De jonge priester en zijn kruis
C. Mennen pr
In de meeste parochies zijn de gelovigen oudere mensen en het spraakmakende deel ervan is “liberaal-katholiek”. Het zijn de katholieken die gevormd zijn door de beruchte “geest van het concilie”. Zij hebben in jaren niet gebiecht en hebben daar ook geen enkele behoefte aan. “Want wat doe ik nou voor kwaad?” zeggen ze. Ze gaan regelmatig naar de kerk en dat betekent: iedere zondag als het tenminste uitkomt en er niets belangrijkers is. Het dagelijks gebed is er door de jaren heen steeds meer bij ingeschoten. “Het is ook beter een paar welgemeende woorden tot God te richten dan een rozenhoedje af te raffelen, nietwaar?” De zondagse liturgie beleven ze vooral als een samenzijn met elkaar en de aanwezigheid van Christus in de eucharistie: “dat is toch vooral symbolisch bedoeld”. Ze hebben tamelijk veel begrip voor de veranderingen die zich in de maatschappij hebben voltrokken: “als een huwelijk niet meer marcheert, kun je er beter een eind aan maken; je hebt toch recht op een beetje geluk”; als priesters het niet zo nauw nemen met het celibaat, dan begrijpen ze dat: “want het zijn toch ook mensen die hun behoeften hebben”. “Trouwens , ze kunnen het celibaat maar het beste afschaffen”. Van homoseksueel gedrag moet je vooral geen probleem maken. Als ze het over de jeugd hebben, dan vinden ze het wel jammer dat die niet meer in de kerk komen: “maar de Kerk moet het voor jeugd ook interessanter maken, vlottere muziek en eigentijdse preken”. In veel parochies zijn dit de toonaangevende mensen. Ze hebben weinig spirituele bagage en vragen daar ook niet om.
Als een jonge priester in een dergelijke doorsnee-parochie komt, dan voelt hij zich vaak als een vreemde eend in de bijt. Wie in deze tijd priester wordt, is namelijk geraakt door de kern van het geloof, houdt van de liturgie en van het gebed, onderhoudt een persoonlijke band met Christus en heeft een devotie tot Maria en sommige andere heiligen. Hij heeft minder met de oecumene omdat de mensen “die van de oecumene zijn” meestal verschillen willen verdoezelen of zelfs die verschillen niet echt zien en daarom grenzen opzoeken die de jonge priester absoluut niet wil overschrijden. Hij heeft niet veel op met een Carnavalsmis omdat die vaak weinig met het geloof en de geloofsbeleving te maken heeft. Bij iedere uitvaart is er min of meer getouwtrek waarbij de jonge priester de eredienst wil laten prevaleren en de familie voornamelijk in “herinnering aan ons moeder en in haar muziek” geïnteresseerd is. De liberale bejaarde doorsnee katholiek heeft niet veel op met de jonge – volgens hen – wereldvreemde jonge priester.

Deze situatie is erger als de directe voorganger van de jonge priester van hetzelfde liberale soort was als de bejaarde doorsnee katholiek. De jonge priester zal dan noodzakelijke aanpassingen in de parochie moet aanbrengen om de zaak weer echt katholiek te maken. En hoe voorzichtig hij dat ook doet, het zal hem niet in dank worden afgenomen. Hij zal bloot staan aan voortdurende aanvallen vanuit het liberaal-katholieke kamp, die daarbij vaak de gretige krant inschakelen en de bisschop die vooral met iedere onenigheid verveeld is.
Nog erger wordt het als de jonge priester deel uitmaakt van een grote team dat ook voornamelijk de liberale beginselen aanhangt. Zij zullen in de teamvergaderingen schermen met woorden als “pastoraal” en “dicht bij de mensen” waar zij in uitblinken en de jonge priester volgens hen in tekort schiet.
Zo wordt het leven van de jonge priester een kruisweg, die de eerste jaren van zijn priesterleven behoorlijk kan vergallen. Iedereen probeert hem te verleiden dat kruis van zich af te gooien en een compromis te sluiten met de liberale beginselen. Ook de bisschop die niet houdt van tegenstellingen, zal niet duidelijk partij kiezen en zal zeker niet als Simon van Cyrene het kruis overnemen.
Wie kan er nog priester zijn in een dergelijke situatie? We zien steeds meer priesters vertrekken naar duidelijker en veiliger omgevingen. Dat zal waarschijnlijk nog meer gebeuren met als gevolg dat de kerk of wat er van over is steeds meer geleid zal worden door “liberale leken” tot aan de volledige collaps. Want het seminarie is leeg. Wie zal een jonge man nog aanraden op deze manier in dit bisdom te werken. Als je priester wilt worden, zoek dan een gezonde katholieke religieuze gemeenschap in het buitenland om van daaruit Nederland te bekeren, tenminste als je binnen mag komen.
Comments