De Vandalen plunderen Rome opnieuw
Ligt er een rode hoed in het verschiet voor aartsbisschop Vincenzo Paglia? Zo ja, dan is dat een beloning voor het inde knie schieten van geleerden met onberispelijke wetenschappelijke papieren en persoonlijke integriteit, innig geliefd bij hun studenten.
Er is een oefening in grof intellectueel vandalisme bezig in Rome sinds 23 juli: wat oorspronkelijk bekend stond als het Pauselijk Instituut voor Huwelijk en Gezin Johannes Paulus II is dictatoriaal en systematisch ontdaan van zijn meest voortreffelijke faculteit en de kerncursussen in fundamentele moraaltheologie zijn geannuleerd. Tegelijkertijd zijn academici benoemd die bekend staan als tegenstanders van de leer van Humanae Vitae over de gepaste middelen om de vruchtbaarheid te reguleren en de leer van Veritatis Splendor over intrinsiek slechte daden. Zij gaan voortaan doceren aan het geherstructureerde instituut, dat gevestigd is in de Pauselijke Lateraanse Universiteit – het eigen instituut van hoger onderwijs van de paus. Zestienhonderdnegen jaar na het eerste Sacco di Roma door de Vandalen, zijn ze er nu weer, al draagt dan deze keer de opperste Vandaal een zucchetto.
Hier gaat een geschiedenis aan vooraf en het is de moeite waard die opnieuw te bekijken om een beter zicht te krijgen op de afbraak die bezig is.
Ondanks de wereldwijde verslaving van de media aan de term “liberaal/conservatief” bij de analyse van Vaticanum II en de debatten die erop volgden, was de werkelijke verdeling die op het Concilie volgde (die, zoals de dagboeken van diverse theologen bewijzen, zich al begon te af te tekenen tijdens de derde en vierde periode van het Concilie) de verdeling tussen twee groepen hervormingsgezinde theologen die voorheen bondgenoten waren. De ene groep leek vastbesloten de intellectuele moderniteit en het daarmee samenhangend scepticisme ten volle te aanvaarden terwijl de andere groep zich inzette voor de authentieke katholieke hervorming door de theologisch ontwikkeling te verankeren in de levende traditie van de Kerk. De “conciliaire successieoorlog” (zoals ik het noem in mijn boek, The Irony of Modern Catholic History, dat weldra verschijnt) was niet alleen een meningsverschil tussen intellectuelen. Het had reële gevolgen in het leven van de katholieke Kerk. Het leidde tot het ontstaan van het internationale kwartaalblad Communio als een tegenhanger van het ultra-progessieve Concilium. Het leidde tot de oprichting van Ignatius Press en de grote vernieuwing van de Engelstalige theologie, beïnvloed door Henri de Lubac en Hans Urs von Balthasar. Het leidde tot strijd over faculteitsplaatsen in de theologievakgroepen over heel de wereld. En na vijftien jaar strijd leidde het tot de keuze van Karol Wojtyla, als Johannes Paulus II die Joseph Ratzinger zou aanstellen als prefect van de Congregatie voor de Geloofsleer. Het verzet tegen het leergezag van Johannes Paulus II (een leergezag dat natuurlijk beïnvloed werd door de toenmalige kardinaal Ratzinger) was diepgeworteld en verbitterd onder de zogenaamde progressieven die meenden dat ze de Conciliaire Successieoorlog gewonnen hadden maar die zich plotseling na het tweede conclaaf van 1978 bevonden buiten het grote spel van de kerkpolitiek – zelfs al bleven zij een ijzeren greep houden op benoemingen in de meeste theologievakgroepen en een heleboel theologische publicaties. Het antwoord van Johannes Paulus II op de recalcitrantie en intellectuele trots was geen frontale aanval door het zuiveren van de progressieve faculteiten van de Romeinse universiteiten. In plaats daarvan was zijn strategie nieuwere en dynamisch orthodoxe stichtingen te stimuleren zoals de Pauselijke Universiteit van het Heilig Kruis (nu onbetwist de intellectueel meest interessante van de Romeinse scholen) en nieuwe instituten van hoger onderwijs in bestaande universiteiten te stichten.
In beide gevallen was het doel de echte vernieuwing van de katholieke theologie naar de geest van Vaticanum II te bevorderen – en niet in de geest van Immanuel Kant, G.W.F. Hegel, Ludwig Feuerbach en Karl Marx. Met een omkering van de wet van Gresham vertrouwde Johannes Paulus er op dat goede munten – goede theologie – uiteindelijk de slechte morele munten zouden verdrijven, want die slechte moraliteit voerde het leven van mensen te gronde en leidde hen in verwarring en ellende.
Het Instituut voor Huwelijk en Gezin Johannes Paulus II was de hoeksteen van deze aanpak, om namelijk levendige alternatieven voor heldere katholieke wetenschap, die tamelijk bizar geworden was op het moment dat Johannes Paulus II op de troon van Petrus kwam. (In de VS bijv. gaf de prestigieuze Catholic Theological Society of America midden jaren zeventig opdracht tot een studie over menselijke seksualiteit die er zichzelf niet helemaal toe kon brengen bestialiteit als intrinsiek kwaad te veroordelen.) De eerste decennia deed het Instituut Johannes Paulus II precies wat de pauselijke stichter wilde: het hielp een renaissance van de katholieke moraaltheologie te bevorderen; het herontdekte en ontwikkelde de traditie van de deugdenmoraal; met zorg en mededogen onderzocht het de vaak ingewikkelde thema’s van het kuis beleven van de liefde in diverse roepingen, en zij schiepen een kader van moraaltheologen over heel de wereld die wilden dat hun intellectuele arbeid zou helpen de laat-moderne en postmoderne wereld te bekeren in plaats van toe te geven aan de late-moderniteit en de postmoderniteit op het moment dat zij ten onder gingen in decadentie en gebrek aan samenhang.
