dit alles ook nog met geld en een leven in luxe verweven. Een voorbeeld van de dergelijk netwerk is McCarrick die als een spin in een homoweb een heleboel slachtoffers maakte maar ook veel mensen voor hun loyaliteit binnen het netwerk wist te belonen. We moeten niet vergeten dat invloed van McCarrick niet alleen in Amerika maar ook in Rome zeer groot was.
Dit echte probleem wil men niet benoemen en dus ook niet aanpakken. De paus treedt niet op tegen structurele overtreding van het celibaat en homoseksueel gedrag onder de clerus. Had Benedictus McCarrick onder beperking gesteld, Franciscus hief deze beperkingen weer op, niet omdat hij geen weet zou hebben van de seksuele contacten van McCarrick met seminaristen. Nee, dat wist hij maar dat vond hij blijkbaar niet zo erg. Dat was contact tussen volwassenen. Pas toen er later klachten kwamen van kinderen tegen McCarrick, heeft hij hem laten vallen.
Er komt nu een boek uit van een Franse atheïstische homoseksueel die via bepaalde mensen in het Vaticaan daar vrije toegang had. Hij beroept zich op talloze interviews en komt tot de conclusie dat het grootste gedeelte van de Curie gay is. Hij geeft daar geen harde bewijzen van, maar door beweringen wil hij de katholieke Kerk als laatste bastion tegen homoseksualiteit slechten. Het boek is erop gericht de moraal van de Kerk te ondergraven en de schrijver zegt dat hij daarin een compagnon vindt in paus Franciscus, die hij beschrijft als een echte pro-gay-paus.
Vanuit de leiding van de komende top hoeven we dus geen echte hervorming te verwachten, geen fundamentele aanpak van het rot in de Kerk. Men zal bij een pompeuze veroordeling van het kindermisbruik blijven steken en niet tot kern doordringen.
We zullen zien of er enkele voorzitters van bisschoppenconferenties zijn die de moed hebben het zedenverval in de Kerk als de echte oorzaak aan de orde te stellen. Die durven te vragen om concrete maatregelen rond het moraalonderwijs, de handhaving van het priesterlijk celibaat en de aanpak van de homoseksualiteit onder de clerus.
Ik druk hieronder een oproep van de kardinalen Burke en Brandmüller af die hun medebroeders oproepen hun mond te openen:
Medebroeders,
Door diepe zorg bewogen richten wij ons tot u.
Veel gelovigen in heel de wereld hebben als het ware hun kompas verloren. Zij stellen zich de angstige vraag: waarheen drijft de Kerk?
Het baart zorg als we zien dat men bij de seksschandalen probeert het eigenlijke kwaad slechts in het misbruik van kinderen te zoeken. Dit is zeker een afschuwelijke misdaad, met name wanneer het door priesters begaan wordt. Desondanks gaat het daarbij veel meer om het omvangrijke kwaal van de homoseksuele netwerken die zich achter een beschermende muur van medeplichtigheid en stilzwijgen in het hart van de Kerk hebben uitgebreid. Een verschijnsel dat in een sfeer van materialisme, hedonisme en relativisme wortelt waarin het bestaan van een absolute, zonder uitzondering verplichtende moraalwet openlijk ter discussie wordt gesteld.
Voor het seksueel misbruik, zegt men, zou “klerikalisme” verantwoordelijk zijn. Maar de echte oorzaak daarvoor is geen machtsmisbruik van priesters, maar een afkeer van de waarheid van het Evangelie. De zelfs publiek geuite oppositie in woord en daad tegen de natuurwet en tegen de goddelijke zedenwet is in werkelijkheid de wortel van het kwaad dat bepaalde sectoren van de Kerk corrumpeert.
Desondanks blijven kardinalen en bisschoppen in het zicht van deze situatie zwijgen. Zult u ook, medebroeders, zwijgen, als u nu op 21 februari in het Vaticaan samenkomt? Wij behoren tot degenen die in 2016 aan de heilige vader onze vragen (“dubia”) rond “Amoris Laetitia” hebben voorgelegd. Vandaag de dag is het zo, dat de “Dubia” niet alleen geen antwoord hebben gekregen maar als een uitdrukking van een algemenere geloofscrisis naar voren treden. Daarom moedigen wij u aan uw stem te verheffen om de onverkorte leer van de Kerk in woord en daad te bewaren en te bevestigen. Bidden wij de Heilige Geest om de Kerk bij te staan en de herders te verlichten. Een moedige daad die helderheid verschaft, is nu dringend noodzakelijk. Wij vertrouwen op het woord van de Heer, die beloofd heeft: “Ik ben bij u alle dagen tot aan het einde van de wereld.”(Mt. 28, 20)
met broederlijke groet
Walter Kardinaal Brandmüller
Raymond Leo Kardinaal Burke
Write a Reply or Comment