Bisschoppen als obstakels voor het heil
In de tijd van de reformatie verzetten zich evenals nu veel bisschoppen tegen (belangrijke onderdelen van) de katholieke leer. Deden ze dat toen vaak om politieke redenen – de vorst sloot zich bij Luther of Calvijn aan -, dan doen ze dat nu vanwege de tijdgeest. Het is immers moeilijker om tegen de stroom op te roeien, dan je met de stroom te laten meevoeren. De laatste vijftig jaar is immers over de hele wereld de homobeweging zeer machtig en invloedrijk geworden. Zij beheersen politiek en media ten gunste van hun opvattingen. Wetten worden aangenomen die de homoseksualiteit zien als iets normaals en iets wat dus iedereen normaal móet vinden. Zo wordt het in tv en film gepresenteerd. In iedere film of serie komt wel een homofiele relatie voor, op school wordt dit aan de kinderen als normaal voorgesteld. En op den duur gaat iedereen mee. Men durft zich niet meer te verzetten vanwege de agressiviteit die dat oplevert. In diverse landen is het trouwens al strafbaar iets ten nadele van homofilie te zeggen en op de social media word je geweigerd. De meeste protestantse kerken gaan langzamerhand mee in die opvattingen. En ook binnen de katholieke Kerk zijn veel bisschoppen die er min of meer openlijk in meegaan. Toch is de katholieke Kerk in haar leergezag de enige die vasthoudt aan de principes die tot 60 jaar geleden voor iedereen als normaal golden. De laatste pausen die met het probleem geconfronteerd werden, hebben onverkort de traditionele katholieke leer verkondigd.
Het laatste document is onlangs uitgekomen via de Congregatie voor de Geloofsleer. Het is een antwoord op de vraag of geestelijken een homoseksueel koppel kunnen zegenen. Het bondige antwoord is: nee. Naast dat korte antwoord is er een uitleggende notitie waarin omstandig wordt uiteengezet waarom een dergelijke zegeging niet kan. Let wel: er staat niet dat een dergelijke zegening niet mag. Nee, een dergelijke zegening is onmogelijk. De Kerk heeft gewoonweg niet de bevoegdheid een dergelijke zegening te verlenen.
De grondovertuiging van de Kerk is, dat homoseksuele daden in zich altijd zondig zijn. De Kerk beroept zich hiervoor op de Bijbel waarin diverse teksten staan die duidelijk aangeven, dat homoseksuele handelingen een gruwel zijn in Gods ogen omdat zij faliekant ingaan tegen zijn scheppingsorde en tegen het huwelijk tussen man en vrouw dat hij vanaf den beginne gewild heeft. Naast de bijbel beroept de Kerk zich traditioneel op de natuurwet dat is de morele orde die wij met ons verstand in de geschapen werkelijkheid kunnen ontdekken.
Daarnaast noemt het stuk de zegening een “sacramentale”. Dat wil zeggen een officiële handeling van de Kerk die lijkt op een sacrament. Het verschil met een sacrament is, dat een sacrament, mits geldig gesteld, altijd de genade geeft die het aanduidt (ex opere operato), terwijl bij een sacramentale het de voorspraak van de Kerk is bij God iets goeds afsmeekt (ex opere operantis Ecclesiae). Volgens het liturgisch recht kan alleen de Kerk een sacramentale instellen, afschaffen of wijzigen. Dus als de Kerk (in dit geval de H. Stoel) een zegen voor homoseksuele paren afwijst, kan geen bisschop of priester een dergelijke zegen invoeren. Zouden ze dit toch doen, dan wordt die zegen niet gedragen door de voorbede van de Kerk, integendeel: doordat die zegen uitdrukkelijk verboden is, zou hij wel eens het tegendeel van een zegen kunnen blijken te zijn.
Voor mensen die zeggen: ja maar het is maar een Romeinse Congregatie die het zegt, moeten we erop wijzen, dat het antwoord en de verklaring nadrukkelijk het zegel van paus Franciscus hebben. De formulering dat de Kerk geen bevoegdheid heeft tot een dergelijke zegen, is eenzelfde formulering als wanneer ze zegt dat ze niet de bevoegdheid heeft vrouwen te wijden. De Kerk beroept zich dus rechtstreeks op de wil van Christus, en dat niet één keer maar nu al herhaalde malen.
