Vervolging of beproeving
Ooit heb ik paus Franciscus een ketter genoemd. Dat is mij door het kerkelijk establishment niet in dank afgenomen. Het heeft mij het lidmaatschap van het kathedraal kapittel gekost en mijn meer dan dertigjarig docentschap aan het diocesaan seminarie. Ik sta echter bij lange na niet alleen in die kritiek op de huidige paus en ik sta ook niet alleen als slachtoffer van klerikaal-repressieve maatregelen.
Is Franciscus dan geen ketter maar een voorvechter van de katholieke orthodoxie? Dat laatste zeker niet. Mensen die de nadruk leggen op de orthodoxie – tot voor kort nog een als lovenswaardig beschouwde eigenschap in de Kerk – worden nu door pontifex weggeschamperd als “rigide” en “met rug naar de toekomst”. Dat is al vanaf het begin van zijn pontificaat zo. U herinnert zich de legitieme vragen van een groepje kardinalen over leerstellige kwesties naar aanleiding van beweringen (of formuleringen) in “Amoris laetitia”. Hoewel het zijn allereerste taak als bisschop van Rome is om hierop ondubbelzinnige antwoorden te geven (een taak die al zijn voorgangers vanaf de vroege Kerk hebben waargenomen), wacht iedereen nog steeds op een antwoord. Dat weigeren van een antwoord in belangrijke dogmatische kwesties is een verzaken van zijn belangrijkste taak, bevordert de ambiguïteit en daarmee ketterse opvattingen onder de gelovigen. Het is niet ver gezocht dan te vermoeden dat de paus zelf er ketterse meningen op na houdt. Immers hij doet er alles aan te voorkomen dat bepaalde meningen als ketters worden gebrandmerkt en hij wijst ook duidelijk ketterse meningen niet af.
Nu weet ik wel dat om, canoniek gezien, als ketter te worden beschouwd (met alle canonieke gevolgen van dien) een bevoegde kerkelijke instantie moet constateren dat de betreffende persoon het misdrijf van ketterij heeft gepleegd. De formele constatering van ketterij is bij een paus een delicate en moeilijke kwestie omdat er in de Kerk niemand boven de paus staat (prima sedes a nemine iudicetur), maar dat neemt niet weg dat materiële ketterij heel wel mogelijk en ook constateerbaar is. Dat gebeurt als de paus ingaat tegen standpunten op het gebied van geloof en zeden die tot het vaste geloof van de Kerk behoren en die door zijn voorgangers altijd als zodanig zijn verkondigd. Deze punten liggen bij Franciscus met name op het gebied van de moraal: het bevestigen van de heterodoxe uitleg van Amoris Laetitia door de Argentijnse bisschoppenconferentie, het opkomen voor het autonome geweten en daarmee het afwijzen van de in zich zondige daad. In interviews met Scalfari heeft hij volgens deze journalist beweerd dat echt slechte mensen niet naar de hel gaan maar gewoon in het niets verdwijnen. Deze bewering is door het Vaticaan niet ontkend wat bij zo’n belangrijk punt toch voor hand had gelegen (qui tacet, consentire videtur). Een duidelijke ketterij is de bewering in het Abu Dahbi document dat God alle godsdiensten gewild heeft. Het excuus naderhand dat dit de “permissieve wil” van God zou zijn, snijdt geen hout; want dan zou dat ook moeten slaan op bijv. de rassen die in hetzelfde rijtje genoemd worden. Dat zou betekenen dat de paus bedoeld zou hebben dat God toelaat dat er verschillende rassen zijn maar dat hij dat niet uitdrukkelijk gewild heeft. Trouwens die uitlating van de paus is geheel in lijn met zijn steeds hernieuwde afwijzing van “proselytisme” waaronder hij ook klassieke missionering lijkt te verstaan.
In ieder geval is de paus niet erg geïnteresseerd in de juiste leer. Zijn voorgangers lieten alle belangrijke toespraken, encyclieken etc screenen door de Congregatie voor de Geloofsleer die moest kijken of er geen onnauwkeurigheden of fouten in voorkwamen. Franciscus doet dat niet en als hij het wel doet, trekt hij er zich niet veel van aan. Zo is bekend dat Amoris Laetitia met een vracht aan aanmerkingen van de Congregatie terugkwam op het pauselijk bureau. Hij heeft er echter niets mee gedaan. De fouten en onnauwkeurigheden zijn er dus bewust in gebleven.
