DOSSIER SYNODE 1
Het water begint te koken.
door Caminante Zwerver
Een van de kenmerken van de postchristelijke tijd waarin we in de Kerk leven is inversie (veranderen in het tegendeel). We weten dat de duivel in zijn afgunst God probeert te imiteren in de tegenpool, dat wil zeggen, in de omkering van wat Hij in wijsheid doet (Spr. 3:19). De voorbeelden stapelen zich wekelijks op. Laten we eens kijken naar een paar gevallen van de afgelopen twee weken:
1. in dit interview zei de mediageile dominicanes zr Lucia Caram, een vriendin van paus Franciscus, openlijk dat seksuele relaties met mensen van hetzelfde geslacht geen zonde zijn zolang ze in liefde gebeuren. Ze beweert ook dat paus Franciscus net een homoseksuele man heeft benoemd tot prefect van een zeer belangrijk Vaticaans dicasterie.
2 De voorzitter van de Duitse bisschoppenconferentie, bisschop Bätzing, heeft het Vaticaan gevraagd om de maatregel te herzien die de wijding verbiedt van homoseksuele priesters die hun seksualiteit in het geheim beleven. Met andere woorden, hij eist dat homoseksuele priesters hun seksualiteit vrij mogen beoefenen.
de enige prefect van een Romeins dicasterie die de afgelopen zes maanden door Franciscus is benoemd.
Vijftien jaar geleden had niemand gedacht dat we in zulke turbulente tijden zouden leven. Er wordt niet alleen meer gevraagd om het huwelijk voor priesters, maar ook om vrije seksualiteit voor priesters en voor alle mensen, ongeacht wie. De ernst van de uitspraken van deze duistere figuren, waarvoor ze vroeg of laat ter verantwoording zullen worden geroepen, is nauwelijks in te schatten. Wat is bijvoorbeeld de boodschap die uitgaat naar goede jonge katholieken die hun liefdesleven in onthouding en kuisheid leiden, zoals de leer van de Kerk dat voorschrijft? Dat ze eerbiedwaardige imbecielen zijn die de bloem van hun jeugd verspillen met volslagen achterhaalde zaligsprekingen om zich te onthouden van heteroseksuele relaties met het vriendje of vriendinnetje waar men van houdt! Maar is er iets heiligers en mooiers dan dat? Wat een idioten!
3. een laatste voorbeeld: paus Franciscus bezocht de kamer waar het stoffelijk overschot van Giorgio Napolitano, voormalig president van Italië, communist en vrijmetselaar, werd opgebaard. Hij zegende het lichaam niet en maakte ook geen christelijk teken. Het hoofd van de Kerk en beschermer van het geloof weigert in het openbaar te getuigen van het geloof in het aangezicht van de dood en ontneemt de ziel van een ongelukkige de hulp die hij hem zelfs na de dood zou kunnen geven. Franciscus is wel een van de belangrijkste figuren in de wereld, met de bijzonderheid dat hij zich in het wit kleedt, maar hij verschilt niet veel van andere wereldleiders.
Ja, dit zijn inversies, omkeringen in het tegendeel, die ons uit volle borst toeschreeuwen zodat het water begint te koken.
Maar er is een diepere en ernstigere inversie; een omkering die boven de moraal uitgaat; een theologische omkering die ons een nieuwe kerk voorstelt. Een eenvoudige manier om dit uit te leggen is het artikel dat de jezuïet pater Antonio Spadaro publiceerde in een Italiaanse krant op 20 augustus. Daarin becommentarieert hij de episode uit het Evangelie van Matteüs 15, 22-28:
“Toen kwam een Kanaänitische vrouw uit die streek naar Hem toe en riep uit: ‘Ontferm U over mij, Heer, Zoon van David, ontferm U over mij, want mijn dochter wordt gekweld door een demon.’ Maar Jezus gaf haar geen antwoord. Toen kwamen zijn leerlingen naar hem toe en vroegen: Verlos haar (van haar verdriet), want ze roept ons na. Hij antwoordde: Ik ben alleen gezonden naar de verloren schapen van het huis van Israël. Maar de vrouw kwam en viel voor hem neer en zei: Heer, help mij. Hij antwoordde: “Het is niet goed het brood van de kinderen te nemen en het voor de honden te werpen. Toen antwoordde zij: “Ja, u hebt gelijk, Heer! Maar zelfs de honden krijgen wat van het brood dat van de tafel van hun meesters valt. Jezus antwoordde haar: “Vrouw, uw geloof is groot. Wat u wilt, zal gebeuren. En vanaf dat uur was haar dochter genezen.”
