Is er nog rechtvaardigheid in de Kerk?
Iedere menselijke gemeenschap heeft behoefte aan wetten en regels om zo goed en ordelijk mogelijk het doel van de gemeenschap te kunnen behartigen. Zo heeft de staat wetten en regels om het “bonum commune”, het gemeenschappelijk welzijn, te dienen. Ook een voetbalclub heeft wetten en regels om het “spelletje” zo goed en zo fair mogelijk te spelen. Een menselijke gemeenschap kan niet zonder wetten en regels. Anders wordt het een chaos en kan die gemeenschap haar doel niet bereiken.
Die wetten zijn niet vrijblijvend. De staat heeft politie, rechtbanken en gevangenissen om de wetten af te dwingen. Zo heeft ook de KNVB scheidsrechters, een tuchtcommissie en uiteindelijk legt zij, indien nodig, bindende boetes en straffen op.
In de Kerk is het niet anders. Om bevoegdheden af te grenzen, om overtredingen tegen te gaan en zo nodig te bestraffen heeft de Kerk vanaf het allereerste begin wetten waaraan iedereen in de Kerk zich moet houden, de gewone gelovigen maar ook de hiërarchie. De wetten en de rechtsgang zijn geregeld in het canonieke recht van de Kerk. Er is kerkelijk strafrecht waarin alle vergrijpen tegen de kerkelijke gemeenschap en tegen de sacramenten met de mogelijke straffen zijn opgesomd. In principe geldt ook in de Kerk de algemene juridische stelregel: nulla poena sine lege: zonder wet geen straf. Er kan geen straf worden opgelegd als er geen wet bestaat die iets uitdrukkelijk verbiedt. Dit is uiteraard om willekeur van een bestuurder (bisschop of paus) uit te sluiten. Ook geldt de regel dat iedereen de bevoegdheid heeft zijn recht te halen, dus een zaak aanhangig te maken of in beroep te gaan. Een complicerende factor daarbij is dat je niet in beroep kunt gaan tegen een beslissing van de paus zelf (prima sedes a nemine iudicatur). Dit laatste legt mijns inziens een zware verantwoordelijkheid op de paus om bij zijn beslissingen, meer nog dan andere instanties, de rechtvaardigheid in acht te nemen. Dit laatste is onder de huidige paus nauwelijks het geval.
Neem de kwestie van bisschop Joseph Strickland. Een bisschop uit zijn ambt ontzetten is een ernstige zaak die canoniek alleen gerechtvaardigd is als er een canoniek misdrijf aan ten grondslag ligt zoals bijv. malversaties bij het bestuur van het bisdom, het niet onderhouden van het celibaat, misdrijven tegen de sacramenten, verkondigen van ketterijen e.d. Een bisschop is namelijk, ook volgens Vaticanum II geen zetbaas van de paus, die hij naar believen zou kunnen ontstaan. Hij is de eigen herder van zijn bisdom dat hij volgens zijn eigen inzicht en geweten bestuurt volgens de normen van het kerkelijk recht.
Wil de paus een bisschop ontslaan, dan moet hij aanwijzingen hebben voor een canoniek misdrijf. Dan zijn er twee mogelijkheden: een proces voor een kerkelijke rechtbank of een administratief proces. Bij beide procedures moet het gaan om een bewezen misdrijf. De beklaagde dient de precieze beschuldiging te horen te krijgen. Hij moet zich kunnen verdedigen. Het vonnis moet per decreet gewezen worden. Deze regels dienen ervoor de rechtvaardigheid te dienen en om willekeur uit te sluiten.
In de kwestie Strickland is dit alles niet gebeurd. Er is geen beschuldiging van delict. Alleen vage bezwaren die men (Rome) tegen de bisschop heeft vanwege zijn openhartige verkondiging van de leer en zijn aanwezigheid daarmee in de media. Dat is echter geen misdrijf. Dit is de taak van een bisschop waarin veel andere bisschoppen juist tekort schieten. Het feit dat hij Traditionis Custodes in zijn bisdom niet heeft geïmplementeerd omdat hij een gedeelte van zijn kudde niet van hun geestelijk voedsel wilde beroven, is ook geen misdrijf. Het hoort tot de eigen inschatting van de bisschop zoals ook vele bisschoppen het hebben opgevat. Er is geen enkele schriftelijke beschuldiging, geen enkele vorm van proces, geen gemotiveerd decreet van afzetting. En daarmee wordt deze afzetting een act van volkomen willekeur van de paus. Heeft hij het recht daartoe? Ja, maar het is onverstandig en hoogst onrechtvaardig. Het gaat in tegen de aequitas canonica (de canonieke billijkheid) waaraan ook de paus gebonden is. De afzetting van Mgr. Strickland is geen incident. Het is één in de rij die allemaal hetzelfde onrechtvaardige patroon vertonen.
Daar tegenover zien we onder dit pontificaat dat een groot aantal Duitse Bisschoppen zich op diverse terreinen massief tegen het kerkelijk recht verzetten. Dat sommigen hun priesters urgeren homoparen te zegenen. Dat ze gezamenlijk een synoderaad oprichten die boven de bisschoppen staat, waarmee ze een directe aanval doen op de hiërarchische orde van de Kerk. Dat is een enorm kerkelijk delict tegen de goddelijke constitutie van de Kerk. Rome protesteert weliswaar maar waar blijven de maatregelen tegen individuele bisschoppen? Bätzing draagt zijn staf en mijter nog in alle fierheid ondanks zijn voortdurende misdrijven in en tegen de Kerk.
De vraag rijst daarbij wel: aan welke kant staat Franciscus nu eigenlijk? In ieder geval niet aan de kant van de traditionele Kerk en het traditionele geloof. De vertegenwoordigers daarvan trapt hij bij voortduring genadeloos in de hoek. Hij lijkt aan de kant van de revolutionairen te staan, van hen die de leer en de moraal van de Kerk willen veranderen. Niet dat Franciscus openlijk al te veel ketterijen verkondigt (alhoewel), maar in de praktijk keurt hij heterodoxe praktijken goed, knuffelt hij omstandig met homostellen en transgenders zonder ook maar ooit te spreken over bekering zoals Jezus dat in het evangelie doet als hij omgaat met tollenaars en zondaars. Bovendien omgeeft zich met heterodoxe functionarissen. Een beetje heterodox zijn is tegenwoordig goed voor je carrière in de Kerk. Orthodox katholiek zijn levert je geen bisschopsbenoeming, geen kardinalaat op. Integendeel je verliest dan je bisdom, je pensioen en je woning onder grillige en onrechtvaardige willekeur van een wraakzuchtige tirannieke paus.
11 december 2023
C. Mennen pr
Comments