Openhartige standpunten van paus Franciscus over de seksuele moraal
door Richard Spinello op Crisis Magazine 12 februari 2019
Precies een paar weken voor de top van de katholieke Kerk over crisis van het seksueel misbruik krijgen de gelovigen een inkijkje in de tamelijk onorthodoxe standpunten van paus Franciscus over de seksuele moraal. In een breed uitgemeten interview met de Fransman Dominique Wolton, die paus Franciscus vergezelde naar de Wereldjongerendagen in Panama, stemde de paus in met de stelling van Wolton dat de meest radicale boodschap van het evangelie hebzucht is en “geldgekte”. Deze boodschap wordt echter verduisterd door wat hij ziet als de obsessie van de Kerk met de seksuele zedeloosheid en seksueel afwijkend gedrag. In zijn antwoord op een vraag naar hoe de Kerk haar aandacht weer opnieuw kan focussen op deze boodschap, spreekt de paus in algemeenheden die blijk geven van zijn ware gevoelens betreffende kuisheid samen met het belang dat hij hecht aan het seksueel wangedrag onder de clerus.
Volgens de paus “is er een groot gevaar voor predikanten en dat bestaat in het alleen aan de kaak stellen van de moraliteit van – excuseer me – ‘onder de gordel’. Maar andere zonden zijn ernstiger, zoals haat, afgunst, trots, ijdelheid, iemand doden, van het leven beroven…. Die worden zelden genoemd.” Hij licht verder toe dat “de zonden van het vlees de lichtste zijn, want het vlees is zwak.” Anderzijds zijn de gevaarlijkste zonden “die van de geest…. gebrek aan realisme, trots.” De verklaringen van de paus zijn uitdagend maar ook hoogst bedenkelijk. Allereerst construeert de paus, zoals hij al heel vaak heeft gedaan, een hem passende maar gammele stroman: de katholieke predikant die voortdurend bezig zou zijn met seksuele zonden en die gemakshalve meer serieuze morele overtredingen negeert. Maar het tegengestelde is waar. We horen van de preekstoel nauwelijks ooit preken die gaan over seksueel wangedrag en die seksuele afwijkingen veroordelen. Ten tweede wat belangrijker is, de opmerkingen van de paus minimaliseren ten onrechte de ernst van de seksuele zonde en van het zinnelijk egoïsme. Voor de zekerheid, paus Franciscus suggereert geen leerstellige veranderingen. Hij ontkent niet dat promiscuïteit, pornografie, masturbatie of andere afwijkende handelingen zondig zijn maar hij gelooft dat we er ons niet zo druk over hoeven te maken. De paus vermeldt zijn bewondering voor een kardinaal die hem toevertrouwde dat hij zo gauw iemand zonden “van onder de gordel” ter sprake brengt, hij onmiddellijk zegt: “ik begrijp het, laten we verder gaan.” Hij laat de biechteling of de parochiaan erkennen dat “er andere fouten zijn die veel belangrijker zijn”.
Het is heel waarschijnlijk dat deze nonchalante houding tegenover de zonde van de wellust gedeeld wordt door velen in de hiërarchie nog afgezien van de niet genoemde kardinaal die door de paus zo bewonderd wordt. We vinden deze houding beslist terug in de opmerkingen van kardinaal Schönborn op de laatste Synode van het Gezin: “De Kerk moet niet op de eerste plaats een blik werpen in de slaapkamer, maar in de eetkamer”. Gezien de toon en de inhoud van pauselijke geschriften als Amoris Laetitia, is het geen overdrijving te beweren dat dit lagere profiel voor de seksuele zonden een stilzwijgend thema is van dit pontificaat. Deze minimaliseringsstrategie is een manier om tot op zekere hoogte tegemoet te komen aan de nieuwe morele orde, ingeluid door de seksuele revolutie. Misschien verklaart deze luchthartige benadering waarom zoveel bisschoppen die “geruchten” hadden gehoord over de perverse misdaden van kardinaal McCarrick, deze nooit al te serieus namen totdat onthuld werd dat ook minderjarigen zijn slachtoffers waren. En misschien verklaart het dat er niet meer verontwaardiging is over het seksueel wangedrag van de clerus met jongvolwassenen en seminaristen. Daar is misschien dezelfde logica aan het werk als die paus Franciscus gebruikt: er zijn veel belangrijker zonden dan deze wellustige ontmoetingen en ander betrekkelijk onschuldige zonden die samenhangen met de concupiscentia. Dit verklaart ook, anders dan de paus denkt, waarom we in heel de Kerk zo weinig horen preken over de seksuele moraal en de kuisheid.