De jezuïet Spadaro gelooft dat Jezus “ongevoelig was. [De hardheid van de Meester is onbuigzaam. [Barmhartigheid is niet voor haar. Ze wordt buitengesloten. Ze wordt niet gehoord. [Jezus] antwoordt de arme vrouw spottend en respectloos. Het is niet goed om het brood van de kinderen te nemen en het voor de kleine honden te gooien,” d.w.z. de huishonden. “Jezus lijkt verblind door nationalisme en theologisch rigorisme,” schrijft hij. De vrouw antwoordt dat zelfs de puppy’s de kruimels krijgen die van de tafel van hun meester vallen. Spadaro vervolgt: “Weinig woorden, maar goed gezegd, alsof ze Jezus’ starheid wil omverwerpen, hem wil aanpassen, hem wil ‘bekeren’ tot zichzelf. […] En Jezus verschijnt ook genezen en toont zich uiteindelijk vrij van de starheid van de heersende theologische, politieke en culturele elementen van zijn tijd.”
Kortom, volgens pater Spadaro zondigde Jezus uit starheid, maar daarna werd hij bekeerd en genezen. Jezus was dus een zondaar zoals alle mensen. Een schaamteloze en goddeloze ketterij. Na deze publicatie beloonde paus Franciscus zijn confrater jezuïet met de benoeming tot ondersecretaris van het Dicasterie voor Cultuur en Onderwijs.
Maar de ernst van het feit ligt volgens mij, en zoals ik heb besproken met wijzere vrienden dan ik, niet zozeer in de ketterij die wordt gedebiteerd, maar in het feit dat Spadaro aanneemt dat de Heer een ander nodig had, in dit geval “een vrouw” die niet eens Joods was, om hem te bekeren. Dat wil zeggen, bekering kwam tot Hem door dialoog en luisteren naar de “ander”, naar welke “ander” dan ook, zelfs de “ander” die het verst af stond van “mijn waarheid”. Jezus was ziek van hardheid en verstarring, en het was het woord van een heidense vrouw dat hem genas. De ziekte was dus niet in de heiden, maar in Christus.
Is dit niet precies wat we zien tijdens het hele pontificaat van Franciscus? Het is de Kerk die ziek is, het zijn de katholieken, overladen met theologische starheid en zuurpruimengezichten; de “Kerk is zondig”, zei hij op zijn terugreis uit Mongolië; de priesters zijn wreed en slecht; de katholieken die de rozenkrans bidden zijn Pelagianen; de jongeren die de traditionele Mis bijwonen hebben psychologische problemen; de nonnen zijn oude vrijsters – en het zijn allemaal een stelletje starre mensen. En het probleem is dat ze geen dialoog kunnen voeren. Ze klampen zich vast aan een Kerk die door de eeuwen heen een verzameling wetten, regels en garanties heeft opgebouwd dat niets meer is dan neerslag dat moet worden verwijderd. En om van deze ziekte te genezen heeft de Kerk, net als Jezus, een dialoog nodig met de “ander”, en hoe meer “anders” die is, hoe beter, want des te groter zal de remedie zijn die hij kan bieden. Vandaar de noodzaak van dialoog en luisteren, wat niet zomaar iets leuks is om te doen, maar een onmisbaar middel tot genezing of, met andere woorden, tot bekering. Want de waarheid ligt in werkelijkheid niet in de vastgekoekte formules en voorschriften van de katholieke kerk, maar in de frisheid van de waarheden van de “ander” die de bron van openbaring wordt.
