De zegening van homoseksuele paren – een destructieve koerswijziging voor de geloofspraktijk en de pastoraal?
Commentaar van archimandriet dr. Andreas-Abraham Thiermeyer (vertaald van Kath.net)
Deel I: Grondslagen, intentie en eerste spanningsvelden
Inleiding
De verklaring Fiducia supplicans van het Romeinse geloofsdicasterie van 18 december 2023 heeft in zeer korte tijd wereldwijd intense discussies op gang gebracht. Het gaat daarbij niet alleen om de concrete vraag of en hoe homoseksuele of anderszins “onregelmatige” paren gezegend kunnen worden. Er is veeleer sprake van een dieper liggend kerkelijk-theologisch probleem: de spanning tussen onveranderlijke leer en pastorale handelen, tussen sacramentele symboliek en pastorale barmhartigheid – en uiteindelijk tussen kerkelijke identiteit en innerlijke kerkelijke dynamiek.
Dit artikel analyseert Fiducia supplicans vanuit theologisch en kerkelijk-politiek perspectief, onderzoekt de betekenis van de verklaring voor de kerkelijke leer, praktijk en pastorale zorg en vraagt of deze bijdraagt aan de vernieuwing of de uitholling van de geloofwaardigheid van de kerk.
1. DE VERKLARING “FIDUCIA SUPPLICANS” – INHOUD EN AMBITIE
1.1 Herkomst en juridisch karakter
Op 18 december 2023 publiceerde het Dicasterie voor de Geloofsleer onder leiding van kardinaal Víctor Manuel Fernández en met uitdrukkelijke toestemming van paus Franciscus de verklaring Fiducia supplicans. De tekst is bedoeld als officiële verklaring – niet als louter standpunt. Volgens Fernández moet hiermee “een visie worden uiteengezet die leerstellige aspecten op coherente wijze verbindt met pastorale aspecten”.
Deze verbinding is programmatisch: de verklaring pretendeert geen nieuwe leer te formuleren, maar een reeds bestaande leer te verdiepen – zij het onder nieuwe voortekenen. Daardoor krijgt het document geen dogmatische onveranderlijkheid, maar is het wel leerstellig geautoriseerd en moet het worden opgevat als een uitdrukking van de authentieke leer van het huidige pontificaat.
1.2 Doelstelling: uitbreiding van het begrip zegen
De centrale theologische vernieuwing ligt in het onderscheid tussen een sacramentele (liturgische) en een puur pastorale zegen. Fernández spreekt van een “verdere ontwikkeling” van de huidige praktijk: “De betekenis van zegeningen [moet] worden verbreed en verrijkt.”
Deze “pastorale zegeningen” moeten volgens de auteurs buiten het liturgische kader plaatsvinden en geen formele erkenning van de levensvorm betekenen. Het gaat veeleer om spontane gebedsgebaren, vergelijkbaar met de zegening van pelgrims, auto’s of huizen – altijd als een verzoek om Gods bijstand.
Het document benadrukt dat liturgische vieringen die op een huwelijk zouden kunnen lijken, absoluut moeten worden vermeden. De zegeningen mogen niet “in een officiële liturgische en dus algemeen bindende vorm worden gegoten”, maar moeten plaatsvinden in een “geest van spontaniteit” – bijvoorbeeld in het kader van een bedevaart of in de dagelijkse pastorale praktijk.
Dit onderscheid lijkt formeel correct, maar roept zowel in praktisch als theologisch opzicht grote vragen op, zoals hieronder zal blijken.
2. KERKELIJKE LEER EN PASTORALE TRADITIE – BREUK OF CONTINUÏTEIT?
2.1 De bestaande leer
De kerkelijke leer over homoseksualiteit is ondubbelzinnig. De Catechismus (CKK 2357) formuleert onder verwijzing naar de Schrift en de traditie: “Homoseksuele handelingen zijn op zichzelf ongeordend […]. Ze zijn in strijd met de natuurwet.”
Paus Johannes Paulus II benadrukte in zijn encycliek Veritatis Splendor (1993) dat er morele handelingen bestaan „die op zichzelf en in zichzelf, ongeacht de omstandigheden, altijd ernstig verkeerd zijn”.
