Geen samenhang in pastoraal
door Timothy V. Vaverek, priester van het bisdom Austin USA
De Kerk in Amerika bevindt zich midden in een controverse over de zogenaamde “eucharistische samenhang”. Het debat spitst zich toe op de plichten van de gelovigen (vooral politici) bij het ontvangen van de heilige communie en de plichten van de bisschoppen bij het toezicht op dat ontvangen van de communie. Hoewel deze kwestie van vitaal belang is, is zij symptomatisch voor een ernstiger, halve eeuw oude crisis die, zoals vele disfuncties in het gezin, opzettelijk onopgelost blijft: geen samenhang in pastoraal. Als dat probleem niet wordt onderkend, zal de eucharistische samenhang niet meer dan een vrome wens blijven.
Het pastorale leven van de Kerk wordt beknopt beschreven in Handelingen 2,42: “Zij wijdden zich toe aan de leer der apostelen en aan het gemeenschappelijk leven (communio), aan het breken van het brood en aan het gebed”. Het broederlijk delen van deze onderdelen van het Evangelie vormt de “heilige gemeenschap (communio)” die de Kerk is en zonder welke er geen “heilige communie” in de Mis kan zijn.
De Kerkvaders hebben vaak nagedacht over de ingewikkelde aard van de communio sanctorum. In het Latijn betekent sanctorum ofwel “van de heiligen” of “van de heilige dingen”. De gemeenschap van de “heilige dingen” (gemeenschappelijk geloof, leven, sacramenten en eredienst) is dus zowel de basis als de uitdrukking van de gemeenschap van de “heiligen”. Ontvangst van het Lichaam van Christus in de eucharistie is een teken en middel om zijn leven en leer te delen als leden van zijn Lichaam en Bruid, de Kerk, die de gemeenschap der heiligen is.
Het probleem waarmee wij op het gebied van de eucharistische samenhang worden geconfronteerd, is dat de gelovigen gedurende meer dan vijftig jaar openlijk tegenstrijdige voorstellingen van “de leer van de apostelen” hebben ontvangen zonder pastorale correctie door de bisschoppen. Dit geldt voor prediking, geestelijke begeleiding, catechese, katholieke opvoeding, huwelijksvoorbereiding en seminarievorming. Het resultaat is chaos. De seminaristen die vanaf de jaren zestig door dissidente theologen werden opgeleid, zijn nu bisschoppen en leidinggevende priesters. In de tussenliggende decennia hebben zij en hun nakomelingen vaak de seminaries geleid, leiding gegeven aan diocesane pastorale centra, en vaste posities bekleed aan katholieke universiteiten. Onder hun “leiding” zijn we nu in de derde of vierde generatie van katholieken die weinig besef hebben van authentiek christelijk geloof en moraal.
Seminaristen en priesters die zich verzetten tegen de dissidentie leerden al vroeg zich aan te passen aan de situatie en te vermijden dat ze problemen veroorzaken. Tijdens de jaren van Johannes Paulus II en Benedictus XVI was er een “Koude Oorlog” of “Bevroren Conflict” waarin tegenstrijdige versies van het Evangelie naast elkaar bestonden binnen de Kerk.
Het vermogen om die dichotomie te “managen” (d.w.z. “de vrede te bewaren”) werd over het algemeen van cruciaal belang geacht voor kandidaten voor het hogere leiderschap in de Kerk. Deze benadering was al goed ingeburgerd in de kantoren van het Vaticaan, waar la bella figura (de schone schijn ophouden) langer heeft geregeerd dan welke paus ook. Net als bij de misbruikcrisis ging het er in de eerste plaats om openlijke controverse te vermijden.
Gaandeweg slaagden de dissidenten erin een valse, individualistische gewetensleer te promoten, die moraliteit en – in het verlengde daarvan – het ontvangen van de heilige communie tot een zaak van subjectieve mening en onderscheidingsvermogen maakte in plaats van een zaak van gemeenschappelijke vorming en discipline in het leven van Christus. Dientengevolge is het bisschoppelijk toezicht op het christelijk leven in feite verdwenen.
