We hebben ongeschoeide jezuïeten nodig
door Shane Ball, 5 februari op OnePeterFive
Een van de schatten van de katholieke Kerk zijn haar kloosterordes met hun verscheidenheid aan regels en charisma’s die er altijd op gericht waren in de tijd van hun stichting bijzondere noden in de Kerk aan te pakken. Aangezien de menselijke natuur nu eenmaal is wat zij is, is het een algemeen verschijnsel dat na verloop van tijd ordes vervallen tot laksheid en de oorspronkelijke vitaliteit van hun stichters verliezen. Het is een zegen voor de Kerk geweest, dat wanneer ordes lauw werden ten aanzien van hun stichtingsopdracht, er hervormingswegingen opkwamen die probeerden het enthousiasme en de levendigheid van het begin te herstellen. Dat was bijvoorbeeld het geval bij de cisterciënzers en de ongeschoeide karmelieten en zij brachten vervolgens enkele van de grootste heiligen van de Kerk voort zoals Bernardus van Clairvaux, Teresia van Avila en Johannes van het Kruis.
Als we de malaise zien waartoe de Sociëteit van Jezus de laatste eeuw, en met name sinds Vaticanum II, is vervallen, dan zijn de jezuïeten rijp voor een hervormingsbeweging. Om te beseffen tot welk een dieptepunt de moderne jezuïeten zijn gezonken, moeten we eerst opnieuw kennis maken met de oorspronkelijke missie van Ignatius van Loyola. Malachi Martin, zelf een voormalig jezuïet, geef ons een mooi overzicht van de visie van de stichter van de sociëteit in zijn boek The Jesuits. Klassiek jezuïtisme, gebaseerd op het geestelijk onderricht van Ignatius, zag de jezuïtische zending heel helder beschreven. Er was een voortdurende staat van oorlog op aarde tussen Christus en Lucifer. Zij die aan de kant van Christus vochten, de echte strijders die gekozen hebben, dienden met toewijding de paus van Rome , stonden volkomen te zijner beschikking, waren ‘mannen van de paus’. Het ‘Koninkrijk’ waar de strijd om ging was de hemel van Gods glorie. De vijand, de aartsvijand, de enige vijand, was Lucifer. De wapens die de jezuïeten gebruikten waren bovennatuurlijk: de sacramenten, prediking, geschriften, lijden. Het doel was geestelijk, bovennatuurlijk en niet van deze wereld. Het was eenvoudigweg het volgende: dat zoveel mogelijk mensen in staat van bovennatuurlijke genade en vriendschap met hun Verlosser zouden sterven zodat zij de eeuwigheid zouden doorbrengen bij God, hun Schepper.
Ongelukkigerwijs is er geen enkele overeenkomst tussen deze beschrijving en de huidige sociëteit van Jezus. In het decennium na het Tweede Vaticaans Concilie hielde de jezuïeten twee generale congregaties die 72 verschillende decreten opleverden die ver uitgingen boven de uitkomsten van het Concilie zelf. Praktisch geen enkel aspect van het leven en de spiritualiteit van de jezuïeten werd niet door deze decreten geraakt en zij laten een systematische poging zien de orde in lijn te brengen met de moderne wereld waarbij men de “geest van Vaticanum II” volgde. Met name het vierde decreet van de Generale Congregatie 32, “Onze zending vandaag”, riep de jezuïeten op de wereld radicaal om te vormen door te strijden tegen onrechtvaardigheid in de maatschappelijke orde en sociopolitieke systemen te herstructureren. De missie van de jezuïeten, zoals daar beschreven, hield op een geestelijk missie te zijn. De strijd was niet langer een metafysische strijd tussen Christus en Lucifer voor de redding van de zielen, maar een totaal wereldlijke strijd tegen onrechtvaardige economische en politieke systemen. De oorlog moest niet gestreden worden met de wapens van Schrift, Traditie en de sacramenten maar door politiek activisme, arbeidsverhoudingen, en de herverdeling van de welvaart.
De vruchten van deze congregaties werden meteen daarna duidelijk. Er kwam een algehele afwijzing van de encycliek Humanae Vitae van Paulus VI na de Generale Congregatie 31 in weerwil van de plechtige gelofte van gehoorzaamheid aan de paus die de jezuïeten afleggen. Als antwoord op de zojuist gedefinieerde missie van de Generale Congregatie 32 werden de jezuïeten in de zeventiger en tachtiger jaren de vaandeldragers van de bevrijdingstheologie en zij schaarden zich achter linkse socialistische en marxistische regimes in de wereld, vooral in Zuid-Amerika. Sommige jezuïeten namen zelfs deel aan gewapende revoluties en bekleedden hoge posities in de door communisten gesteunde Sandinistische regering van Nicaragua, tegen de uitdrukkelijke richtlijnen van Johannes Paulus II in.
