Petrusbroederschap en de oude mis – een succesvol randfenomeen?
Het onderstaand artikel heb ik vertaald uit het Duitse Katholisches.info. Het signaleert wat overal in de Kerk te zien is dat namelijk de conciliaire Kerk, met name in West-Europa in onherroepelijk verval is en dat er tegelijk kleine levendige en jonge traditionele groeperingen met veel jongeren, bekeringen en roepingen zijn ontstaan die hoop bieden voor nieuwe opleving van de Kerk. De conciliaire kerk wil dit fenomeen ontkennen of zelfs zo mogelijk in de kiem smoren. Denk maar aan allerlei acties van de H. Stoel tegen traditionele gemeenschappen (visitatie genoemd) en een anders onbegrijpelijk bijna totale inperking van de oude liturgie. Dit fenomeen komt zelfs niet aan de orde op de zogenaamde synode in Rome waaruit eens te meer blijkt dat dit geen synode maar een naar modernisme neigende actiegroep is. Gelukkig kunnen zelfs de kerkelijke bobo’s de Heilige Geest niet synodaal claimen en zeker niet smoren.
Van een Duitse katholieke vrouw
Gefeliciteerd, Petrusbroederschap.
Zelfs het officiële nieuwsportaal van de katholieke kerk in Duitsland kon het onlangs niet laten om nota te nemen van het succes van de traditiegebonden Petrusbroederschap (FSSP): gestage groei, goed gevulde seminaries, jonge mensen. De statistieken die begin november werden gepubliceerd, getuigen hiervan: de gemiddelde leeftijd van de 583 leden, waarvan 386 priesters, 22 diakens en 179 seminaristen, is 39 jaar. De broederschap van leken-katholieken en priesters die verbonden zijn aan de Broederschap van Sint-Pieter is gegroeid tot 10.515 leden.
“Met haar focus op de Oude Mis slaagt de traditionalistische gemeenschap, opgericht in 1988, erin te doen waar de populaire kerk aan wanhoopt.”
Precies. En omdat wat niet kan zijn, niet kan zijn, verklaart redacteur Gabriele Höfling in haar commentaar dat een dergelijke groei een “absoluut marginaal fenomeen” is. Het kost helemaal niets om felicitaties te formuleren. Hun “hartelijkheid” veroorzaakt echter onbehagen.
Natuurlijk kunnen de cijfers niet worden afgezet tegen het totale aantal katholieken. De liturgische hervormers hebben goed werk verricht. Decennialang werd de traditionele liturgie verzwegen of in diskrediet gebracht als verouderd en statisch. Hoeveel eerstecommunicanten zijn er al niet beroofd van een normale mondcommunie! Hoevelen zijn er bedrogen wat betreft de traditionele liturgie! Het is de missionaire dimensie van de traditionele liturgie die onverdraaglijk is en die uiteindelijk ook paus Franciscus gealarmeerd heeft. Het “marginale fenomeen” moet zo blijven. Terwijl paus Benedictus XVI met Summorum Pontificum de rechten van de traditionele liturgie herstelde, is het motu proprio Traditionis custodes van paus Franciscus bedoeld om er op lange termijn voor te zorgen dat de gelovigen die gehecht zijn aan de traditie gespeend worden van de oude mis. Dit omdat ze niet in staat zijn aansluiting te vinden bij het “andere”, de “moderne” Kerk en haar steeds vager wordend leergezag.
Het is daarom niet verwonderlijk dat de feedback van gemeenschappen die gehecht zijn aan de traditionele Latijnse Mis een ondergeschikte rol speelde op de onlangs afgesloten zogenaamde Bisschoppensynode en niet eens werd genoemd in het slotdocument. Edward Pentin analyseerde deze stilte in het National Catholic Register.
Volgens Joseph Shaw (Latin Mass Society of Great Britain) hadden de bijdragen van de traditionele gemeenschappen vooral te maken met het verlangen naar een meer waardige liturgie, de angst voor verdeeldheid en de uitsluiting en marginalisatie waaraan ze werden blootgesteld. “In zekere zin werden ze geëlimineerd,” legt hij uit aan het National Catholic Register.
De synode had deze bijdragen genegeerd, hoewel de traditionele gemeernschappen bedachtzaam hadden benadrukt dat de traditionele Latijnse Mis “een rijke bron van roepingen, bekeringen en bekering” was en dat de beperking ervan “kwetsend en wreed” was.
Het slotdocument van de synode erkende de roepingencrisis, maar zocht de oplossing niet in de bevordering van de traditionele liturgie. Er is een hardnekkige weigering om gebruik te maken van het katholieke potentieel dat inherent is aan de traditie, die niet alleen groeit in de FSSP, maar ook in andere gemeenschappen over de hele wereld en massa’s jonge mensen aantrekt, wat elk jaar op een overweldigende manier wordt gedemonstreerd bij de pelgrimstocht van de traditie van Parijs naar Chartres, bijvoorbeeld.
