Het is niet genoeg te luisteren naar de jeugd
door William Kilpatrick
William Kilpatrick doceerde jaren aan het Boston College. Hij is auteur van diverse culturele en godsdienstige boeken. Dit artikel over Christus Vivit verscheen op Crisis Magazine.
Hoewel in Christus vivit veel inspirerende en ontroerende dingen staan, worden de goede gedeeltes vaak ondermijnd door het voortdurend blijven hameren op de wijsheid van de jeugd. Aan de ene kant worden jongeren aangemoedigd open te staan voor de wijsheid en de ervaring van oudere mensen in hun families en in de Kerk; aan de andere kant loopt de Kerk gevaar een “museum” te worden als ze niet zorgvuldig naar de jongeren luistert. Daarom, “Laten we de Heer vragen de Kerk te bevrijden van hen die haar laten verouderen, die haar opsluiten in het verleden, haar afremmen of stil doen staan”.
Op sommige plaatsen klinkt het document minder als de stem van de Kerk en meer als de stem van de Woodstockgeneratie – die groep mensen die nu ouder wordt en wegsterft en die met de woorden van Bob Dylan hoopten “[to] stay forever young” (voor altijd jong te blijven). Het is mogelijk dat er veel katholieken zijn die zich van harte aansluiten bij het gebed om “de Kerk te bevrijden van hen die ….. haar opsluiten in het verleden”. Maar wie zijn dan die mensen die opgesloten zitten in het verleden? Daar is verschil van mening over. Paus Franciscus lijkt te denken dat het de bewakers van de traditie, van de leer en de moraal zijn – mensen zoals de kardinalen Burke en Müller. Daartegenover echter zijn anderen van mening dat het paus Franciscus zelf is en zijn ouder wordende kring vertrouwelingen die in het verleden leven. Franciscus en zijn kerkelijke medestanders denken graag van zichzelf dat zij voeling hebben met de moderne wereld. Maar in veel opzichten zijn zij een relict uit het verleden – uit een tijd dat de psychologie van het zelfvertrouwen in de mode was, de jongerencultuur werd verafgood, en massa’s mensen geloofden dat ze leefden op “the dawning af the Age of Aquarius”(de dageraad van het tijdperk van de Waterman). Ongelukkigerwijs hebben een aantal van deze overjarige Watermannen nu alle macht in het Vaticaan in handen en zij lijken vastbesloten ons veel van de mislukte experimenten uit die tijd te laten herhalen.
Christus kan dan wel leven maar sommige leden van de hiërarchie worden nog steeds geleid door de dode hand van een tijdgeest met giftige gevolgen waarvan onze maatschappij zich nog steeds moet herstellen. Een van de lessen uit dat tijdperk – een les die soms in Christus Vivit wordt erkend – is dat jonge mensen heel erg behoefte hebben aan structuur en leiding. Zij hebben behoefte aan intacte gezinnen, deskundige leraren en een gezagvolle Kerk. Als regel hebben zij niet erg veel te leren aan hun ouders of aan de Kerk. Denk maar eens terug aan uw eigen zestienjarige zelf. Kunt u zich diepe inzichten herinneren die u had en die niet al eeuwen overdacht waren door de Kerk. In antwoord op het idee dat de Kerk naar de jeugd moet luisteren, constateert kardinaal Sarah: Maar de Kerk is niet gemaakt om te luisteren, zij is gemaakt om te onderwijzen: zij is Mater en Magistra, “moeder” en “lerares”. Hoewel een moeder naar haar kind luistert, is zij er allereerst om te leren, te gidsen en leiding te geven omdat zij beter dan haar kinderen weet welke richting moet worden ingeslagen.
Zal de paus en zijn omgeving naar kardinaal Sarah luisteren? Het is niet waarschijnlijk. Zij zitten vastgeroest in hun manier van doen en denken. Een één ding kunnen ze zich helemaal niet voorstellen en dat is het idee dat kinderen onderricht moeten worden. Zij denken bij voorkeur dat leren een zaak van zelf ontdekken is – een soort ontvouwen van iemands innerlijke wijsheid. Christus Vivit bijvoorbeeld bevat verschillende waarschuwingen rond onderricht aan jongeren of het bijbrengen van de leer. Het is beter, zegt Franciscus, dat zij door ervaring leren.
