Roep om afschaffing celibaat: breuk met de apostolische traditie en teken van decadentie
Met grote interesse heb ik een paar jaar geleden de omvangrijke studie van Stefan Heid gelezen: Zölibat in der frühen Kirche, 3de verbeterde uitgave, Paderborn, 2003. Tevoren dacht ook ik dat het celibaat in de Kerk pas langzaam op bepaalde plaatsen in het eerste millennium gegroeid was totdat het rond het jaar 1000 steeds meer verplicht gesteld werd. Daarmee bezat het celibaat weliswaar een achtenswaardige ouderdom maar had de Kerk het toch een respectabel aantal jaren zonder celibaat weten te stellen. Bovendien is de algemene overtuiging dat de gehuwde clerus in de Oosterse Kerk een overblijfsel is uit de oude Kerk en dat het dus het Westen is dat de zaak onnodig heeft aangescherpt. Het celibaat zou daarmee geen apostolische traditie zijn en een moedige paus zou de Westerse Kerk van die last kunnen bevrijden, als hij dat zou willen. Dat is de algemene opinie. Die “moedige” pausen heeft de Kerk nog niet gehad maar met paus Franciscus weet je maar nooit. Hij heeft zich uitgesproken als voorstander van het celibaat maar tegelijk heeft hij de conservatieven in de Kerk opgeroepen hun starheid te laten varen en open te staan voor nieuwigheden als de afschaffing van het celibaat.
Als je niet alleen het regenwoud van de Amazone als locus theologicus ziet maar toch zeker ook de apostolische traditie van de Kerk, dan krijgen de voorstanders van de afschaffing van het celibaat het nog moeilijk, als ze de resultaten van het boek van Stefan Heid serieus nemen. Immers Heid toont onweerlegbaar aan dat het priesterlijk celibaat van apostolische oorsprong is. Hij doet dat met concilie- en synode-uitspraken vanaf het allereerste begin. Daarbij verwijst hij de Pafnutioslegende naar de prullenbak omdat ondertussen bewezen is dat dit een vervalsing uit de vijfde eeuw. Volgens die legende kwam er een heilig bisschop Pafnutios uit Egypte op het Concilie van Nicea in 325 en deze keerde zich tegen een verplicht celibaat voor de priesters als een verkeerde nieuwigheid. Lang heeft men deze legende beschouwd als een bewijs tegen het celibaat in de eerste vier eeuwen van de Kerk.
Heid toont aan dat vanaf de eerste tijd mannen die priester gewijd werden weliswaar hun huwelijk niet op hoefden te geven maar dat ze voortaan in onthouding moesten leven. Hiervoor haalt hij talloze teksten van plaatselijke concilies aan. Blijkt men niet in die onthouding te leven en worden er kinderen geboren, dan werden ze uit hun ambt gezet. Uit deze discipline ontwikkelt zich langzamerhand het celibaat als ongehuwde levensstaat. Een opgeven van deze apostolische discipline gebeurt in het Oosten op het tweede plaatselijke Concilie van Trullo in 691. Dat heft in het Oosten de plicht tot priesterlijke onthouding op. Dat is een nieuwigheid en een breuk met de eeuwenlange traditie. Dat blijkt ook uit het feit dat het celibaat voor de bisschoppen gehandhaafd blijft.
De Kerk van Rome heeft de tijden door het celibaat voor de priesters verdedigd en gehandhaafd, ook al zijn er tijden geweest waarin het slecht werd onderhouden. Overigens de tijden waarin het celibaat slecht werd onderhouden, waren in de Kerk tijden van algemeen verval. Kwam het kerkelijk leven opnieuw tot bloei, dan was het celibaat weer een vanzelfsprekendheid. Het is geen toeval, dat in onze tijd het celibaat opnieuw onder druk staat. Het immers niet bepaald een bloeitijd voor het geloof. Het zijn de mensen die het geloof grotendeels reduceren tot een sociale en ecologische praktijk, die het celibaat willen opgeven. Het is uiteraard niet duidelijk waarom een soort welzijnswerker, die voornamelijk op het hier en nu is gericht, celibatair zou moeten leven. Het is duidelijk dat in de Amazone de bevrijdingstheologie sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw een ander soort geloof heeft gebracht dat gericht is op sociale structuren, op behoud van (heidense) stamtradities en behoud van het regenwoud en waaruit Christus en zijn evangelie grotendeels is verdwenen.
De oude bisschop Kräutler, de voorman van de Amazonesynode, heeft verklaard dat de Indianen niets begrijpen van het celibaat. Dit is natuurlijk onzin en werd ook meteen door bepaalde Indianen ontkend. Onthullend is dat bisschop Kräutler zegt dat hij nooit over zijn eigen celibaat gesproken heeft en op een vraag waar zijn vrouw was, steeds heeft geantwoord: heel ver weg. Dit betekent dat deze bisschop het normale evangelie nooit heeft verkondigd. Daarin wordt namelijk duidelijk dat Jezus zelf ongehuwd was en dat de boodschap van het evangelie gericht is op het Koninkrijk van God dat weliswaar hier begint maar pas in het toekomstige leven voltooid wordt. Omwille van dat koninkrijk worden mensen geroepen alles in de steek te laten. Kräutler heeft niet durven spreken over “ongehuwd zijn omwille van het Koninkrijk Gods” en over de heiligheid maar ook de betrekkelijkheid van het huwelijk. Dat paste waarschijnlijk niet in het missiologische concept van de bisschop en zijn modernistische visie op Kerk-zijn.
En daar ligt het probleem. Wanneer het echte evangelie in al zijn diepte verkondigd wordt, zijn kloosterleven, celibaat en onontbindbaar huwelijk wel degelijk begrijpelijk. Dat wil nog niet zeggen dat dit dan meteen haalbaar is binnen een bepaalde cultuur. Die cultuur moet eerst gekerstend worden en daar is tijd en groei voor nodig. Die kerstening en die groei zullen als het aan de bevrijdingstheologie (Kräutler, Hummes en consorten) ligt nooit op gang komen en men vraagt nu prematuur om de wijding van viri probati. Hierbij vraag ik mij af in hoeverre die viri echt “probati” (beproefd) zijn als ze gemissioneerd zijn door bevrijdingstheologen die een theologie van het hier en nu preken (veroordeeld door alle voorgaande pausen) in plaats van het echte evangelie.
We moeten hierbij nog opmerken dat heel die bevrijdingstheologische missie door de rijke Duitse Kerk wordt gefinancierd. Die stoken het Amazonevuurtje op in de hoop dat een wig in de celibaatsverplichting “positieve” gevolgen zal hebben voor het gehuwde priesterschap in de Duitse Kerk waar liberale kringen zo naar uitzien. Zo stroomt de Amazone in de Rijn.
Pleiten voor de afschaffing van het celibaat is een breuk met een traditie die vanaf de apostelen in de Kerk levend is en is een bewijs voor de spirituele neergang van de Kerk waarin het hier en nu en de medemenselijkheid meer gewaardeerd wordt dan de gerichtheid op God en op het eeuwig leven.
Write a Reply or Comment