Bisschoppen die zich tegen deze geloofspunten herhaaldelijk blijven verzetten, verzetten zich hardnekkig tegen een onveranderlijke katholieke leer en begeven zich op het afglijdende pad van de ketterij, een van de zwaarste canonieke misdaden tegen het geloof waarop in het ernstigste geval excommunicatie staat. Ik noem hier een meerderheid van de Duitse bisschoppen maar ook bisschop Johan Bonny van Antwerpen. Bij deze laatste wil ik even stilstaan.
Deze bisschop voelt “plaatsvervangende schaamte voor zijn Kerk”. Waarom eigenlijk? Omdat de Kerk vasthoudt aan waar zij sinds haar stichting in opdracht van Christus voorstaat? Schaamt Bonny zich voor Christus en de soms harde eisen van zijn evangelie? Buigt hij voor de overheid en de publieke opinie zoals indertijd de eerste christenen die het leven verkozen boven de marteldood en dus maar offerden aan de afgoden; of zoals de grote meerderheid in het derde rijk voor Hitler boog omdat een concentratiekamp niet bepaald aanlokkelijk was. Wil Bonny vooral gevierd zijn en door de mensen geprezen? Ik ben bang van wel want zijn argumenten snijden geen hout.
Hij beroept zich op synodevaders bij de synode over het gezin: hun “pastorale zorg, de wetenschappelijke onderbouw, de theologische nuance en de ethische zorgvuldigheid”. In Amoris Laetitia 251 waarin de paus de conclusie van de synode samenvat wordt ieder verband en verwijzing van homoseksuele relatie met het heterohuwelijk afgewezen, hoewel Bonny die in zijn verklaring afwijst: “Wie heeft er belang bij om te ontkennen dat hier geen gelijkenis of analogie met het heterohuwelijk mogelijk is?, vraagt hij zich af. De paus ontkent dat in Amoris Laetitia en in de recente verklaring, wat sommige synodevaders in de wandelgangen ook voor onzin het oor van Bonny hebben gefluisterd.
Dan de drogreden van de voortgang van de humane wetenschappen: wat is die voortgang? Is die ergens aan te wijzen? Heeft men soms een “homogen” ontdekt dat een objectieve basis zou zijn voor het ontstaan van homoseksualiteit. Of is het gewoon dat de meerderheid ineens iets anders roept dan vijftig jaar geleden omdat dit beter past in de permissieve, libertijnse geest van deze tijd?
Bonny vindt – en dat zal u niet verbazen – “zonde” een van de moeilijkste theologische en morele categorieën om te definiëren. Nou dat valt wel mee.
In nr. 1849 van CKK staat: “De zonde is een vergrijp tegen de rede, de waarheid en het juiste geweten; ze is een tekort aan echte liefde tot God en tot de mensen, omwille van een ontaarde gehechtheid aan bepaalde goederen. Ze kwetst de natuur van de mens en tast de menselijke solidariteit aan. Ze is omschreven als “een woord, een daad of een verlangen in tegenspraak met de eeuwige wet” In die zin zijn homoseksuele handelingen zonde. De Kerk praat zelfs over “publieke zonde”. Dat is iets anders dan de persoonlijke toerekenbaarheid van zonden. Het kan zijn dat mensen persoonlijk niet zwaar schuldig staan, terwijl de daad objectief zwaar zondig is. Dat kan bijv. het geval zijn als bisschoppen zoals Bonny niet de kerkelijke leer voorhouden en de gewetens van mensen helpen misvormen.
De bisschop maakt het helemaal bont en ligt frontaal op ramkoers met de paus als hij zegt: “Bovendien klink het weinig respectvol een mogelijke zegening van homoparen te benaderen vanuit de zogeheten ‘sacramentalia’…… waar ook de zegening van dieren, auto’s en gebouwen voorzien is. Een respectvolle benadering van het homohuwelijk kan alleen plaats vinden in de bredere context van de ‘Orde van dienst van het huwelijk’. Dus Bonny wil toch via de zegen een soort homohuwelijk light in de kerk.
Conclusie:
De Kerk die trouw blijft aan haar opdracht zal nooit toegeven aan wat voor goedkeuring van homorelaties dan ook omdat zij tegen de geschapen natuur van de mens en daarmee tegen Gods bedoelingen ingaan. De Kerk moet mensen begeleiden in een kuis leven, ieder in zijn eigen levensstaat. Zo draagt ze bij aan het eeuwig heil van mensen, niet door het zegenen en goedkeuren van ongeordende driften. Daarbij dienen we steeds te bedenken dat de weg van Christus loopt via het kruis, niet via de gemakkelijke, brede weg.
Bisschoppen zoals Bonny zijn daarbij, zij het voor velen aantrekkelijke, stoorzenders.
C. Mennen pr
21 maart 2021
Comments