Blije katholieken maken van de paus niet meer dan hij is
Peter Kwasniewski op OnePeterFive
13 februari 2019
Een één jaar oud blog, bekend als “Where Peter is” (waar Petrus is) – een soort omgekeerde versie van OnePeterFive – presenteert teksten van vurige verdedigers van paus Franciscus. Het blog erkent dat het katholicisme per definitie een godsdienst van de Traditie is maar het gaat niet in op de gekkigheid van een duidelijke tegenspraak tussen vroegere uitspraken van het leergezag en de “creativiteit” van Franciscus. En dat doen ze door te zeggen dat Traditie gelijk staat met “wat de paus zegt”. Daarom moeten katholieken instemmen met Amoris Laetitia, de afschaffing van de doodstraf, menselijke broederschap onder een veelheid van door God gewilde religies en elk ander soort nieuwigheid dat door de paus wordt “voorgesteld”.
De kern van het argument is de bewering dat de paus en de bisschoppen “de uitleggers van de traditie” zijn, zo dat wij zelfs niet eens kunnen weten wat katholieke leer is tenzij het ons is verteld door de paus en de bisschoppen. Zij heeft geen bestaan in zichzelf, los van de erkenning ervan en de uitleg ervan door de paus en de bisschoppen. En als zij zeggen dat iets katholieke leer is, of op een of andere manier “onderdeel is van de traditie” – zelfs al klinkt het heel anders dan wat andere pausen en bisschoppen plachten te leren of zelfs als het tevoren nooit door iemand is gezegd, dan is dat oke omdat immers traditie is wat de huidige paus en bisschoppen zeggen dat het is of niet is. In dit perspectief kan niemand ooit een wettig meningsverschil met een paus hebben omdat zo iemand zijn eigen “privé uitleg” zou inbrengen tegen de uitlegger die door God is aangesteld. Dit soort ultramontanisme verheft alle pauselijke verklaringen en beleidsmaatregelen tot gezaghebbende dictaten die vanuit het geloof moeten worden aangenomen als Gods wil voor ons hier en nu en daarom nooit mogen worden bekritiseerd.
De fundamentele moeilijkheid met de benadering is dat het gehakt maakt van welke aanspraak ook op samenhang en bestendigheid in leer van de kant van de katholieke Kerk. Als je unanimiteit hebt van de tijd van het Oude en het Nieuwe Testament tot gisteren omtrent de wettigheid van de doodstraf, en paus Franciscus dan plotseling kan verklaren dat die doodstraf in strijd is met het evangelie en de menselijke waardigheid (zoals hij heel duidelijk doet in zijn toespraak van 11 oktober 2017), waar zijn we dan? Wat betekent dat voor ons? Deze manier van argumenteren ontdoet het katholicisme van iedere objectieve inhoud en maakt de paus tot heer en meester in plaats van tot dienaar van de traditie. Er is iets fout als een paus op een goeie dag een verklaring kan afleggen die een hele bibliotheek vol tevoren goedgekeurde catechetische, apologetische, theologische en spirituele geschriften onjuist en onbruikbaar maakt.
Zie hoe verschillend het verstaan van paus Benedictus XVI is. Hij zei in een homilie in 2005:
De volmacht die Christus gaf aan Petrus en zijn opvolgers is in absolute zin een opdracht tot dienen. De volmacht tot onderwijzen in de Kerk houdt een verplichting in tot de dienst van gehoorzaamheid aan het Geloof. De paus is geen absolute monarch wiens gedachten en verlangens wet zijn. Integendeel: het dienstwerk van de paus is een garantie van gehoorzaamheid aan Christus en aan diens Woord. Hij mag niet zijn eigen ideeën verkondigen, doch hij moet veeleer zichzelf en de Kerk voortdurend binden aan de gehoorzaamheid aan Gods Woord ten overstaan van iedere poging het aan te passen of het doen verwateren, en tegenover iedere vorm van opportunisme…. De paus weet dat hij bij deze belangrijke beslissingen gebonden is aan de grote geloofsgemeenschap van alle tijden, aan de bindende interpretaties die zich tijdens de pelgrimstocht van de Kerk hebben ontwikkeld. Dus, zijn volmacht staat niet boven het Woord van God maar staat er in dienst van. Het is zijn plicht ervoor te zorgen dat dit Woord aanwezig blijft in al zijn grootheid en blijft weerklinken in alle zuiverheid zodat het niet in stukken gescheurd wordt door voortdurende veranderingen in toepassing.