Nu katholieke geestelijken immorele activiteiten moreel verklaren, of tenminste als een kwestie van subjectief geweten, is het geen verrassing dat de gelovigen zich vrij voelen om te handelen in strijd met de menselijke waardigheid en het Evangelie. Dissidente theologen zijn doorgegaan met het propageren van valse leerstellingen. Veel katholieke ziekenhuizen staan anticonceptie of sterilisatie toe. Pater Robert Drinan, S.J., een Congreslid in de jaren ’70, bleef priester ook al steunde hij federale financiering van abortus.
Waarom zouden vandaag de dag zeventigers en tachtigers, zoals president Biden en voorzitter van het Huis Pelosi, denken dat er een onverenigbaarheid bestaat tussen hun stemgedrag en het ontvangen van de heilige communie? Waarom zou een katholiek geloven dat eucharistische coherentie conformiteit met het leven van Christus vereist, in overeenstemming met het evangelie dat op authentieke wijze door de Kerk verkondigd is?
In deze context zullen bisschoppelijke verklaringen over de Eucharistie niet veel harten en geesten veranderen. Misvormde katholieken, met inbegrip van geestelijken, zullen blijven handelen naar het valse gewetensbegrip dat hun is bijgebracht. Deze uitkomst is des te waarschijnlijker omdat de bisschoppen angstvallig zullen vermijden de valse gewetensopvatting te corrigeren, omdat zij anders collega-bisschoppen zouden moeten corrigeren die de afwijkende mening zijn toegedaan.
Het is onrealistisch om van priesters en leken te verwachten dat zij hun overtuigingen of praktijken veranderen als bisschoppen niet opgeroepen worden om te veranderen. Bisschoppen die het evangelie authentiek en effectief willen verkondigen in hun eigen bisdommen of landen, zullen het schandaal dat hun broeders veroorzaken openlijk aan de orde moeten stellen – zoals Paulus deed met betrekking tot Petrus.
De weigering om het probleem bij de wortel aan te pakken is de kern van de crisis. We hebben een gebrek samenhang in de pasoraal omdat onze voorgangers geen gemeenschappelijk, samenhangend begrip van het Evangelie hebben. Het is onmogelijk voor hen om samen situaties te evalueren en tot een gezamenlijke aanpak te komen omdat ze tegenstrijdige richtingen uitgaan. Daarom nemen zij genoegen met documenten die zorgvuldig zijn geschreven om de waarheid van hun soms fundamentele meningsverschillen over geloofs- en zedekwesties niet aan het licht te brengen.
Dit past in een patroon waarin verklaringen van de hiërarchie op alle niveaus steeds meer een “leven en laten leven”-benadering aannemen, waarbij zij ofwel hun aanspraken zorgvuldig beperken tot hun eigen gebied, ofwel openstaan voor meerdere, ja zelfs onverenigbare interpretaties. Het verhullen van de onderliggende incoherentie door in de documenten op manipulatieve wijze een beroep te doen op “geweten” of “diversiteit” is als een gezin dat zich beroept op “medelijden” of “liefde” om “papa’s kleine probleem” van misbruik te verbergen.
Pastorale incoherentie is een existentiële bedreiging, niet voor de katholieke Kerk, die op de een of andere manier en ergens zal overleven tot Jezus wederkomt, maar voor elke katholiek, parochie en bisdom in de wereld. Zoals we herhaaldelijk hebben gezien, zal het zelfs de gewijde zalen van het Vaticaan niet sparen (hoewel de opvolgers van Petrus, waardig en onwaardig, doorgaan).
Als de Kerk in Amerika eucharistische samenhang wil genieten en tot bloei wil komen, moeten wij, onder de authentieke leiding van de bisschoppen, terugkeren naar “de leer van de apostelen en het gemeenschappelijk leven”. De reden is eenvoudig: zonder het apostolisch evangelie hebben wij geen gemeenschap in het leven van Christus en zijn Kerk.
zaterdag 3 juli 2021 verschenen in “The Catholic Thing
Comments