Eens waren we katholiek…..
De beleving van het katholieke geloof verzwakt en neemt af. Heel vaak nemen priesters hierbij het voortouw. Een punt waarbij dit het geval is, is het omgaan met onze doden. De oorzaak hiervan is het in de jaren zestig van de vorige eeuw (Vaticanum II?) ontstane optimisme dat in de Kerk tevoren onbekend was. Sinds die tijd zijn er velen die denken dat onze overledenen linea recta naar de hemel gaan, want God is toch barmhartig en heeft toch begrip voor al onze zwakheden. Die barmhartigheid van God wordt ook door paus Franciscus voortdurend benadrukt.
Bij het omgaan met de doden gaat het in de Kerk traditioneel om twee dingen: het geloof in de verrijzenis en het eeuwig leven, dat de rouw om het afscheid verzacht én het gebed dat God de zonden van de overledenen mag vergeven en deze spoedig mag doen delen in de hemelse vreugde. Dit laatste voerde traditioneel de boventoon bij een uitvaart en de gedachtenis van een overledene. De familieleden, de kerkgemeenschap baden en offerden voor de verlossing van de ziel van de overledene. En het beste gebed en het hoogste offer daarbij was het heilig Misoffer. Dat werd, als het enigszins mogelijk was bij een uitvaart opgedragen. En het was niet ongebruikelijk dat tijdens de uitvaart tegelijkertijd priesters (familieleden of vrienden van de overledene) op de zijaltaren de Mis voor de zielenrust opdroegen. De familie en de buurt lieten missen lezen. Maandelijkse gedachtenissen, vierwekendiensten en jaargetijden voor de overledenen waren heel gewoon. Hier en daar bestonden nog de 30 Gregoriaanse missen: dertig dagen lang een H. Mis voor de overledene. Een gebruik dat teruggaat op paus Gregorius de Grote (590).
Die gebruiken veranderden na het Concilie. In de liturgie werd de nadruk gelegd op het verkondigen van de verrijzenis. De gedachte aan minder prettige zaken als oordeel en straf voor de zonde werd zoveel mogelijk terug gedrongen. Het Dies irae, de sequentie uit de Mis voor de overledenen, en de antifoon Libera me werden als te negatief uit de uitvaartliturgie gebannen en het Alleluia voor het evangelie werd ingevoerd. De gebeden waarin sprake was van een gebed om de vergeving van de zonden werden geminimaliseerd. Het gaat praktisch alleen nog om het opnemen/toelaten in de eeuwige vreugde. De kleur van de paramenten werd paars, het zwart facultatief.
De praktijk ging/gaat, in ieder geval in onze streken, nog een heel stuk verder. De liturgie vulde zich met gedichtjes, toespraken, alternatieve lezingen en soms zelfs met dia’s van het leven van de overledene waarbij de priester soms optrad als een sprekende stalmeester die het circus aan elkaar praatte. Het religieuze element bestond in de voortdurende verzekering dat er geen betere mens had bestaan en dat hij heel zeker in de hemel zou zijn. Met het afnemen van de kerkelijke praktijk en een grotere gevoeligheid bij de priesters voor de heiligheid van de eucharistie groeide de neiging de Mis weg te laten en te kiezen voor alleen een liturgie van het woord. Daar speelde ook vaak het foutieve idee mee dat in een liturgie van het woord meer “creativiteit” in de geest van de nabestaanden mogelijk zou zijn. Daarmee verdween het offer voor de overledene in een (terechte) zorg om het onwaardig ontvangen van de communie uit beeld. Vanuit het postconciliaire “dogma” dat de Mis er voornamelijk is om te kunnen communiceren, kwam men niet eens op de gedachte om de Mis voor de overledene op te dragen en het communie uitreiken voor de onwaardige communicanten dan maar achterwege te laten. Hier is toch authentiek katholiek geloof op de achtergrond geraakt.
De twee dagen waarop de Kerk haar aandacht bijzonder op de doden richt, heeft ook duidelijk onder deze afbraak van katholiek denken geleden. Daarvoor hoef je op internet maar de liturgische agenda’s van een aantal willekeurige parochies te raadplegen.
Allerheiligen is het hoogfeest van onze verbondenheid met de zegevierende Kerk in de hemel, vanouds een verplichte feestdag in de Kerk waarop men aan de eucharistie moet deelnemen. In veel parochies is er niet eens een eucharistie op die dag of alleen maar in de vroege morgenuren zodat mensen die werken niet in staat zijn aan de Mis deel te nemen.
Allerzielen is een dag van gebed en offer voor de zielen die nog in het vagevuur zijn. Op die dag mocht en mag een priester zelfs drie heilige Missen lezen voor de zielenrust van de overledenen. Er is van ouds een speciale aflaat voor de overledenen. In welke parochies wordt er van deze aflaat en de voorwaarden ervoor melding gemaakt. In heel veel parochies zijn er op Allerzielen totaal geen Missen. Die worden vervangen door gebedsdiensten, soms geleid door avondwakegroepen waarin het hoogtepunt is het aansteken van een kaarsje voor de overledenen en het plechtig noemen van hun namen. Dit gebruik bestaat ondertussen ook bij de heidenen die deze gebruiken ondanks het ontbreken van geloof gemakkelijk konden overnemen.
Om terug te komen op de heilige paus Gregorius de Grote. Hij beschrijft in zijn Dialogen het volgende verhaal. In de abdij die Gregorius gesticht had, leefde een monnik, Justus geheten. Hij had de gelofte van armoede afgelegd maar toch stiekem drie goudstukken voor zichzelf verborgen. Toen hij ernstig ziek was, werden die goudstukken door zijn medebroeders gevonden. Gregorius die ondertussen paus geworden kwam dit gebeuren ter ore. Hij gaf de abt opdracht de monnik om zijn schending van de kloostergeloften te straffen. Hij werd ondanks zijn ziekte in volledige afzondering gebracht. Justus kwam tot bekering en stierf. Paus Gregorius komt naar de abdij en zegt tegen de abt, dat hij bezorgd is om de situatie van de overleden monnik Justus die de tijdelijke straffen voor zijn vergrijp nog moet uitboeten in het vagevuur. Hij geeft de abt opdracht gedurende 30 dagen een Mis te laten lezen voor de verlossing van Justus uit het vagevuur. Op de 30ste dag verschijnt Justus in een visioen aan een medebroeder en zegt dat hij nu verlost is en naar de hemel mag gaan.
Dit verhaal uit de 6de eeuw toon ons de ernst van de zonde en de kracht van de Heilige Mis bij de bevrijding van de zielen uit het vagevuur. Dat is het katholieke geloof zoals ik het tot in de jaren zestig heb geleerd en beleefd. Zou het niet tijd worden voor een zeer grondige herbronning?
8 november 2021
PS
De privé Mis voor de priester is in de Kerk opgekomen om zoveel mogelijk Missen voor de overledenen te kunnen lezen. Zou het verbod tot privé missen in de St.-Pieter (dat overigens ingaat tegen het canonieke recht en meer dan duizendjarige praktijk) ook een Romeinse uiting zijn van een veranderde, niet katholieke visie op noden van onze overledenen?
Comments