Zo was het Instituut Johannes Paulus II in Rome, als het centrum van diverse geaffilieerde instituten over heel de wereld, het belangrijkste instrument voor de verdieping de receptie van de encycliek van Johannes Paulus II uit 1993 over de hervorming van het morele leven, Veritatis Splendor. En dat was de aanval die degenen die, tot hun grote verbazing en woede, de Oorlog op de Conciliaire Successie aan het verliezen waren, niet wilden en niet konden tolereren. Daarom moesten, als hun plan weer nieuw leven zou worden ingeblazen, Veritatis Splendor en zijn leer over intrinsiek slechte daden verdwijnen.
Dus wachtten deze koppige en, naar het nu blijkt, gewetenloze mensen, hun tijd af. In de afgelopen jaren hebben zij voortdurend ieder serieus debat over de aard van het morele leven, over de moraliteit van het huwelijksleven, over de sacramentele discipline en over de ethiek van de menselijk liefde, verloren. En de meest intelligente onder hen weten dat of vrezen minstens dat dit het geval is.
Zo hebben ze nu in een bizarre herhaling van de antimodernistsche zuivering van de theologische faculteiten na de encycliek Pascendi van Pius X in 1907, ieder argument opgegeven en hun toevlucht genomen tot getreiter en bruut geweld om nu te winnen wat zij niet door wetenschappelijk debat en overreding hebben gewonnen.
Deze schandalige afrekening is het waarom de belangrijkste faculteit van het Instituut Johannes Paulus II vorige week plotseling werd ontslagen en daarom is er geen enkele garantie dat in de nabije toekomst het instituut dat zijn naam draagt, nog enige gelijkenis zal hebben met wat Johannes Paulus ermee voor had. Kardinaal Angelo Scola, emeritus aartsbisschop van Milaan en voormalig rector van de Pauselijke Lateraanse Universiteit, beschreef wat in Romme de laatste dagen gaande is als het “torpederen” van het Instituut Johannes Paulus door een academische “zuivering”.
150 Studenten van het instituut hebben een brief getekend waarin zij zeggen dat de veranderingen die nu gaande zijn de identiteit en de missie van instituut zullen vernietigen; in de huidige Romeins omstandigheden hebben zij evenveel kans gehoord te worden als maarschalk Mikhail Tukhachevsky had bij de zuiveringsprocessen in Moskou in 1937-1938.
Dat deze Stalinistische acties van intellectueel banditisme tegen de theologische en pastorale erfenis van de heilige paus Johannes Paulus II worden uitgevoerd door aartsbisschop Vincenzo Paglia – die in 2017 de internationale aandacht op zich vestigde omdat hij de opdracht had gegeven voor een homo-erotische fresco in de apsis van de kathedraal van Terni-Narni-Amelia – is uiterst ironisch. Paglia was eenvoudigweg zomaar ambitieuze clericus, toen zijn werk als kerkelijk adviseur bij de Gemeenschap Sant’Egidio de aandacht trok van paus Johannes Paulus II. Er volgden jaren van hielenlikkerij gedurende welke Paglia zou hebben opgeschept over het feit dat hij de mening van de paus had veranderd rond het onderwerp van de vermoorde Salvadoraanse aartsbisschop Oscar Romero door Johannes Paulus te vertellen dat “Romero geen bisschop van de Linksen was, maar een bisschop van de Kerk”. De benoeming van Paglia tot groot kanselier van het Instituut Johannes Paulus II – een functie waarvoor hij geen merkbare kwalificaties had en heeft – was raadselachtig toen die twee jaar geleden gebeurde. Maar nu is ook dit duidelijk geworden: hij handelt precies zoals zij die de synodes van 2014, 2015 en 218 gemanipuleerd hebben, i.e. weer een kliek van ambitieuze (en, eerlijk gezegd, niet erg slimme) clerici die het voortdurend aan argumenten ontbroken heeft maar die dat dan proberen te compenseren met brutaliteit en dreiging.
Ligt er een rode hoed in het verschiet voor aartsbisschop Vincenzo Paglia? Zo ja, dan is dat een beloning voor het in de knie schieten van geleerden met onberispelijke wetenschappelijke papieren en persoonlijke integriteit, innig geliefd bij hun studenten.
Men vraagt zich af of de Grootkanselier-nu-geworden-tot-Lord-Opperbeul van het Instituut Johannes Paulus II ooit A Man for all Seasons gelezen heeft en het vernietigende antwoord van Thomas More op zijn verraad door de inhalige bureaucraat, Richard Rich: “Waarom, Richard, baat het man niets zijn ziel prijs te geven voor de hele wereld … maar wel voor Wales?”
Zo is de Romeinse atmosfeer op het ogenblik: vol zwaveldampen, koortsig, en uiterst gemeen met meer dan een zweem van paniek erom heen. Dat is niet de manier waarop mensen zich gedragen die geloven dat ze de touwtjes vast in handen hebben en zullen houden. Zijn de mensen die nu graag denken dat ze overhand hebben gekregen in de Conciliaire Successieoorlog misschien bang voor de toekomst? Dat kunnen ze ook gerust. Want zoals Johannes Paulus II wist, de waarheid wint altijd, al kan het lang duren, want de dwaling is levenloos en geestdodend.
Write a Reply or Comment