Niet toevallig zijn deze ideeën over ervaringsonderwijs populair geworden rond dezelfde tijd dat de Rolling Stones en The Doors populair werden. Zij zijn onlosmakelijk verbonden met dezelfde “the-kids-are-alright”-mentaliteit die leidde tot de psychedelische drugs en de wijdverbreide vrije liefde van Woodstock. De zestiger en zeventiger jaren waren “Me Decades”. Het ging allemaal over zelfvertrouwen, zelfgroei, en zelfontdekking. En het doel van al deze zelfabsorptie was om niets meer te worden dan een “autonoom zelf”. Het is niet verrassend dat opvoeding meer een zaak van leren over jezelf werd dan leren over de wereld. Leren werd gezien als een natuurlijk proces waardoor het kind, geleid door zijn innerlijk kompas, te weten zou komen wat hij moest weten. Het was een proces waarin de leraar hoogstens eerder functioneerde als een “begeleider” dan als een instructeur. Hij was er om de jongere te “vergezellen” op zijn zelfgekozen reis. Al deze Rousseauliaanse ideeën over opvoeding werden min of meer gesloopt in de negentiger jaren door E.D. Hirsch jr, een professor aan de Universiteit van Virginia. Na evaluatie van het onderzoek kwam hij tot de conclusie dat het belangrijkste wat een leraar aan een kind kan geven, is kennis van de wereld om hem heen. Niettemin bleef het idee dat de leraar alleen maar een “gids terzijde” moest zijn onmetelijk populair bij zowel seculiere als katholieke opvoeders. Echter leren over het zelf liever dan over de wereld kan een gevaarlijk pretje zijn. Er zijn een heleboel feiten die je dient te kennen om rampen te voorkomen. Sommige dingen kun je beter leren uit boeken of van leraren dan door directe ervaring – dingen zoals drugsverslaving, ziekte, ongewilde zwangerschap, abortus, depressie en zelfmoord. “Ervaring is”, zoals het gezegde luidt, “een harde leermeester”.
Er zijn ook belangrijke feiten over onze relatie met God die niet overgelaten dienen te worden aan een toevallige ontdekking. Een feit over de wereld dat Jezus dikwijls benadrukt heeft, is dat het een zondige plaats is, bevolkt door zondige mensen. Hij noemt het volk in zijn eigen tijd “een slecht en overspelig geslacht”(Mt. 12, 39) en heel waarschijnlijk ziet hij de huidige tijd in hetzelfde licht. Hij sprak dikwijls over zonde, berouw over de zonde, zondevergeving. En natuurlijk de reden waarom Hij naar de aarde kwam en zichzelf liet kruisigen om te boeten voor onze zonden. Wanneer echter zonde vermeld wordt in Christus Vivit, dan is dat vaak in de context van een Kerk die te veel over zonde praat, te moralistisch is, en te veroordelend. Te oordelen aan de herhaalde veroordeling door paus Franciscus van het starre moralisme, zou men kunnen denken dat katholieke scholen en katholieke preekstoelen gevuld zijn met hedendaagse Jonathan Edwards die ons dagelijks waarschuwen voor het lot “van de zondaars in de handen van een toornige God”. Ongetwijfeld kon men deze types aantreffen in de tijd van Franciscus’ jeugd, maar tegenwoordig bestaan die voornamelijk in zijn in zijn eigen verbeelding.