Bijgevolg is de “ander” niet langer de vijand van de Kerk; haar vijanden zijn heel anders. Het werkdocument voor de synode spreekt in n. 21 van een actor die “toegevoegd” wordt aan de genezingsdialoog en noemt hem “de antagonist”, dat wil zeggen “de vijand” die de duivelse scheiding van de andere actoren (Jezus, het volk, de dienaren) op het toneel brengt. De vierde speler is degene die verdeeldheid zaait en zich manifesteert in “de vormen van religieus rigorisme, morele intimidatie die meer vraagt dan Jezus eist, en verleiding door een wereldse politieke wijsheid die beweert effectiever te zijn dan de onderscheiding der geesten”. Met andere woorden, de “antagonisten”, de “demonen” van de nieuwe Kerk zijn wij, de katholieken die trouw zijn aan de leer van de Apostelen die ons geleerd is door onze Vaders. Wij zijn het die gekomen zijn om verdeeldheid te zaaien en de dialoog tussen de Kerk en de wereld te belemmeren. Wij zijn duivels en als zodanig moeten we vervolgd worden.
Men begrijpt dus de Bergogliaanse obsessie met synode en synodaliteit. Op deze manier wordt het luisteren naar de “ander” officieel gemaakt, het wordt een openbaring en zo wordt de leer van de Kerk definitief veranderd.
Laten we een vergeten feit in herinnering brengen: op 15 september 2018 vaardigde Franciscus het Motu proprio Episcopalis communio uit, waarmee hij vaststelde dat de paus niet langer apostolische brieven na de synode mag schrijven, maar alleen de conclusies van de synode moet bevestigen, die daarmee automatisch tot leergezag worden. Wat gehoord zal worden van de postchristenen die de nu in Rome beginnende synode zullen bijwonen (bisschoppen, priesters, religieuzen, leken, katholieken, heidenen en atheïsten), en boven wie de Heilige Geest zal zweven, zal volgend jaar deel gaan uitmaken van het leergezag van de Kerk. Op deze manier zal de Kerk genezen worden van haar starheden, net zoals gebeurde met haar Stichter.
Dit is de grote bekering. De waarheid is niet langer in de Kerk van Christus, ze is erbuiten. Zij is niet langer degene die onderwijst, maar degene die zich laat onderwijzen. Zij is niet langer degene die geneest, maar degene die genezen moet worden. Het water is in ieder geval kokend heet.
Olivier Clerc vertelde het verhaal van een kikker die in een pan water werd gegooid die langzaam werd verwarmd. Omdat de temperatuur zo langzaam steeg, was de kikker zich daar het grootste deel van het proces niet van bewust. Tegen de tijd dat hij zich het gevaar realiseerde en zag dat het water kookte, was het al te laat. Als de kikker het water was ingegaan toen de temperatuur hoog was, zou hij eruit zijn gesprongen zodra hij zich het gevaar realiseerde en zou hij aan de dood zijn ontsnapt.
In een andere parallel vertelt pater Santiago Martín in zijn commentaar van vorige week over de kanker die zich uiteindelijk openbaarde. Hij legt uit dat het begon te borrelen met het modernisme, verergerde met de liberale theologie en oversloeg naar de Kerk tijdens het Concilie. Conservatieve pausen als Johannes Paulus II en Benedictus XVI onderkenden het gevaar en bestreden het, maar bevorderden tegelijkertijd op onbegrijpelijke wijze mensen die dergelijke leringen omhelsden tot hoge ambten. Vandaag is de chaos duidelijk geworden. We hebben eindelijk ingezien dat de Kerk ernstig ziek is, waarschijnlijk met een terminale kanker. Nu kunnen we alleen maar hopen dat de antilichamen zullen werken, die wel degelijk bestaan, en dat God ons zal redden.
Noblesse oblige… allemaal: ik ben het volledig eens met pater Martin, maar ik geloof dat we allemaal ook verplicht zijn tot de grootsheid van een erkenning: degene die de ziekte meer dan vijf decennia geleden zag, die zag dat er een tumor was en dat deze zich verspreidde, en die de pathologie aan de kaak stelde, was Mgr. Marcel Lefebvre. Hij zei het, en hij werd vervolgd en behandeld als een schurftige hond.
Het is niet langer een kwestie van koppigheid om vast te houden aan het Latijn, de taal van de Kerk, het is niet langer een kwestie van ongehoorzaamheid. Het is een kwestie van het voortbestaan van de Kerk zelf.
Comments