Homoseksualiteit: door God gewild of een Darwinistische fout?
Op Kath.net las ik onderstaand stukje dat mij de moeite waard leek aan u door te geven. Het is van de hand van Prof. Dr. Ulrich Kutschera. Hij is evolutiebioloog en fysioloog, werkzaam in Duitsland en de VS, zie www.evolutionsbiologen.de.
Op 13 november 2022 publiceerde “Deutsche Welle” (DW) een uitgebreid interview met de prominente katholieke bisschop, Helmut Dieser, waarbij het hervormingsproject “Synodale Weg” centraal stond.
Onder de kop “Kerk en seks: een bisschop wil hervormingen” werd het gedragsverschijnsel “homoseksualiteit” in dit verband diepgaand behandeld. Na erop gewezen te hebben dat “de Synodale Weg…een gevolg is van de ontmaskering van de misbruikschandalen” (in de Katholieke Kerk), zette bisschop Dieser zijn stelling uiteen dat erotische neigingen en handelingen van hetzelfde geslacht, in de volksmond “homoseksualiteit” genoemd, “door God gewild” zijn.
Verwijzend naar de “wetenschap” beweert de bisschop van Aken dat “homoseksualiteit… geen defect is, geen ziekte, geen uiting van een tekort…. geen afwijking”, maar “een variant van de menselijke seksualiteit”. Hij zou ook zonder problemen een kind van twee lesbische vrouwen dopen, vertelde de kosmopolitische katholiek aan “Deutsche Welle”. Wat leert de moderne evolutie- en ontwikkelingsbiologie daarentegen over het verschijnsel van 2% menselijke “homoseksualiteit”?
Zoals ik uitleg in de 2e editie van het boek “Strafsache Sexualbiologie. Darwinische Wahrheiten zu Ehe und Kindeswohl vor Gericht, Hamburg 2022” (www.evolutionsbiologen.de/media/files/flyer-2_auflage.pdf) en besproken in een interview met Kath.net over het belang van het gezin voor de samenleving (www.kath.net/news/78758), is de uitspraak “homoseksuelen zijn ziek” onjuist en beledigend. We moeten alle weldenkende mensen accepteren zoals ze zijn. Lesbische vrouwen of homoseksuele mannen kozen niet voor hun voorkeur voor hetzelfde geslacht. In de meeste gevallen is er sprake van een ontwikkelingsfysiologische “eigenaardigheid” die afwijkt van de norm, die op niet-veroordelende wijze wordt omschreven als een prenatale “immuniteits- of testosteronafwijking”. De vraag of in sommige gevallen een postnatale “foute ontwikkeling” oorzakelijk bijdraagt tot de neiging tot hetzelfde geslacht is nog steeds onderwerp van discussie in de menselijke biologie.
Ik ben het absoluut niet eens met de politiek correcte maar feitelijk onjuiste stelling dat homoseksualiteit “een variant van de menselijke seksualiteit” is, verwijzend naar Charles Darwin (1809–1882). 150 jaar geleden publiceerde de Britse universele bioloog de 6e en gezaghebbende editie van zijn boek “The Origin of Species,1872”. Op basis van de toenmalige stand van de wetenschap beschreef hij feitelijk correct dat levende wezens de aangeboren neiging hebben om meer nakomelingen na te laten dan de omgeving kan dragen. Met beperkte middelen (voedsel, broedplaatsen, enz.) is er dan logischerwijs een “wedstrijd om het bestaan”, zodat de beter aangepaste varianten binnen de populatie zullen overleven in hun nageslacht, terwijl de minder goed aangepaste varianten uitsterven bij gebrek aan nageslacht.
Aangezien alle tot dusver bestudeerde dier- en plantensoorten (inclusief de mens) georganiseerd zijn in twee geslachten, d.w.z. verdeeld in “vrouwtjes en mannetjes” met respectievelijk ei- en spermaproductiecapaciteit, is de seksuele voortplanting de “motor” van de evolutie: seks, d.w.z. bevruchting via man-vrouwpopulatie, brengt variabele nakomelingen voort, dat is een natuurwet!
Zonder iets ten nadele van een “homoseksuele” man of lesbische vrouw te willen zeggen, spreken biologen al tientallen jaren over een “Darwinistische paradox” met betrekking tot de “homo-erotische aanleg” bij de mens; soms leest men ook het woordpaar “Darwinistische fout”. Waarom dit harde oordeel? Zoals Darwin en vele andere biologen al lang hebben aangetoond, is seksuele voortplanting een energieverslindende aangelegenheid, met als doel het genetisch materiaal van de ouders over te dragen naar de volgende generatie. Homo-erotische handelingen, waarbij van nature een seksueel proces is uitgesloten (geen bevruchting, d.w.z. sperma-ei copulatie), moeten daarom in evolutionair-biologische zin als een “paradox”, zelfs als een “fout” worden aangemerkt.
Het fundamentele probleem hier is dat genderideologen, die achter de stelling “homoseks is ook seks” staan, de termen “seksualiteit” (doel: het voortbrengen van nageslacht) en “erotiek” (liefdevol intermenselijk gedrag) door elkaar halen of aan elkaar gelijkstellen. Dit brengt me terug bij de bisschop van Aken, Helmut Dieser. Deze deskundig argumenterende katholiek heeft helaas zijn “DW stellingen” uitgesproken zonder rekening te houden met de liefhebbende vader van tien kinderen, Charles Darwin. Kortom, een bevolking die 100% homo-erotisch is, zal in één generatie uitsterven, en een kind stamt altijd af van moeder plus vader (geslacht: eicel plus zaadcel zygote baby-kind). Bij een lesbisch paar ontbreekt de vader als natuurlijke tegenhanger van de moeder, die dan wordt vervangen door een vreemde vrouw (lesbische partner, d.w.z. stiefmoeder). Kinderwelzijn? Helemaal niet! Terloops zij opgemerkt dat de overgrote meerderheid van het “kerkelijk misbruik” is gepleegd door mannelijke homo-erotici, ook bekend als “van de knapenliefde” — internationaal “boylover”.
Als atheïst kan ik geen antwoord geven op de vraag of de christelijke Schepper God de “schepping van homo-erotische mensen” heeft gewild. In het kader van de vrijheid van meningsuiting waarop ik volgens de grondwet recht heb, vertegenwoordig ik de evolutionair-biologische opvatting dat homoseksualiteit een “Darwiniaanse paradox” is; of men van een “natuurfout” moet spreken, moet de lezer zelf maar uitmaken.
Write a Reply or Comment