Er is geen besef in Christus Vivit dat er zoiets bestaat als een gezonde vrees voor God. Ook missen we de notie dat iemand een heilzame vrees moet hebben voor zijn medemens. Franciscus lijkt zich niet erg te bekommeren om zijn medemens noch om die van u. Eén woord dat in het document evenveel verschijnt als “luisteren” is “open” – zoals in “open deuren”, “open geest” en “open hart”. Hij wil dat katholieke scholen en katholieke jeugdgroepen ruimte maken “voor alle soorten van jonge mensen”, of ze nu behoren tot een ander geloof, of het atheïsten, of zij “andere levensvisies” hebben. Hmm. Moet dat niet nader bepaald worden? Communisten hebben een andere levensvisie. Hetzelfde geldt voor neo-nazi’s, fundamentalistische moslims, en LGBT-activisten. En als je hun op jouw school toelaat zonder hun “andere visies”, dan kunnen ze je misschien voor rechtbank dagen. Dat is misschien de reden waarom een katholieke school in Kansas onlangs besloot een kind van een gelijkgeslachtelijk paar niet toe te laten. Anders handelen zou betekenen “de deur openen” voor een scheepslading mogelijke problemen. Een van de mogelijke risico’s is het verlies van de katholieke identiteit van de school. Inderdaad, veel katholieken scholen zijn nu in naam katholiek omdat zij hun deuren jaren geleden al geopend hebben voor docenten en bestuurders die niet geloofden wat de Kerk leert.
Paus Franciscus lijkt niet te begrijpen dat er grenzen zijn aan inclusiviteit. Christus Vivit is vol aansporingen om te “veranderen”, te “experimenteren”, “niet bang” te zijn, en ruimte te scheppen voor iedereen. Maar 100 procent van “iedereen” is beschadigd door een gevallen menselijke natuur. Meer nog, een niet onbelangrijk percentage van “iedereen” bestaat uit vijanden die je schade zullen toebrengen als ze de kans krijgen. Maar Franciscus schijnt geen weet te hebben van het bestaan van vijandige ideologieën, vijandige activisten en vijandige staten. Zijn loopbaan is bezaaid met gevaarlijke foutieve beoordelingen van het karakter van mensen en van hun geschiktheid voor een bepaald ambt. Even belangrijk is zijn blijkbaar onvermogen om gevaar te zien in diverse gevaarlijke ideologieën zoals het communisme, socialisme en islamisme. Onder andere heeft hij bevrijdingstheologen gerehabiliteerd, het gevaarlijke nucleaire verdrag met Iran goedgekeurd, en de communistische regering van China de macht gegeven om bisschoppen te benoemen. Bovendien lijkt hij bereid heel Europa in gevaar te brengen door zijn onophoudelijke campagne voor massa-immigratie uit culturen die weinig gemeen hebben met de Europese tradities, waarden en wetten.
Als Franciscus zijn zin krijgt zullen alle Europese jongeren die hij aanspoort risico’s te nemen, weinig keus in de zaak hebben. Vanwege Franciscus en andere elites die zijn sloopkogelbenadering tegen naties en culturen delen, wordt het leven in Europa van dag tot dag risicovoller. Het risico geldt niet alleen – moeten we wel bedenken – de autochtone Europeaan maar ook de immigranten zelf. Een recent nieuwsbericht uit Engeland rapporteert dat Somalische migrantenouders hun tieners met honderden terugsturen naar Somalië om geweldsdelicten en drugbendes te ontlopen. Aangezien Somalië niet de veiligste plaats ter wereld is, moeten we aannemen dat de situatie in Londen helemaal uit de hand gelopen is. Het punt is dat Somalische ouders, zoals de meeste ouders, hun kinderen niet aan onnodige risico’s willen bloot stellen. Wellicht omdat hij zelf geen kinderen heeft, begrijpt paus Franciscus niet precies waar het om gaat. Hij schijnt te denken, dat je alles kun mixen en er een rommeltje van maken, zonder er iemand beschadigd wordt. In The Political Pope vertelt George Neumayr een veelzeggende anekdote in dit verband over de paus. Wij weten dat Jorge Bergoglio, toen hij aartsbisschop was in Buenes Aires, de zoon van zijn zus scheldwoorden leerde en dat hij ingenomen was met de resultaten. Toen hij in Argentinië was, had Bergoglio een reputatie van vrijelijk gebruik van vulgaire taal, daarom zag hij waarschijnlijk weinig gevaar voor zijn kleine neefje. Maar wat voor excuses men er ook voor verzint, zijn gedrag suggereert een bepaalde zorgeloze houding ten opzichte van andermans kinderen.