Heden ten dage zijn deze afdwalingen van het oorspronkelijk jezuïtisch charisma heel duidelijk in twee meest prominente publieke figuren van de orde: James Martin en paus Franciscus. Parallel aan de afwijzing van Humanae Vitae is Martin de leidende modernistische voorvechter van een verandering van de katholieke leer over de seksualiteit en een onbeschaamde bevorderaar van de “LBGTQ” levensstijl. In overeenstemming met de agenda van de recente generale congregaties probeert hij afwijkend gedrag aanvaardbaar te maken en ervoor te zorgen dat de Kerk aanvaardbaarder wordt voor de moderne wereld. Ondertussen werkt Franciscus binnen het kader van de nieuwe sociale rechtvaardigheidsmissie van de jezuïeten. Hij lijkt vooral gepassioneerd en geïnspireerd als hij kritiek levert op het kapitalisme en de daarmee samenhangende euvels van economische ongelijkheid en klimaatverandering.
De huidige situatie van de Kerk is wellicht even ernstig als ten tijde van de protestantse revolutie en dat kan niet blijven voortbestaan. We mogen hopen dat een terugkeer tot de traditie en de orthodoxie aan de niet zo verre horizon gloort. Maar de jezuïeten, zoals die momenteel zijn, zijn niet in staat opnieuw een hervorming van de katholieke cultuur tot stand te brengen zoals ze dat gedaan hebben in het antwoord van de Kerk op de protestanten. In feite ligt het in de rede te denken dat zij vijandig zullen staan tegenover dergelijk zich afkeren van het modernisme.
Wat broodnodig is, is het jezuïtische equivalent van de H. Teresia van Avila – iemand die een groep loyale broeders bijeenbrengt, toegewijd aan de oorspronkelijke geestdrift van St.-Ignatius om zielen te redden door een energieke verdediging en bevordering van het ware geloof tegen de stromingen van de moderne wereld in. Wie wil een orde van “ongeschoeide” jezuïeten stichten die overal heen gaan en alles doen om het geloof te verkondigen – en zo – door hun geestdrift, een katholieke wereld herstellen waarin het gemakkelijk is om serieus de vierde gelofte af te leggen van absolute gehoorzaamheid aan de paus van Rome?
Als we kijken naar de kloosterordes die vandaag de dag in de Kerk bloeien, dan zijn dat degene die opnieuw hun habijt hebben aangetrokken, die de traditie omarmen en de blijvende leer van de Kerk, die geloven in de werkelijk tegenwoordigheid van de Eucharistie en toegewijd zijn aan de traditionele liturgie. De priesterbroederschap St. Petrus is bijv. bloeiend, terwijl de seminaries en de roepingen van de zogenaamde progressieve bisdommen zich in een vrije val bevinden.
We hebben ongeschoeide jezuïeten nodig De bewijzen tonen aan dat binnen enkele decennia de roepingen voor een hervormde sociëteit van Jezus gemakkelijk die van de huidige noviciaten van de jezuïeten zouden kunnen overvleugelen.
Het is onwaarschijnlijk dat paus Franciscus een hervormingsbeweging binnen zijn eigen orde zou toestaan, maar de tijd komt dat de Kerk zal erkennen dat de enige oplossing voor de ravage die aan de Kerk sinds Vaticanum II is toegebracht, bestaat in een terugkeer naar de orthodoxie en de traditionele liturgie. Als die tijd komt, heeft de Kerk, en met name de regerende paus, behoefte aan stoottroepen aan de frontlijn om de wereld opnieuw te evangeliseren. Zij moeten met het evangelie van Christus doordringen tot iedere hoek van onze technologische, wetenschappelijke en rationalistische wereld. Dat evangelie is steeds weer nieuw en staat altijd op gespannen voet met de eisen van de tijd. Iedereen die ogen heeft om te zien neemt de felle strijd waar die woedt tussen de machten van het goede en de machten van de duisternis. En voor deze strijd heeft St. Ignatius zijn leger geworven. Deze zending is de edele erfenis van de sociëteit van Jezus en het is alleen maar passend dat een hervormde orde met dezelfde naam het instrument is waarmee de glorie van de katholieke Kerk wordt hersteld.
De vraag is alleen: wie neemt de fakkel op?
Vertaling: C. Mennen pr
Write a Reply or Comment