Desondanks marginaliseert Gabriele Höfling de gelovigen van de traditie ook als “aanhangers van bepaalde standpunten”, met een bepaalde visie op het “beeld van het gezin of de bescherming van het leven”, met hun “fascinatie voor lang vervlogen tijden” en de “nadruk op strikte traditionalistische waarden”. Katholieke waarden, let wel.
Dit is legitiem, maar “geen model of voorbeeld voor de brede basis”. Het zou “op grote schaal mensen wegjagen, maar geen nieuwe mensen werven”. Er wordt echter geen bewijs geleverd. Ze willen het niet eens leveren. Edward Pentin verwijst naar Jean-Pierre Maugendre, directeur van de Franse lekenvereniging Renaissance Catholique, die in april van dit jaar een internationale campagne startte voor de volledige vrijheid van de traditionele liturgie en zijn verklaring ook naar het secretariaat van de synode stuurde. Hij ontving nooit een ontvangstbevestiging, laat staan een antwoord. In zijn brief had hij de vrije toegang tot de traditionele liturgie volgens de Romeinse Missaal van 1962 beschreven als de ultima ratio in een tijd van verlies van geloof en een afname van roepingen. Deze liturgie speelt een belangrijke rol “door haar transcendentie, haar schoonheid, haar tijdloze karakter en haar trouw aan het leergezag”.
Helaas is het duidelijk dat Rome, dat zo extreem synodaal en luisterend is, opzettelijk mogelijkheden blijft negeren om het religieuze leven nieuw leven in te blazen en roepingen te bevorderen, enom de geloofsoverdracht te versterken. De gelovigen worden verhinderd om “de traditie te beleven ”, zoals Maugendre het formuleert, door de traditionele liturgie geen kans te geven. Of in de woorden van kardinaal Hollerich aan het einde van de synode in het National Catholic Register: “Ik ken mensen die de mis vieren in de oude ritus en ik ben bevriend met hen. Ik kan me voorstellen dat ze zich in een postmoderne wereld daartoe aangetrokken voelen. Ik veroordeel dat niet.” Het katholicisme van de traditie is geen onderwerp van discussie geweest. Ze waren er “niet tegen en niet voor”. In de schaduw van Traditionis Custodes zouden we hier waarschijnlijk nog blij mee moeten zijn.
In dit land moeten we dus blijven vertrouwen op de “brede basis ‘ waarop mevrouw Höfling zich beroept en toekijken hoe ’ontelbare jonge mensen de mis dienen” in “10.000 Duitse parochies”, van wie velen vaak nauwelijks de zondagsmis bijwonen buiten hun dienst. De “brede basis” is hier duidelijk het verkeerde rolmodel. En niet alleen hier. We hebben te maken met zogenaamde katholieke vrouwenverenigingen, die als synodale spookrijders het priesterschap van de vrouw opeisen en in sommige bisdommen al het predikambt uitvoeren en er niet voor terugschrikken om als pseudo-liturgisch geklede “albino’s” de altaarruimte onveilig te maken, en we moeten toezien hoe geïdeologiseerde jongerenverenigingen flitsend rondfladderen.
Inderdaad: “Meer eucharistievieringen in het Latijn en een nadruk op strikte traditionalistische waarden zijn moeilijk voor te stellen.” Priesterroepingen evenmin. En voor de brede basis, “die georiënteerd is op de vernieuwingen van het Tweede Vaticaans Concilie”, is het allang geen zonde meer om hun zondagsverplichting niet na te komen. Katholieke waarden zullen blijven verdampen. De kerkbanken zullen blijven leeglopen.
Het is dus gewoon bizar als het nieuwsportaal dat aan het begin wordt genoemd op 9 november een gedachte-experiment wijdt aan de contrafeitelijke kerkgeschiedenis en de kop plaatst: De kerk als ‘oud omaatje: een wereld zonder het Tweede Vaticaans Concilie’. De jezuïet Andreas Batlogg wordt geciteerd als hij zegt dat mensen toen naar de kerk gingen vanwege het ritueel en niet omdat ze er iets aan ontleenden. Vandaag de dag zou de mis zonder het Concilie een “onbegrijpelijk gemompel zijn, met bellen die tussendoor klinken, wat voor de jongeren van nu op een staatsopera zou lijken ”. De kerk zou een “oud omaatje” zijn dat niet meer op de hoogte is van de wereldgebeurtenissen.
En voor de Mainzer dogmaticus Oliver Wintzek leven traditionalisten in een “schijnwereld (…) om de uitdagingen van een multi-optionele samenleving te negeren”.
Commentaar is hier zeker niet nodig.
Laten we ons in plaats daarvan van harte verheugen over de bloeiende jonge randfiguren die trouw zijn aan de paus, in volledige gemeenschap met de Rooms-Katholieke Kerk en voorbeeldige katholieken zijn. Gefeliciteerd en Gods rijke zegen!
Write a Reply or Comment