Als deze gevaarlijke geesteshouding van minimalisme de bovenhand heeft bij de komende top over seksueel misbruik, dan kan de top mogelijk niet leiden tot een succes op lange termijn. Aan de wortels van het seksueel-misbruikschandaal dat de Kerk schokt, ligt ten grondslag dat men niet voldoende de onderling verbonden deugden van liefde en kuisheid respecteert en onderwijst. Zoals George Weigel heeft gezegd: aan de basis van het antwoord van de katholieke Kerk op deze crisis moet een hervinden liggen van de fundamentele leer over de kuisheid als integriteit van de liefde. Zonder een echte vernieuwing van de universele waarde van de kuisheid kan de Kerk nooit dit massieve probleem op een bevredigende wijze beginnen op te lossen.
De gnostische uitwerking door de paus van een seksuele moraal die een scherp onderscheid maakt tussen zonden van het lichaam en zonden van de geest is niet in staat de verontrustende gevolgen van de seksuele revolutie te begrijpen en de onherstelbare schade die door deze mindere zonden “van onder de gordel” worden veroorzaakt. Seksuele promiscuïteit, die zich in de Wets-Europese cultuur heeft verbreid, heeft geleid tot een slechte behandeling en vernedering van vrouwen en het uiteenvallen van het instituut van het onverbreekbaar huwelijk. Zoals geleerden als Mary Eberstadt hebben aangetoond, hebben de chaotische effecten van onbeperkte seksuele losbandigheid het meest invloed gehad op jonge en kwetsbare mensen. Om zijn visie te onderbouwen dat de seksuele zonde “de lichtste” zijn, lijkt te paus te steunen op de stelling dat “het vlees zwak is”, en deze zwakheid brengt ons tot een verstandelijke morele broosheid. Mensen volgen hun seksuele impulsen en merken dat ze toegeven aan ongeoorloofde en onweerstaanbare verlangens. Maar dit is nauwelijks een rechtvaardiging en kan iemand niet vrijpleiten van volledige verantwoordelijkheid voor zijn of haar handelingen. Johannes Paulus II heeft gezegd: “vrije liefde”, of seksuele promiscuïteit dat vermomd is als liefde misbruikt menselijke zwakheden onder de zegen van de publieke opinie. Door te verwijzen naar de verleidende kracht van het zinnelijk verlangen, wordt een poging gedaan de gewetens te sussen door een “moreel alibi” te creëren (Brief aan de Gezinnen 14). Maar wat gemakkelijk wordt vergeten door paus Franciscus en anderen die intrappen in deze rationalisering, zijn de vreselijke gevolgen van buitenechtelijke seksuele activiteiten. Als deze zonden voorvallen bij getrouwde stellen en tot ontrouw leiden, dan lijdt het gezin onder de pijnlijke effecten van de echtelijke wanorde en de echtscheiding. Hoeveel gezinnen zijn verwoest of beschadigd door hen die hun seksuele vermogens overgeven aan de wet van de emotionele en lichamelijke bevrediging? De drang om je libido te bevredigen kan vele vormen aannemen zoals het verlangen pornografische beelden te bekijken. Maar is deze drang eenmaal bevredigd, dan kan zij gemakkelijk een obsessie werden en iemands volwassen zelfbeheersing ondermijnen. In zijn Belijdenissen beschrijft de heilige Augustinus met gepassioneerde welsprekendheid hoe “wellust waaraan toegegeven werd, een gewoonte werd en een gewoonte waar niet tegen in werd gegaan, werd een noodzaak” (8.5). Men moet zich tegen een enkele wellustige daad die tot zo’n dwangmatig gedrag kan leiden of tot verslaving, verzetten en men mag die niet licht opnemen. Biechtvaders moeten niet “verder gaan” als hun dergelijke mogelijk ontwrichtende zonden worden meegedeeld maar zij moeten er voor zorgen dat de biechteling de zwaarte van de zonde in ziet en de mogelijk consequenties van zijn of haar handelen.