Dit is de rol van het pausschap zoals iedereen dat altijd heeft geloofd. Van de paus werd verwacht dat hij zijn leergezag uitoefende in overeenstemming met een Traditie die al bestond als een door God gegeven maatstaf voor alle gelovigen. Deze visie is de basis waarop het Derde Concilie van Constantinopel zichzelf competent achtte om een glasheldere veroordeling en een anathema uit te vaardigen tegen de overleden paus Honorius, een oordeel dat door paus Leo II werd bevestigd en op zijn eigen manier werd herhaald. Het verklaart ook de schaduw die in het Westen ligt over de naam van paus Liberius als een weifelaar die de vijanden van het geloof aanmoedigde.
De oorspronkelijke ultramontanisten van de 19de eeuw kan men hun enthousiasme vergeven. De pausen van de Contrareformatie en de periode na de Franse Revolutie waren in het algemeen zozeer toegewijd aan het traditionele dogma als men zich maar kan voorstellen; de pausen van Gregorius XVI tot met name Pius XI waren antimodernisten tot op het bot. Zij waren de helden die vochten tegen het wegglijden in een totaal secularisme.
Wij zijn, jammer genoeg, in een heel andere situatie. Iemand die vandaag de dag Pascendi Dominici Gregis van de H. Pius X leest, ziet heel duidelijk de meningen die Pius veroordeelt, terug in de woorden van paus Franciscus en zijn aanhangers. Let erop hoe zorgvuldig Benedictus XVI, in het aangehaalde stuk hierboven, ieder woord kiest. Hij zegt: “De volmacht tot onderwijzen in de Kerk houdt een verplichting in tot de dienst van gehoorzaamheid aan het Geloof.” Met andere woorden: het is niet automatisch zoals de reflexbeweging van een kniel waarop de dokter met een rubber hamer slaat. Iedere bisschop, ook de bisschop van Rome moet zich vrijwillig met geest en hart onderwerpen aan het Geloof, en hij kan dat nalaten in het uitgebreide gebied van verklaringen, beslissingen en handelingen die buiten de grenzen vallen van de pauselijke onfeilbaarheid zoals gedefinieerd door Vaticanum I. Als het verzuim van de paus om zich te onderwerpen aan de Gewijde Traditie en om die krachtig te verdedigen genoegzaam bekend is, is het op zijn plaats hem schuldig te verklaren en te veroordelen.
Paus Benedictus gaat verder: “Hij mag niet zijn eigen ideeën verkondigen, doch hij moet veeleer zichzelf en de Kerk voortdurend binden aan de gehoorzaamheid aan Gods Woord ten overstaan van iedere poging het aan te passen of het doen verwateren, en tegenover iedere vorm van opportunisme….”. In dit “moeten” zit een “behoren”: hij behoort niet zijn eigen ideeën te verkondigen maar zichzelf en de Kerk binden aan wat waar is, zonder te letten op de druk van progressieve elites met hun humanistische oppositie tegen de doodstraf en hun utilitaristische visie op de duurzaamheid van het huwelijk en hun perverse toepassing van de “seksuele opvoeding”. Wat betreft “het niet in stukken gescheurd worden van het Woord van God door voortdurende veranderingen in toepassing” lijkt de huidige paus de notitie nooit ontvangen te hebben. Op bijna alle terreinen van het kerkelijke leven heeft hij geprobeerd te veranderen wat zijn voorgangers – inclusief de pausen onmiddellijk vóór hem – hadden vastgesteld. Humanae Vitae? Moedig voor zijn tijd, maar wij zijn nu verder. Veritatis Splendor? Oh, scholastieke moraaltheologie die niet langer beantwoord aan de noden van vandaag. Familiaris Consortio? Niet belangrijk….
In de vierde eeuw, tijdens de Ariaanse crisis die door de Kerk waarde, hielden de meeste bisschoppen op de katholieke Traditie te verdedigen. Zonder er doekjes om te winden: zij waren ketters, grensgevallen of overduidelijk. De H. Athanasius van Alexandrië, de H. Hilarius van Poitiers, en nog een paar anderen, die wij nu als belijders van het geloof vereren, zeiden dat hun broeders bisschoppen – honderden – afvalligen waren. Betekende dat al deze bisschoppen ophielden opvolgers van de apostelen te zijn? Nee. Verloren zij hun gezag om te besturen? Nee. Zij bleven waartoe zij geldig gewijd waren. Maar zij leefden niet overeenkomstig de eisen van hun ambt; zij leefden niet volgens het charisma van de waarheid dat aan hen was toevertrouwd.
