Vlijmscherpe kritiek van een atheïstische filosoof
Overal in de wereld wordt gereageerd op de de maatregelen van paus Franciscus tegen de “Mis van de eeuwen” . Ik wil enkele artikelen die mij aanspreken in vertaling aanbieden. Hieronder een artikel van Kath.net over de reactie van een atheïstische Franse filosoof die het opneemt voor de oude liturgie.
Maar allereerst een reactie van de jonge priester op mijn artikel van gisteren dat mij en wellicht ook u zal bemoedigen:
Veel dank voor de rake en terechte woorden. Ik denk dat u haarfijn de gedachten vertolkt die nu leven in de hoofden en harten van talloze (veelal jonge) mensen.
Wat ik ook denk is dat Paus Franciscus met zijn bikkelharde ingreep buiten de Waard heeft gerekend, zijnde Jezus Christus zelf. Zijn bedoeling is om de Traditie uit te roeien, maar het onbedoelde effect zal zijn dat de Traditie een ongekende bloei zal door maken nu! De Kerk in verdrukking is de Kerk die tot leven komt. Hoe harder hij genadeloos met zijn Petrus’ staf de Traditie kapot zal proberen te slaan hoe meer de zaden van het geloof zich overal zullen verspreiden.
Kort gezegd: hoe zeer ik de vernietigende intenties van deze beweging ook zie, ze zullen het tegenovergestelde bewerkstelligen en daarom ben ik momenteel vol hoop!
Christus imperat,”
En dan het stuk over de Franse filosoof:
“Ik ben atheïst, zoals u weet, maar het leven van de katholieke kerk interesseert mij omdat het de hartslag van onze joods-christelijke beschaving zeer nadelig beïnvloedt. Want ook al is God geen deel van mijn wereld, mijn wereld is er toch een die door de God van de christenen mogelijk is gemaakt.” Hoewel sommigen in hun dwaasheid denken dat Frankrijk is begonnen met de Verklaring van de Rechten van de Mens en dat Rusland is ontstaan in oktober 1917, “heeft het christendom een beschaving gevormd die de mijne is en die ik meen lief te kunnen hebben en te kunnen verdedigen, zonder schuldgevoelens, zonder mij te hoeven verontschuldigen voor haar fouten, zonder na biecht, berouw en knielen op een verlossing te wachten”. Het is “gek hoe de mensen die het christendom verachten en doen alsof het er niet is geweest, er net zo van doordrongen zijn als een baba [au rhum] van rum!” Dit schrijft de in Frankrijk zeer populaire filosoof en schrijver Michel Onfray in een gastcommentaar over “Traditionis custodes” in het Franse dagblad “Figaro”.
Benedictus XVI was een “filosoof en paus” die was opgeleid “in de Duitse hermeneutiek en fenomenologie. Hij las ook Franse katholieke auteurs in de oorspronkelijke taal. Zijn Jezus van Nazareth (2012) past in de geschiedenis van het Duitse idealisme, met name het Hegelianisme, dat wij ‘van rechts’ noemen om het te onderscheiden van ‘links’, dat leidde tot een jonge Marx.”
Van een dergelijk theologisch niveau is paus Franciscus “ver verwijderd”. Maar hij brengt de “Jezuïtische sluwheid” mee die “hem, die van de Jezuïeten afstamt, ertoe gebracht heeft als pausnaam de naam te kiezen die zo tegengesteld is als maar mogelijk aan de intriges en de lobby’s van de macht” waar de Jezuïeten zo dol op zijn, “dat wil zeggen: [de naam] van Franciscus van Assisi. Jorge Mario Bergoglio, opgeleid als scheikundige, komt uit het Peronisme; Joseph Ratzinger, opgeleid als theoloog, uit het anti-nazisme”.
In de ogen van Onfray was de belangrijkste daad van paus Benedictus XVI diens toespraak in Regensburg. Benedictus hield op 12 september 2006 een toespraak aan de Duitse universiteit waar hij vroeger als hoogleraar had gewerkt. Hier trad hij nu “op als paus”, en hij lichtte zijn oordeel toe over de “volstrekt antithetische verhouding tussen christendom en islam” aan de hand van “teksten, met name rond het verband tussen geloof en rede, maar ook rond het vraagstuk van geweld in het algemeen en de jihad in het bijzonder”. Ik zeg “teksten”, want daar ging het hem hier om; hij gaf in feite zijn persoonlijke interpretatie van een dialoog die in het begin van de 15e eeuw plaatsvond tussen de Byzantijnse keizer Manuel II Palaeologus en een Perzische geleerde. De uitnodiging om over deze vraag na te denken werd destijds beschouwd als een wereldwijde belediging van de Islam…”
Daarentegen was “de grootste daad van paus Franciscus”, aldus Onfray, waarbij hij wel benadrukte “zoals ik al zei, is het altijd een kwestie van mijn eigen oordeel”, “gefotografeerd te willen worden voor een kruisbeeld met Jezus die het oranje reddingsvest van een migrant draagt. Dit is de triomfantelijke icoon van het Tweede Vaticaans Concilie, waarbij alles wat heilig en transcendent is, wordt verworpen ten gunste van een zelfingenomenheid die op aardse wijze wordt verspreid – als een padvinderskoekje”.