In deze lijn ligt ook het “Responsum ad dubium” van 2021, waarin de toenmalige Congregatie voor de Geloofsleer uitdrukkelijk vastlegde: “De Kerk heeft geen bevoegdheid om relaties tussen personen van hetzelfde geslacht te zegenen.”
2.2 De tegenstrijdigheid van Fiducia supplicans
Tegenover deze duidelijke lijn probeert Fiducia supplicans een onderscheid te maken tussen de zegen voor personen en de beoordeling van hun relatie: “De zegen geldt voor de mensen, niet voor hun verbintenis.”
Maar dit onderscheid is zeer problematisch, niet in de laatste plaats omdat het in de pastorale praktijk nauwelijks te communiceren is. Kerkjurist Sebastian Cüppers stelt terecht dat niet kan worden verondersteld dat zowel degene die zegent als degene die gezegend wordt “hetzelfde begrip van deze ambtshandeling hebben”.
Deze problematiek wordt bijvoorbeeld duidelijk in het standpunt van de Poolse bisschoppenconferentie, die stelt: “Dit geldt in het bijzonder voor personen in relaties van hetzelfde geslacht. Op de vraag of de kerk bevoegd is om partnerschappen van hetzelfde geslacht te zegenen, is het antwoord: nee.”
Ook de Britse clerusbroederschap verklaart: “Wij zien geen situatie waarin een dergelijke zegening van een paar duidelijk en op passende wijze kan worden onderscheiden van een soort goedkeuring.”
2.3 Symbolische breuk met de traditie
Talrijke stemmen uit de theologie en bisschoppenconferenties zien in Fiducia supplicans een breuk met de huidige leer – althans op symbolisch niveau.
Kardinaal Robert Sarah waarschuwt: “De waarheid is overal dezelfde, in Europa net als in Afrika. […] De kerk ligt op sterven.”
Guido Horst zegt: “Met de zegen wordt een relatie opgewaardeerd die de kerk officieel als zondig beschouwt.”
Nog scherper zijn de bisschoppen van Kameroen, die de praktijk van homoseksuele partnerschappen een “breuk met het erfgoed van de voorvaderen” noemen – en een uiting van cultureel en beschavingsverval.
3. DE PASTORAAL BEDOELING – EN DE ONBEDOELDE (OF BEDOELDE) GEVOLGEN
3.1 De verklaarde intentie: aanmoediging en begeleiding
Kardinaal Fernández benadrukt dat de verklaring niemand wil uitsluiten, maar mensen wil begeleiden op hun weg. Het doel is een pastorale ruimte waarin iedereen – ook in onregelmatige situaties – zich verzekerd kan voelen van Gods liefde: “De zegen is geen oordeel, maar een teken van aanmoediging voor iedereen die zich naar God uitstrekt.”
Paus Franciscus verwijst steeds weer naar het bijbelse beeld van Jezus, die niemand afwijst: “Jezus heeft niemand weggestuurd die hem om zijn zegen vroeg.”
3.2 Realiteit: de pastorale breuk
Maar ook al lijkt de intentie nobel, het effect is ambivalent – of zelfs contraproductief.
Een commentator verwoordt het treffend: “De goede bedoeling heiligt niet de slechte gevolgen.”
In de praktijk zal bijna niemand onderscheid kunnen maken tussen een “zegen voor mensen” en een “zegen voor relaties”. Deze zorg wordt ook geuit door de Keulse kerkrechtdeskundige Cüppers. De Duitse bisschoppenconferentie en het Centraal Comité van Duitse Katholieken (ZdK) gaan zelfs veel verder dan het Romeinse document: zij voorzien uitdrukkelijk in liturgie-achtige zegeningsvieringen – met muziek, symboliek en openbaarheid. Het gevaar van verwarring met het huwelijkssacrament wordt daarmee niet alleen aanvaard, maar bewust gecreëerd.
3.3 Het risico van pastorale willekeur
Het gevolg is een verwatering van het sacramentele onderscheidend vermogen. De zegeningshandeling wordt een ‘pastorale gunst’ – politiseerbaar, mediageniek, verdeeldheid zaaiend binnen de kerk.
Guido Horst waarschuwt: “De zegening wordt een pastorale gebeurtenis die door pressiegroepen politiek wordt geladen.”
Wie in onthouding leeft, wordt al snel als naïef beschouwd. Wie vasthoudt aan de kerkelijke leer, wordt moreel gedelegitimeerd. Pastores die weigeren, staan onder druk.