Als een paus of een bisschop automatisch betrouwbaar is, waar is dan de ruimte voor de vrije wil – de zijne of de onze? Waar is de ruimte voor de samenwerking met of de koppige weerstand tegen Gods genade? De H. Athanasius was trouw aan het ambt dat Christus hem gegeven had maar hij werd meerdere malen door zijn tegenstanders van zijn zetel verjaagd en hij stierf door de mishandeling door de Arianen en semi-Arianen die gesteund werden door “opvolgers van de apostelen”. De leken steunden Athanansius omdat zij in zijn leer de waarheid erkenden van het geloof dat onveranderlijk was verkondigd in Nicea.
Omdat bisschoppen een apostolisch ambt bekleden zijn bisschoppen eer en gehoorzaamheid waard – maar nog steeds moet hij in vrees en beven aan zijn eigen heil werken zoals iedereen. Hij moet het geloof belijden in een vrije wilsact ondersteund door Gods genade. Hij moet zich nog steeds onderwerpen aan dezelfde traditie waaraan iedere andere katholiek vanaf de dag van Pinksteren tot de Tweede Komst zich moet onderwerpen. Zoals in de Schrift staat zullen de machtigen, als zij falen, geweldig worden gekweld (Wijsh. 6, 6). Het is niet voor niets dat Dante pausen en bisschoppen in zijn inferno stopt.
Katholieken die protesteren tegen de nieuwigheden van Franciscus zetten niet hun “privé interpretatie” tegenover “Gods interpretatie”. Wij kijken naar het getuigenis van twintig eeuwen, 21 concilies en 265 pausen die deze ene voorafgaan en we zien de tegenstrijdigheden op een aantal punten, omdat we ons door God gegeven verstand gebruiken dat ons onfeilbaar kan vertellen dat twee en twee vier is en geen vijf kan zijn.
“Waarvoor dient het dan een paus te hebben?” kan iemand in de verleiding komen te vragen. De ergernis komt alleen voor bij hen die een overdreven idee van de rol van de paus hebben. Over het algemeen zijn katholieken de geschiedenis door in staat geweest voorbij te gaan aan wat de paus deed, omdat ze hun geloof al kenden – wat ze moesten geloven, waarvoor ze moesten bidden, wat ze moesten doen en laten. Van zijn kant is Vaticanum I helder over de bijzondere omstandigheden waarin de onfeilbaarheid van de Kerk wordt uitgeoefend door haar hoofd op aarde. De paus wordt geacht er te zijn waar “we niet meer verder kunnen”, als er een discussie is die niet op andere manier kan worden opgelost. Hij hoort te zijn, zoals kardinaal Newman zegt, een remora ofwel een dam tegen leerstellige vernieuwing, geen motor voor leerstellige ontwikkeling, laat staan een kletskous die zijn persoonlijke meningen deelt. Feitelijk is de zwaarte van het pauselijk ambt zodanig en zijn verantwoordelijkheid zo groot, dat een paus zich moet kenmerken door eerder minder te zeggen dan de meeste bisschoppen of priesters, liever dan meer. Hij dient een man te zijn van weinig en ernstige woorden.
Wij zijn verplicht voor onze herders te bidden – en dan met een opgewekt gezicht en een luchtige tred doorgaan met ons dagelijkse leven als katholiek. Het grootste deel van haar geschiedenis was de Kerk bezig met haar zending zonder te wachten op de laatste preek of toespraak (noch minder vliegtuiginterviews) van de paus, of het tellen van de stemmen van de bisschoppen op de laatste synode. Wat wij moeten geloven en moeten doen, ligt er voor ons al een heel lange tijd zonder de mogelijkheid dat het ooit wordt veranderd.
De stad Rome bergt de beenderen van tenminste honderd pausen van wie de meesten door iedereen behalve de historici vergeten zijn. Bezoekers van de St.-Pietersbasiliek lopen langs de ene sarcofaag na de andere als ze naar de confessio lopen om eer te brengen aan de prins van de apostelen. Weldra zal het ellendige pausschap waaronder we nu lijden, verleden tijd zijn, zoals we steeds stap voor stap, dichter komen bij uiteindelijk confrontatie tussen Christus en de Antichrist. Laat de doden de doden begraven; laat de modernisten de modernisten begraven. “En wat jullie betreft”, zegt de Heer tot ieder van ons, “volg Mij”.
Write a Reply or Comment