Waar is Franciscus dan wel in geïnteresseerd? Vooral in maatschappelijke vraagstukken. Linkse politici ontmoeten zijn erkenning en waardering ook al zijn ze promotors van abortus, euthanasie en het homohuwelijk. Rechtse politici negeert en schoffeert hij, ook al komen ze op voor gezins- en levensvraagstukken volgens de leer van de Kerk. Hij is voor ongelimiteerde immigratie in Westerse landen ondanks de eventuele desastreuze gevolgen voor die landen. Hij huldigt de binnenwerelds utopische droombeelden van de linkse elite. Hij verklaart zich kritiekloos akkoord met de doelstellingen van het World Economic Forum en de zogenaamde pandemie-maatregelen van de WHO en het hele Vaticaan is verplicht (!) geïnjecteerd met een experimenteel vaccin waarvan de gevolgen op termijn niet bekend zijn. Franciscus heeft de mond vol over het “gemeenschappelijk huis” en “moeder (!) aarde”, eerder heidense en wereldse dan christelijke termen. In toespraken tot wereldse organisaties wordt de persoon van Christus niet of nauwelijks vermeld. De paus lijkt in zijn eigen optiek vooral een hoofd van religieuze ngo die er is om deze wereld meer bewoonbaar te maken. De echte evangelische boodschap verdwijnt naar de achtergrond. Dat verklaart ook de grote bewondering die de vrijmetselarij voor hem uitspreekt. In tegenstelling tot voorgaande pausen en de hele katholieke traditie is Franciscus hun gewaardeerde bondgenoot.
Mensen in de Kerk die dat (neomarxistische) wereldbeeld niet delen, zijn storend. Daarom worden ze gelijkgeschakeld en als dat niet lukt worden ze gemarginaliseerd of verwijderd. De “gelijkschakeling” is sinds het begin van dit pontificaat in volle gang. De meeste bisschoppen weten over welke onderwerpen ze niet moeten praten en welke gewenst zijn. Als je je traditioneel opstelt, loop je het gevaar dat er een apostolische visitatie volgt en dat je naar de “goelag” verbannen wordt. Kritiek leveren op pauselijke documenten, ook al gaan ze in tegen je gemoed en je geweten, is gevaarlijk voor je carrière. Dus liever maar prijzen en applaudiseren. Ik zou de bisschoppen niet graag de kost geven die niets zien in het synodaal proces maar die hun mond niet open doen en pro forma meedoen.
Heel de wereld weet dat er in het Zuid-Franse Fréjus-Toulon een bisschop zit die zeer succesvol is. Hij is lid van de charismatische vernieuwing, de Gemeenschap Emmanuël, maar hij staat open voor alle bewegingen binnen de Kerk die vernieuwend zijn op basis van authentieke catholiciteit. Zo heeft hij ook de traditie in zijn bisdom verwelkomd. Hij heeft een bloeiende priesteropleiding. Al is Fréjus-Toulon een van de kleinste bisdommen van Frankrijk, het heeft na het aartsbisdom Parijs het grootste aantal jonge priesters. Dat is voor normale katholieken geen wonder. Jonge mensen die priester willen worden kiezen voor een echt katholieke bisschop en een echt katholieke opleiding. Men kiest niet voor het celibaat omwille van laudato-si- en fratelli-tutti-idealen. Men kiest eerder voor een hoogstaande, transcendente liturgie dan voor een breken-en-delen-maaltijd. In plaats van dit te erkennen kiezen Franciscus en zijn puppet-bisschoppen voor onderdrukking en vervolging. Daarbij speelt ook nog klerikale jaloezie een grote rol. De aartsbisschop Marseille denkt: wat mij niet lukt (voldoend priesters) mag jou, bisschopje van Fréjus, ook niet lukken. Hij spant samen met de Canadees Ouellet, de prefect van de Romeinse bisschoppencongregatie, die sinds Franciscus de voor de carrière noodzakelijke omslag heeft gemaakt. Er wordt een visitatie georganiseerd en er zijn natuurlijk wat vragen over het toelatingsbeleind en de opleiding. En dan komt er een oekaze uit Santa Marta, dat de priester- en diakenwijdingen voor onbepaalde tijd worden opgeschort. De bisschop wordt “broederlijk” vernederd en daarbij zal het waarschijnlijk niet blijven. Andere voorbeelden zijn hem al voorgegaan. Neem Mgr. Rogelio Ricardo Livieres Plano von Ciudad del Este. Hij had veel roepingen en was orthodox katholiek. Hij werd naar Rome gelokt. Daar werd hij niet door de paus ontvangen maar ondertussen wel thuis afgezet. De bisschop kon tegen zoveel tirannie alleen maar verzuchten: “Paus Franciscus zal zich eens voor deze daad voor God moeten verantwoorden.” En zeer onlangs bisschop Fernández Torres van Puerto Rico. Hij is een intens katholieke en geliefde bisschop. Hij werd door de paus zonder vorm van proces afgezet vanwege ongehoorzaamheid aan de paus en te weinig collegialiteit met zijn medebisschoppen. En wat was zijn vergrijp: hij had tijdens de coronapandemie de kerken in zijn diocees open gehouden in tegenstelling tot zijn medebisschoppen.
En dan spreken we nog niet over de traditionele kloosters die van vervolging te lijden hebben omdat ze “vasthouden aan oude vormen” of “omdat ze te veel bidden”.
Het zijn duistere tijden voor de katholieke Kerk en het einde is nog niet in zicht gezien het kaliber van de kardinaalsbenoemingen van Franciscus.
Maar we blijven hoopvol vanwege de belofte van de Heer zelf: de poorten van de hel zullen haar niet overweldigen.
7 juni 2022
Comments