Onredelijke haat
Paus Franciscus heeft achter gesloten deuren de Italiaanse bisschoppenconferentie ontmoet en toegesproken. De toespraak is niet publiek gemaakt, maar de inhoud blijft natuurlijk niet verborgen. Zo is doorgesijpeld dat de paus iets gezegd zou hebben over het motu proprio Summorum Pontificum waarin paus Benedictus XVI heeft verklaard dat er twee vormen van de Latijnse ritus zijn: de forma ordinaria, de postconciliaire ritus, en de forma extraordinaria, de ritus de van de eeuwen vóór Vaticanum II. Bovendien kreeg iedere priester, zonder tussenkomst van een bisschop, de bevoegdheid de oude Mis privaat te celebreren en ook voor de gelovigen als er een voldoende grote groep gelovigen is die dat wil. Ook de andere sacramenten en de uitvaart mogen op wens in de oude ritus worden gevierd.
In Nederland is de vraag naar de forma extraordinaria niet bijzonder groot. Mij is maar één kerk in Nederland bekend waar alleen de oud ritus gevierd wordt en dat is de Agneskerk in Amsterdam. Daarnaast zijn er enkele kerken die bediend worden door priesters van Pius X, een traditionele groepering waarvan de situatie binnen de Kerk nog niet helemaal genormaliseerd is, hoewel paus Franciscus de priesters van Pius X biechtfaculteit gegeven heeft en de bevoegdheid om huwelijksdelegatie te ontvangen. Daarnaast zijn er individuele priesters die incidenteel, door de week of in het weekend, de oude Mis vieren. In de Agnes zijn de vieringen goed bezocht, ook door gezinnen, en komen de gelovigen uit een groot deel van het land. Hun aantal groeit. Elders beperkt het zich tot enkele tientallen.
In Amerika zijn er nogal wat parochies die de oude en de nieuwe Mis in het weekend naast elkaar aanbieden. En dan valt op dat de oude Mis druk bezocht wordt en meer door jongeren en jonge gezinnen.
Dit alles lijkt een duidelijke doorn in het oog van veel bisschoppen te zijn die menen dat pas na het Concilie de Kerk tot echte bloei is gekomen en dat de echte vernieuwing door de postconciliaire liturgie heeft plaats gevonden. Zij blijven dat halsstarrig volhouden, ook al blijft de bloei vooralsnog uit en lijkt de boom eerder te verdorren dan te bloeien; ook al is ondanks alle vernieuwingen de deelname aan de liturgie drastisch afgenomen en ondanks alle zogenaamde “actieve deelname’ het spiritueel besef en het geloof in de eucharistie bij velen, ook veel kerkgangers, verdwenen.
Paus Franciscus zou daarom “een nieuwe interpretatie” van Summorum Pontificum voorbereiden. Die herziening van het motu proprio van Benedictus zat er al een tijdje aan te komen. Zo heeft de pauselijke commissie Ecclesia Dei die gaat over de groeperingen die de oude Mis praktiseren, zijn zelfstandigheid onder Franciscus verloren en ondergebracht bij de Congregatie voor de Geloofsleer. Opvallend was ook de enquête onder de bisschoppen die de Congregatie voor de Geloofsleer in 2020 hield over de situatie rond de oude Mis. De uitslag van die enquête is nooit meegedeeld maar veel mensen waren bezorgd dat hij als voorwendsel moest dienen voor beperkende maatregelen die de paus in zijn hoofd had. Dat Franciscus de traditionele liturgie niet goed gezind is, is duidelijke worden door diverse opmerkingen. Hij vindt het een soort “mode” van mensen die vastzitten aan het verleden. Hij zou dit waarschijnlijk als een tijdelijke mode voor een vergrijzende generatie priesters nog wel kunnen aanvaarden, maar het gegeven dat zich zeer veel jonge mensen en intellectuelen tot de oude ritus aangetrokken voelen, is waarschijnlijk een bedreiging voor hoe hij vindt dat de Heilige Geest zich moet manifesteren. De laatste move van Franciscus is de benoeming van aartsbisschop Arthur Roche tot prefect van de Congregatie voor de Eredienst. De Engelsman Roche is een fervent tegenstander van de traditionele liturgie waarin volgens hem de leken een louter passieve rol hebben in tegenstelling tot de nieuwe liturgie waarin de actieve deelname (actuosa participatio) gewaarborgd zou zijn. Dat is een enorme simplificatie. Ik heb al in de jaren vijftig van de vorige eeuw tot aan het Concilie de oude liturgie met actieve deelname gevierd: in de gedialogeerde missen, in de samenzang van het ordinarium en in de liturgische houdingen. Bovendien betekent “actieve deelname” niet alleen uiterlijke actieve deelname maar vooral ook innerlijke actieve deelname, je echt geestelijk verenigen met het heilig gebeuren. Ik durf te beweren dat die innerlijke actieve deelname onder de oude ritus groter was dan onder de vernieuwde ritus. Dat is waarschijnlijk ook de grote aantrekkingskracht van de oude liturgie op jonge mensen, zelfs kinderen en op bekeerlingen uit de reformatie.
De haat tegen de oude Mis die in bepaalde toonaangevende kerkelijke kringen heerst, is irrationeel, in die zin dat er geen echte theologische argumenten voor zijn. Maar die haat is wel reëel. Dat zien we aan de jonge, vitale religieuze gemeenschappen aan wie de traditionele liturgie dierbaar is. Zij zijn voortdurend voorwerp van verdachtmaking en pauselijke visitaties zonder duidelijke grond.
Merkwaardig is wel dat een paus en bisschoppen die de mond vol hebben over inspraak, basis, synodaliteit, plurifomiteit e.d. de traditionele liturgie, die eeuwen lang de gelovigen gevoed heeft, het liefst zouden uitroeien en een uniforme “laboratorium”(uitdrukking van Ratzinger)liturgie dwingend zouden willen opleggen. Ik vermag dit niet te begrijpen. Is dit boze opzet of grenzeloze domheid?
Het ware beter dat zij de wijze woorden van Gamaliël indachtig waren: “Wat ons geval betreft, zeg ik u: Bemoeit u niet met deze mensen, maar laat ze hun gang gaan. Gaat deze opzet of dit werk van mensen uit, dan zal het op niets uitlopen. Gaat het echter van God uit, dan zult gij hen niet uiteen kunnen slaan; anders zou misschien blijken dat gij tegen God in verzet zijt.” Hand. 5, 38-39.
2 juni 2021
Write a Reply or Comment