De pastoor en het synodaal proces
Onlangs las ik in een parochieblad onder het kopje “Woord van de pastoor”” met als ondertitel “Ode aan de vrouw” onder andere het volgende:
Vrouwen zijn tot hetzelfde in staat als mannen en eisen dan ook hun plek op. Vandaag zijn de voorzitters van de Europese Commissie, het Europees Parlement en de Europese Centrale bank vrouwen. Langzaam maar zeker sijpelen ze overal door naar de top.
Overal? Ik hoor u zuchten. Nog amper in de georganiseerde religies. Daar werden de man-vrouwverhoudingen verankerd in geloofsartikelen. Door God zo gewild? Of werd wat door de mens tot stand werd gebracht aan God toegeschreven? Kunnen we echt volhouden dat het God zelf is die wil dat alle kerkelijke leiders – van de parochie tot het Vaticaan – mannen zijn? Kan de Kerk ontsnappen aan één van de grootste omwentelingen in de menselijke geschiedenis? Het is een debat dat velen vermoeid doet zuchten. Het synodale proces dat op dit punt gaande is, geeft ons ruimte om onze stem ook op dit punt te laten horen.
Zegt de pastoor niet wat vlug “Vrouwen zijn tot hetzelfde in staat als mannen”? Natuurlijk is het, als je bij de tijd wilt lijken, “in” om dat te zeggen en iedereen papegaait het na. Maar is het ook zo? Dat mannen en vrouwen gelijkwaardig (van gelijke waarde) zijn, is een evangelische en oerchristelijke opvatting. Maar dat is nog iets anders dat mannen en vrouwen hetzelfde zouden zijn en dus ook tot hetzelfde in staat. Op lichamelijk terrein is dat meer dan duidelijk. Bij sporten waarbij kracht en snelheid een grote rol spelen zijn de mannen sterker en delven de vrouwen het onderspit. Hoezo dus, tot hetzelfde in staat? Ook op geestelijk en psychologisch terrein zijn er aanwijsbare verschillen.
In de Bijbelse (scheppings)visie vullen man en vrouw elkaar aan, zijn elkaar tot hulp en daarin spelen de verschillen een grote rol op basis van een fundamentele gelijkheid van menszijn. De officiële feministische cultuur waarin wij nu leven, ontkent dat. Dat is in onze recente cultuur de eerste ontkenning van de scheppingsorde. Een tweede ontkenning van de scheppingsorde is, dat men beweert dat soms ook man en man of vrouw elkaar kunnen aanvullen en elkaar tot hulp kunnen zijn op dezelfde manier als man en vrouw. De ultieme ontkenning echter van de scheppingsorde moeten we de laatste jaren in onze “cultuur” meemaken, nu men beweert dat het geslacht van de mens een keuze is. Je kiest of je een man of een vrouw bent of iets er tussenin.
Zou over een jaar of wat de ondertitel van het “Woord van de pastoor” in het parochieblad misschien luiden “Ode aan de LHBTIQ+ mensen” met een pleidooi dat ook deze mensen tot het bisschops- en priesterambt moeten worden toegelaten. Immers volgens de pastoor “kan de Kerk niet ontsnappen aan één van de grootste omwentelingen in de menselijke geschiedenis”.
Die kreet “een van de grootste omwentelingen in de menselijke geschiedenis” hebben we in de loop van de geschiedenis wel meer gehoord. Om wat recentere gebeurtenissen te nemen, noem ik het communisme dat sinds 1917 een groot gedeelte van de wereld in zijn greep hield en ook pastoors en geleerde professoren met name in Zuid-Amerika bereikte die het zich in de vorm van de bevrijdingstheologie eigen maakte. Ze vonden dat de Kerk daarin mee moest, als ze tenminste voor een menswaardig bestaan van de armen was. De Kerk deed dat niet en probeerde omwille van het evangelie weerstand te bieden aan “een van de grootste omwentelingen in de menselijke geschiedenis”.
De Kerk volgt niet klakkeloos de cultuur of de tijdgeest. Zij beoordeelt die vanuit het evangelie en haar leer zoals ze die via de apostelen van Jezus heeft ontvangen. Zo behoedt ze de cultuur en de ontwikkeling van de menselijke beschaving voor dwaze eenzijdigheden.
Om dat te kunnen doen heeft de Kerk krachtige leiders nodig, die doordesemd zijn van de geest van het evangelie en de overgeleverde leer; geen leiders die zich in zwakte aanpassen aan voorbijgaande geest van de tijd.
Zo’n krachtige leider was paus Johanes Paulus II die met zijn encyclieken weerstand bood tegen de aanpassing aan de geest van de tijd. Over de positie van de vrouw heeft hij het kerkelijk standpunt verkondigd in “Mulieris Dignitatem” (De waardigheid van de Vrouw). Over het priesterschap voor de vrouw heeft hij nadrukkijk verklaard dat de Kerk niet de bevoegdheid bezit om vrouwen te wijden en dat dit een definitief standpunt is waarop men niet kan terugkomen. Ik zal hier niet ingaan op de valide argumenten die vanuit het geloof hiervoor gegeven kunnen worden.
Natuurlijk zijn er groepen in de Kerk die zo overtuigd zijn van de tijdgeest, dat ze ervoor blijven pleiten vrouwen tot priester te wijden. Zo de Duitse bisschoppen en de Synodale (Dwaal)weg in Duitsland. Op diezelfde dwaalweg wil boven geciteerde pastoor zijn parochianen zetten in het “synodale proces” dat hij blijkbaar ziet als een manier om de Kerk van de orthodoxe weg af te brengen en niet-katholieke dingen te laten omarmen.
Daarvoor was ik al bang toen ik destijds mijn column schreef over het synodaal proces.
Dat dit de Kerk alleen maar kan schaden door onenigheid en verwarring lijkt me duidelijk.
C. Mennen pr
21 maart 2021
Comments