Kerk en Krant.
Hieronder een stuk van pastoor Pieter Zimmermann dat mij en waarschijnlijk veel priesters uit het hart gegrepen is.
Kerk en krant. Zo lang als ik me kan herinneren is dat geen goed huwelijk in Nederland, maar misschien is de tijd aangebroken om die relatie wat te vernieuwen en te verfrissen. Hierbij een aanzet daartoe.
Een van mijn vroegste herinneringen, ik was 5 jaar oud, was het pausbezoek van de heilige Paus Johannes Paulus II aan Nederland in 1985. Met mijn ouders gingen we kijken hoe hij door de straten van Den Bosch trok en veel meer dan een man in het wit kan ik me niet herinneren. Wat ik me nog wel levendig kan herinneren, is dat ik als kind uit volle borst het liedje “Popie Jopie” meezong, waarvan ik geen idee had hoe de tekst precies was en wat deze betekende.
Pas ongeveer 25 jaar later, ik was vers begonnen aan de priesteropleiding in Den Bosch, kwam ik tot de ontdekking dat het liedje dat ik tijdens het knikkeren als kind had gezongen, eigenlijk een bespotting was van de paus en de standpunten van de katholieke Kerk. Dat de Kerk er in de kranten meestal bekaaid vanaf kwam was me al vaker opgevallen, maar als beginnende seminarist kreeg ik een nieuwe interesse om deze ontwikkeling te volgen. Als God het wilde zou ik op een goede dag zelf in de parochie actief zijn en daarom sprongen de krantenkoppen over pastoors nu meer in het oog.
Wat opviel was dat ik zelden tot nooit een positief geluid hoorde als het over de bedienaren van de Kerk ging. Nogal wat pastoors lagen met regelmaat flink onder vuur, waarbij ze predicaten als “star”, “aartsconservatief”, “middeleeuws” of “bekrompen” kregen toegedicht. Het beeld dat ik van de priesters had, werd hier aanvankelijk aardig door gekleurd. Een tijdje geloofde ik haast in het beeld dat (Nederlandse) media vaak schetsen van die vreselijke priesters met hun achterhaalde mens-hatende opvattingen. Als je de artikelen van verschillende kranten leest en ze gelooft zou je de priesters nauwelijks nog mensen kunnen noemen.
De tijd op het seminarie vorderde. Ik geloofde dat God mij werkelijk geroepen had, dus het zou allemaal wel goed komen. Gaandeweg leerde ik ook de personen achter de pastoors kennen, door de media soms getekend voor het leven, en het bleken mensen te zijn. Ik kwam ook tot de ontdekking dat het woord “weigeren” of “uitsluiten” wat door de krant zo gretig gebezigd wordt, vaak betekende dat er uitvoerige begripvolle gesprekken waren geweest met alle betrokken personen.
Ik ontdekte dat priesters soms slapeloze nachten hadden omdat ze enerzijds geen ophef wilden in de parochie, maar anderzijds toch trouw wilden blijven aan de beloften die ze bij hun priesterwijding hadden gedaan, namelijk niet hun eigen leer verkondigen, maar de leer van de Rooms Katholieke Kerk. Een leer die ze zelf niet hebben bedacht, maar waar ze wel in geloven. Een leer waar ze hun ziel en zaligheid aan geven, omdat ze het niet zien als een pakket aan regels, maar de handleiding voor een goed, vervuld leven dat leidt naar God. Ik ontdekte dat ze trouw wilden zijn aan deze vaak onbegrepen Kerk, die zij hun Moeder noemen. Inderdaad: een goede Moeder zegt niet altijd wat haar kinderen willen horen. Een goede Moeder zegt wél altijd wat goed is voor haar kinderen. Vanuit dat besef probeert een priester de leer en de liefde van de Kerk uit te dragen. Niemand is overigens gedwongen die weg te gaan, maar mocht je er zelf voor kiezen die weg niét te gaan, respecteer dan minstens dat dit bepaalde consequenties heeft. De Kerk houdt nog steeds van je. De Kerk wacht nog altijd op je. De Kerk kan helaas niet in alle gedragingen mee gaan, omdat ze niet gelooft dat alles goed is voor je.
God houdt inderdaad van iedereen. God sluit inderdaad niemand buiten. Tegelijkertijd zien we in het Evangelie dat Jezus wel altijd alle zondaars (elke mens dus) oproept een nieuw en ander leven te gaan leiden. Niemand komt bij Jezus om vervolgens als dezelfde mens weer naar huis terug te keren. De opmerking “Jezus houdt van je zoals je bent” geldt inderdaad voor de persoon, maar niet voor alles wat een persoon doet. Jezus houdt wel van de zondaar, maar niet van de zonde.