Uiteindelijk kan worden gezegd:
“De verliezer is de pastorale zorg.”
De kerk loopt het risico haar vermogen tot geestelijk onderscheid te verliezen – en dat uitgerekend in naam van “barmhartigheid”.
Deel II: Kerkelijke verdeeldheid, oecumenische afwijzingen en pastorale gevolgen
4. WERELDWIJDE RECEPTIE – EEN VERDEELDE KERK
De verklaring Fiducia supplicans moest verzoening en inclusie signaleren. In plaats daarvan heeft ze een wereldwijde polarisatie teweeggebracht. De spanningen lopen niet alleen langs theologische overtuigingen, maar ook langs culturele, geografische en kerkelijke grenzen.
4.1 Instemming in liberale regio’s
In delen van West-Europa, met name in Duitsland, Oostenrijk, België en Zwitserland, werd Fiducia supplicans verwelkomd als een signaal van een pastoraal nieuw begin. Hier werd het document in de context van de “Synodale Weg” geplaatst en opgevat als een bevestiging van bestaande hervormingsinspanningen. In Duitse bisdommen ontstonden onmiddellijk na de publicatie materialen en praktijkformats voor de zegening van homoseksuele paren – deels in openlijke afwijking van de Romeinse kaders.
De handleiding “Segen für alle” (2025), uitgegeven door de DBK en de ZdK, gaat duidelijk verder dan de tekst van de Romeinse verklaring. Daarin staat dat de viering de liefde van het paar moet eren en “het geloof in Gods bevestigende aanwezigheid” in hun relatie zichtbaar moet maken. Daarmee wordt het door Rome beoogde onderscheid tussen persoonlijke aanmoediging en relationele erkenning grotendeels opgeheven.
4.2 Afwijzing in de wereldkerk
Daartegenover staat een overweldigende afwijzing door grote delen van de wereldkerk:
• De Afrikaanse bisschoppenconferenties (bijv. Kameroen, Congo, Zambia, Namibië) verklaarden dat Fiducia supplicans in strijd is met de theologische, culturele en antropologische overtuigingen van hun lokale kerken. De Kameroense bisschoppen veroordeelden de verklaring als een “vervalsing van de menselijke antropologie” en als een teken van ‘beschavingsverval’.
• De Poolse bisschoppenconferentie bevestigde dat zegeningen van paren van hetzelfde geslacht “praktisch onmogelijk” zijn zonder verwarring of schandaal te veroorzaken. Alleen in onthouding levende individuen kunnen worden gezegend.
• De Hongaarse en Oekraïense kerk houden vast aan de onverenigbaarheid van dergelijke zegeningen met de kerkelijke huwelijks- en seksuele moraal.
• De bisschoppenconferentie van Haïti verbood de volledige uitvoering van het document en waarschuwde voor misbruik.
Het valt op dat in veel van deze kerken de loyaliteit aan de Romeinse leer traditioneel sterk is – en toch spraken veel bisschoppen hun openlijke verbazing uit over het optreden van het Vaticaan.
5. DE OECUMENISCHE SCHADE – ACHTERUITGANG IN DE DIALOOG
5.1 Orthodoxe, oosterse en met Rome verenigde oosterse kerken: Afstand in plaats van dialoog
De breuk kwam vooral duidelijk tot uiting in de reacties van de orthodoxe en oosterse kerken, die zich duidelijk distantieerden van Fiducia supplicans.
De Koptisch-orthodoxe Kerk (patriarchaat van Alexandrië) heeft na de publicatie alle officiële theologische gesprekken met Rome opgeschort. Reden: de verklaring zou in strijd zijn met de gemeenschappelijke geloofsbasis.
Ook de Russisch-orthodoxe kerk sprak zich scherp uit: het bijbelse-theologische comité van het patriarchaat van Moskou noemde het document een “afstand doen van het morele ideaal van het evangelie” en een “capitulatie voor westerse liberale eisen”. De priesterlijke zegen is volgens de orthodoxie altijd een instemmende handeling, nooit een louter formele smeekbede.
De Oekraïens-Grieks-katholieke kerk, hoewel verenigd met Rome, verklaarde dat het document geen toepassing kan vinden in haar liturgie, aangezien een zegen in de Byzantijnse ritus altijd ook een geestelijke instemming inhoudt.