Nog een ernstig gevolg van de seksuele vrijheid is de afhankelijkheid van voorbehoedmiddelen en als de voorbehoedmiddelen falen, is abortus de laatste toevlucht. Seks voor plezier sluit doorgaans het gebruik van voorbehoedmiddelen in, aangezien de geboorte van nieuw leven een duidelijk beletsel is voor het plezier als er geen langdurig engagement of een authentieke persoonlijke verbintenis aanwezig is. Het belemmeren echter van de natuurlijke functie van iemands seksuele vermogens betekent onvermijdelijk dat je niet kiest voor andere basale menselijke goederen zoals overdracht van leven (ofwel procreatie). Het is een illusie te denken opnieuw een cultuur van leven kunnen opbouwen en onderhouden zonder dat we vloek van de seksuele vrijheid overwinnen.
Paus Johannes Paulus II begreep heel goed hoe misplaatst het is de zonden van het vlees te stellen tegenover de zonden van de geest zoals paus Franciscus in dit interview heeft gedaan. Seksuele zonden zijn het resultaat van zinnelijk egoïsme en kortstondige lust die instant bevrediging zoeken. Deze daden lopen uit op de objectivering van de persoon die alleen wordt gebruikt als middel tot plezier. Zij die zonden beneden de gordel als over het algemeen onschadelijk beschouwen, verliezen het depersonaliserend karakter van toevallige seks uit het oog. Een ander gebruiken alleen voor plezier of zelfbevrediging is strijdig met de aangeboren waardigheid van die persoon en leidt onvermijdelijk tot emotionele en geestelijke schade. Een ander gebruiken voor plezier, zelfs als het met instemming is, is precies het tegenovergestelde van liefde die altijd de ander bevestigt voor zijn of haar bestwil.
Bovendien hebben seksuele relaties, die geen teken van of middel tot permanente echtelijke liefde zijn maar simpelweg het streven naar zelfbevrediging, gevolgen voor het streven naar romantische intimiteit en echtelijke gemeenschap. Door aan de begeerte toe te geven gaat de man met de vrouw geen relatie aan als echtgenoot of zelfs niet als persoon, maar puur als een aantrekkelijk lichaam. En als een man kijkt naar het lichaam van een vrouw als ontdaan van haar persoonlijke werkelijkheid, zal ook zij op dezelfde manier over haar lichaam gaan denken. Toch is het lichaam een integraal deel van de persoon en kan daarom niet van de totaliteit van de persoon gescheiden worden zonder dat er ernstige schade wordt veroorzaakt. De heilige Johannes Paulus II zegt: “wellust …. brengt een bijna constitutieve moeilijkheid van identificatie met iemands eigen lichaam mee” (Theologie van het Lichaam, 248). Bijgevolg wordt de gave van iemands lichamelijk zelf aan de ander, het wezen van de huwelijkse gemeenschap, heel moeilijk, omdat de persoon een gedesintegreerd beeld heeft van het zelf dat niet het lichaam omvat. Promiscuïteit schendt daarom het intrinsieke goed van het huwelijk omdat het het vermogen van de persoon aantast tot echtelijke zelfgave.