Het is volgens deze logica dat “het besluit van paus Franciscus om – om een profane term te gebruiken- het besluit van Benedictus XVI af te schaffen om de Latijnse Mis, de Tridentijnse Mis genoemd, toe te staan aan hen die dat wensen” moet worden begrepen. Benedictus XVI “gaf in Summorum Pontificum de mis van Pius V vrij. In Traditionis custodes, gumt Franciscus deze vrijheid uit. Benedictus XVI wilde een schisma met traditionalisten overwinnen, Franciscus zal dit herstellen, natuurlijk onder het voorwendsel – eens een jezuïet, altijd een jezuïet – dat hij op deze manier wil herenigen wat gescheiden is”.
Met het Tweede Vaticaans Concilie was het aantal roepingen ingestort. “Maar de religieuzen die de Latijnse ritus cultiveren, kennen geen verlies aan belangstelling, in plaats daarvan kunnen ze hun seminaries vullen,” merkt Onfray verder op: “Paus Franciscus heeft liever kerken die ten gevolge van zijn ideeën leeg zijn dan kerken die vol zijn dank zij de ideeën van Benedictus XVI.”
Is tweespalt niet “de functie die aan de duivel wordt toegeschreven”, vraagt de filosoof zich af. “Als ik het katholieke geloof had, zou ik moeten denken aan de brief van Johannes, waarin staat: ‘Elke geest die Jezus niet belijdt, is niet uit God. Dit is de geest van de antichrist, over wie jullie gehoord hebben dat hij komt. Nu is hij al in de wereld’. (1 Johannes 4, 3)”
Het gaat hier volgens Orfray om “de voortzetting van het Tweede Vaticaans Concilie”, wat Onfray gelijkstelt met “de afschaffing van heiligheid en transcendentie”. De laïcisering van de ritus betekent de reductie van een liturgie tot wat [de film] ‘Life Is a Long Quiet River’ krachtig laat zien, met zijn coole priester die gitaar speelt en idioot zingt, ‘Jesus, Jeeeeesus, come back’.”
Immers, “het genie van het christendom – zoals blijkt uit de verschillende concilies over het al dan niet toestaan van de picturale voorstelling van Christus – is een beschaving van de allegorie, van het symbolische, het mogelijk maken van het metaforische. Het joodse genie is te vinden in de hermeneutiek, dat van het christendom in de uitleg van gelijkenissen. De Joden vinden een hermeneutiek uit voor de meest cleveren, de rabbijnen, de lezers van de Kabbala; de christenen creëren een populaire hermeneutiek voor de gelovigen, aan wie wij verhalen vertellen die het Heilige Verhaal uitleggen. Onze beschaving van het beeld, van de verklarende rede, van de filosofie los van de theologie, stamt uit die wereld.”
Daarom is “de Latijnse mis” “een erfenis uit het genealogische tijdperk van onze beschaving”. Het is – historisch en spiritueel – afgeleid van een lange sacrale traditie van rituelen, vieringen, gebeden, alles uitgekristalliseerd in een vorm die een totale voorstelling biedt – een ‘Gesamtkunstwerk’, om een term uit de esthetiek van de Duitse romantiek te gebruiken”.
Voor wie in God gelooft, is de Latijnse mis vergeleken met de mis van ‘Life is a Long Quiet River’, waar paus Franciscus zo van lijkt te houden, wat een Romeinse basiliek in de tijd van de heilige Augustinus is, vergeleken met een multifunctionele zaal in een rij flatgebouwen in Aubervilliers [let wel: een Parijse voorstad die verwoest is door lelijke door de staat gebouwde bouwwerken], waar we tevergeefs zoeken naar het sacrale en het transcendentie. Wat voor spiritualiteit denk je dat we daar kunnen vinden?”
Onfray concludeert: “Laten we het in een raadselwoord gieten: Paus Franciscus doet waarvoor hij daar is, waar hij is…. Laten we er nog een raadselwoord aan toevoegen, ook al is het niet erg raadselachtig: we moeten ons afvragen waarom we in een tijd leven met twee pausen.”
Write a Reply or Comment