Deze ontwikkelingen betekenen een aanzienlijke verslechtering van het oecumenische klimaat, dat de afgelopen decennia – met name onder Johannes Paulus II en Benedictus XVI – geleidelijk was verbeterd. Een gemeenschappelijke sacramentele en antropologische basis lijkt weer verder uit het zicht te raken.
5.2 Evangelische en protestantse gemeenschappen
Ook aan evangelische zijde (met name in Afrika, Azië en de VS) wordt het document kritisch beoordeeld. Talrijke protestantse partnergemeenschappen van de katholieke kerk – bijvoorbeeld in de context van de Lutherse Wereldfederatie – betreuren een onduidelijke hermeneutiek, die geen onderscheid meer maakt tussen genade en waarheid.
In plaats van bruggen te bouwen, heeft Fiducia supplicans in veel vrije kerken en protestantse gemeenschappen de indruk bevestigd dat er sprake is van een morele erosie van het katholicisme, wat reeds bestaande oecumenische misverstanden nog versterkt.
6. PASTORAAL IN CRISIS – TUSSEN WILLEKEURIGHEID EN LOYALITEITSDRUK
6.1 Misverstanden en verkeerde perceptie in de media
In de publieke opinie bleef van Fiducia supplicans vaak alleen de indruk achter: “Paus staat zegening van homoseksuele paren toe”. Het theologische onderscheid tussen liturgische en niet-liturgische context werd in de media nauwelijks overgebracht.
Deze indruk wordt ook binnen de kerk versterkt. Voor veel gelovigen – vooral degenen met weinig kerkelijke socialisatie – vervagen de grenzen tussen officieel huwelijk en symbolische zegening. Pastorale theologen zoals Eberhard Schockenhoff hebben al jaren geleden gewaarschuwd voor het gevaar van een “pastorale autonomie zonder dogmatische binding”.
6.2 Druk op pastores en bisschoppen
In veel bisdommen staan priesters onder enorme druk om aan de verwachtingen te voldoen. Wie op grond van de kerkelijke leer een verzoek om zegening weigert, wordt al snel als hardvochtig of achterlijk beschouwd. Tegelijkertijd ontbreken duidelijke richtlijnen uit Rome voor de interpretatie van het document.
Het gevolg: een groeiende pastorale lappendeken, waarin ‘eenheid in verscheidenheid’ eerder onduidelijkheid en verdeeldheid wordt.
CONCLUSIE: DE ZEGEN WORDT EEN TOETSSTEEN VOOR DE KERKELIJKE IDENTITEIT
Fiducia supplicans wilde pastorale ruimtes openen – en heeft daarbij theologische grenzen overschreden. De poging om barmhartigheid te beoefenen zonder normatieve verankering leidt niet tot vernieuwing, maar tot erosie.
De verklaring heeft de kerk niet verzoend, maar verdeeld:
• Theologisch: door een onduidelijke scheiding tussen zegen en instemming.
• Pastoraal: door overbelasting van de pastores.
• Kerkelijk: door het uiteenvallen van de lokale kerken in Romeinse, synodale en culturele modellen.
• Oecumenisch: door enorme irritaties bij de christelijke partnerkerken, met name de orthodoxie.
De zegen is in de Bijbel nooit een louter vriendelijk gebaar, maar een bevestiging van de goddelijke wil. Als de kerk ophoudt onderscheid te maken tussen waarheid en leugen, verliest zij haar stem in de wereld.
De weg naar de toekomst kan alleen leiden via duidelijkheid, trouw aan de leer en pastorale eerlijkheid. Al het andere is – zoals paus Benedictus XVI waarschuwde – het stille gif van het relativisme, dat langzaam de gelovige gestalte van de kerk aantast.
Over de auteur: Archimandriet Dr. Andreas-Abraham Thiermeyer is theoloog met als specialisatie oecumenische theologie, oosterse kerken en oosterse liturgie. Hij studeerde in Eichstätt, Jeruzalem en Rome, was actief in verschillende dialoogcommissies, consulent van de Congregatie voor de Oosterse Kerken in Rome, oprichter en rector van het Collegium Orientale in Eichstätt en publiceert regelmatig over vragen van de oosterse kerkelijke theologie, de liturgie van de oosterse kerken en het vroege kloosterleven.
Write a Reply or Comment