Tenslotte: de bewering van paus Franciscus dat seksueel afwijkend gedrag niet de meest radicale boodschap van het evangelie is, is tot op zekere hoogte waar. Wij vinden in de evangelies geen uitgebreid materiaal over de huwelijksmoraal. Niettemin zijn de gedeeltes die over de thema’s van huwelijk en de ondeugd van de wellust handelen, erg opvallend, kernachtig en duidelijk. Oprechte hoorders van het Woord kunnen er niet gemakkelijk aan voorbijgaan. Juist zoals Jezus zijn joodse toehoorders choqueerde door de onverbreekbaarheid van het huwelijk te verkondigen (Mc. 10, 1-12), zo moet Hij hun morele gevoeligheid hebben gewekt, toen Hij in de Bergrede de betekenis van overspel opnieuw definieerde : “iedereen die naar een vrouw kijkt om haar te begeren, heeft in zijn hart al overspel met haar gepleegd”(Mt. 5, 28). Volgens paus Johannes Paulus II brengt Jezus’ overtuigende boodschap over dat de “begerige blik”, een puur wellustig verlangen naar de ander, ongeordend is, zelfs als de echtgenoot wellustig kijkt naar zijn vrouw als een voorwerp van plezier. Overspel in het hart reduceert de ander tot een seksueel object en bedreigt zijn of haar waardigheid. Aldus beschouwt Jezus zelf de zonden beneden de gordel niet bepaald lichtvaardig, aangezien Hij niet alleen de echtbreker veroordeelt en seks buiten het huwelijk maar zelfs die wellustige verlangens die iemands verstand en wil aantasten. Zijn radicale waarschuwing in de Bergrede is een oproep de begeerte de baas te worden, en dit beroep komt voort uit “een bevestiging van de persoonlijke waardigheid van het lichaam en de seks”(Theologie van het Lichaam, 309).
De nonchalante opmerkingen in dit interview onthullen een mentaliteit ten aanzien van seksueel afwijkend gedrag dat in strijd is met de katholieke traditie die altijd onderstreept heeft dat de kuisheid van levensbelang is en dat seksueel wangedrag zware zonde is. Dit ontmoedigende gesprek met de heer Wolton weerspiegelt niet de wijsheid of de vastberadenheid die nodig is om het huwelijk te verdedigen dat onder zo’n barbaarse aanvallen lijdt in de ons omgevende cultuur. In mijn boek over de theologie van het huwelijk van paus Johannes Paulus, begin ik met een overweging over de profetische uitspraken van zuster Lucia (een van de drie kinderen die getuige waren van verschijningen in Fatima) zoals ze die gedaan heeft aan wijlen kardinaal Caffara: “De laatste veldslag tussen de Heer en het rijk van Satan, zal gaan over huwelijk en gezin. Wees niet bang want iedereen die werkt voor de heiligheid van huwelijk gezin, zal altijd en in ieder opzicht worden bestreden en tegengewerkt, want dit is het beslissend onderwerp.”
Huwelijk en gezin is het beslissend onderwerp voor de Kerk, maar hoe meer haar leiders de seksuele moraal en de centrale betekenis van de kuisheid marginaliseren, des te groter is het risico dat ze deze veldslag verliezen. Veel kerkelijke leiders zijn er heel tevreden mee Jezus krachtige maar moeilijke leer over de seksualiteit te neutraliseren en zijn totale boodschap te reduceren tot onderwerpen van “sociale rechtvaardigheid”. De kuisheid, – en dat is de gewoonte de ander altijd te zien als een persoon die nooit een gebruiksvoorwerp kan zijn -, bevrijdt de liefde zo dat zij kan uitgroeien tot de blijvende bruidsliefde van het huwelijk. Aannemen dat ongeoorloofde seksuele praktijken weinig van doen hebben met deze epische strijd rond het huwelijk betekent dat je je opsluit in waanvoorstellingen. Als de paus en de rest van de katholieke hiërarchie de kuisheid en de huwelijksmoraal niet serieuzer gaan nemen, zullen deze zogenaamde behoeders van het huwelijk geniepige verwoesters ervan worden.
Write a Reply or Comment