Als jonge mensen worden aangemoedigd risico’s te nemen, dan moet ze verteld worden dat de wereld een riskante plek is – misschien veel riskanter dat zij zich voorstellen. Werken in de Kerk kan ook een gevaarlijke roeping zijn. Mensen die denken dat ze die roeping hebben, dienen bijv. te weten dat de Kerk nu heel ontvankelijk is voor infiltratie. Ik aarzel het woord te gebruiken omdat het uitnodigt tot aanklachten van McCarthyisme en andere politiek incorrecte houdingen. Maar nu zelfs de Democraten toegeven dat de Russen onze verkiezingen proberen te beïnvloeden en te ondermijnen, is het misschien veilig woorden als “infiltratie” en “ondermijning” te laten herleven. Het lijkt bijv. gerechtvaardigd te spreken van een homoseksuele “infiltratie” van de Kerk – van “Gay maffia’s” en “homoseksuele netwerken” die erop gericht zijn de katholieke seksuele moraal te ondermijnen. Ondertussen hebben de communisten deze infiltratie in praktijk gebracht sinds de Bolsjewiekse Revolutie. In de jaren vijftig van de vorige eeuw getuige Bella Dodd, voormalig hoofd van de communistische partij van Amerika, voor het Congres dat de Sovjets de Kerk al met meer dan elfhonderd man geïnfiltreerd hadden. Op het eerste gezicht lijkt dit moeilijk te geloven, maar het wordt minder moeilijk als je ziet dat niet weinig leden van de hiërarchie gecharmeerd lijken te zijn van socialistische ideeën. De huidige kanselier van de Pauselijke Academie voor Sociale Wetenschappen houdt bijv. vol dat het Chinese communisme “de beste invulling is de sociale leer van de Kerk”. J. Edgar Hoover noemde communisten “meesters in misleiding”, maar in onze tijd hoef je niet erg achterbaks te zijn om katholieke gezagsdragers voor de gek te houden. Omdat katholieken al lang de nadruk hebben gelegd op vertrouwen en openheid, zijn katholieke instellingen als colleges en seminaries bijzonder kwetsbaar voor indringers. Islamisten konden ook gemakkelijk op diverse manieren in de kerk infiltreren, maar zij maken zich waarschijnlijk niet zo druk meer omdat zij de bisschoppen met succes kunnen manipuleren door middel van interreligieuze dialoog. Tot dusver runnen imams kringen rond hun katholieke dialoogpartners. Zij hebben de katholieken overgehaald zich aan te sluiten bij anti-islamofobie campagne, solidair mee te doen met diverse islamitische doelen, en de vervolging van christenen door moslims te bagatelliseren. Altijd vol vertrouwen en open lijken de bisschoppen zich niet te realiseren dat hun dialoogpartners een band hebben met de Moslimbroederschap – een groep die door Egypte, Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten aangemerkt wordt als een terroristische organisatie.
Het punt is dat het niet genoeg is dat de katholieke jeugd – de toekomstige leiders van de Kerk – open en vol vertrouwen is. Zij moet ook waakzaam zijn en weten dat de Kerk ook vijanden heeft, zowel binnen als buiten. Deze vijanden zouden haar het liefst vernietigen, en tot nu toe lijken zij behoorlijk succes te hebben.
Dat gezegd hebbende wil ik jonge mensen of wie dan ook niet afraden Christus Vivit te lezen. Er staat veel waardevols in en veel inspirerende, troostende en stimulerende passages uit de Schrift. Het document biedt een gezonde dosis hoop aan jonge mensen die misschien verward of ontmoedigd zijn. Maar, zoals dikwijls het geval is bij exhortaties van Franciscus, sommige dingen moeten met een kritische blik worden gelezen.
Vertaling: C. Mennen pr.
Write a Reply or Comment