Het bedroeft me dat in de vele krantenartikelen die ik de afgelopen 15 jaren heb gelezen, deze nuance nagenoeg altijd ontbreekt. Vele journalisten nemen genoegen met een karikatuurbeeld van de Kerk dat ze zelf hebben gecreëerd, omdat ze het geloof achter zich hebben gelaten of niet willen leren kennen. Hebben de mensen van deze Kerk fouten begaan? Ja. Hebben de mensen buiten deze Kerk fouten begaan? Ja. We moeten het benoemen als dat gebeurt en daar moet actie op volgen. Maar laten we eerlijk zijn: de media blijven vaak jarenlang hangen bij de ene boom in het bos die omvalt, terwijl ze in alle toonaarden zwijgen over de 100 bomen die rustig groeien.
In Nederland is de Kerk weliswaar gemarginaliseerd, maar wereldwijd is het nog altijd de grootste religie met bijna 2 miljard leden en duizenden bekeerlingen per dag. Een voorbeeld dat zelfs in het geseculariseerde West-Europa de Kerk weer in populariteit groeit, is het feit dat maar liefst ruim 12.000 jonge volwassenen met Pasen in Frankrijk in één nacht alleen al werden gedoopt. Jongeren die een open houding aannemen, die de Kerk in respect laten uitspreken wanneer zij aan het woord is en die juist dankbaar zijn voor haar diepgerijpte visie op leven en seksualiteit die gisteren, vandaag en morgen dezelfde is.
Ga deze “trend” eens onderzoeken beste journalisten van Nederland, die al zo lang een eenzijdig beeld van onze dierbare Kerk naar buiten brengen. Jullie lopen achter met jullie karikatuur over een Kerk die niet bij de tijd zou zijn, terwijl de gelovige jeugd juist dáár haar heil zoekt. Lever eens een opbouwende bijdrage aan het debat rond respect voor godsdienstige overtuigingen, zelfs als dit niet je eigen overtuigingen zijn. Spreek met tact wanneer het gaat om een zeer gevoelig thema als het misbruik. Trek niet steeds onbehouwen de pleister van die wond, die in onze gehele samenleving geslagen is en zeker niet alleen in de R.K. Kerk zoals tal van onderzoeken uitwijzen. Stop met de karaktermoord op priesters, terwijl je normaal vol bent van woorden als inclusie en tolerantie. Zie dat er duizenden priesters wereldwijd dagelijks de zieken bezoeken, troost bieden aan mensen die een dierbaar iemand verloren zijn en met de woorden van het Evangelie de hoop verkondigen dat we eens voorgoed samen mogen zijn met een vredelievende God die van ons houdt. Schrijf daar eens een stuk over in plaats van hen steeds weer te discrimineren en te bespotten. Ja, priesters zijn mensen met gebreken op wie we kritiek mogen hebben wanneer deze gepast is, maar laat die kritiek gegrond en doordacht zijn. Uit eerste hand weet ik namelijk dat het merendeel van hen probeert de verantwoordelijkheid die hoort bij hun belangrijke roeping dagelijks integer in te vullen. Neem de verantwoordelijkheid die hoort bij je pen en schrijf eens met respectvolle zorg over de Kerk, het zou een verademing zijn.
Priester Antoine Bodar zei eens in een interview dat hij dagelijks bad dat hij nooit eelt op zijn ziel zou mogen krijgen. Ik vind dat mooi, hij wil aanraakbaar blijven. Deze bijdrage is daarom ook niet geschreven om het gesprek tussen de Kerk en de media verder te doen verharden, maar juist te verzachten. Soms moet het zelfs in een goed huwelijk even knallen, voordat de lucht weer geklaard is en je met hernieuwde ogen naar elkaar kijkt. Daarom wil ik deze bijdrage beëindigen met de opmerking dat u welkom bent in de Kerk. Welkom om met hernieuwde ogen weer eens naar dat mysterie te komen kijken dat Kerk heet en dat al 2000 jaar lang zo’n beetje de enige constante factor is in de wereld. Ik durf het bijna niet uit te spreken, maar: misschien wordt u nog geraakt.
Pastoor Pieter Zimmermann
Write a Reply or Comment