Sinds het overlijden van Benedictus XVI zijn de benoemingen door Franciscus verslechterd
Franciscus zonder masker
Door Sandro Magister
18 juli 2023
Voor paus Franciscus was de dood van zijn voorganger Benedictus XVI eind 2022 als de verdwijning van de “catéchon”, de hindernis die hem verhinderde om zich volledig bekend te maken. Dit blijkt uit de bestuurlijke daden die hij de afgelopen maanden in hoog tempo heeft verricht.
De meest recente is de aankondiging van 21 nieuwe kardinalen, waarvan er 18 in de conclaafleeftijd bevinden. Noch de aartsbisschop van Parijs, noch die van Milaan, die al zes jaar in functie is, staan op de lijst. Opvallend afwezig is ook de groot-aartsbisschop van de Grieks-katholieke kerk in Oekraïne, Svyatoslav Shevchuk, die er zich schuldig aan heeft gemaakt openlijk zeggen wat hij fout vindt aan de aanpak van Franciscus in de huidige oorlog.
Twee Jezuïeten staan op de lijst, de bisschop van Hong Kong Stephen Chow Sau-Yan – net terug van een officiële reis naar Peking, wat de paus meer waard is dan de vernedering die hij onderging door toedoen van het regime, die onlangs twee bisschoppen heeft geïnstalleerd zonder voorafgaande goedkeuring van Rome – en de aartsbisschop van Córdoba in Argentinië, Ángel Sixto Rossi, een fervent aanhanger van Jorge Mario Bergoglio sinds de jaren dat de huidige paus provinciaal was van de Sociëteit van Jezus, dit in schril contrast met de meeste van zijn confraters.
Dan is er de aartsbisschop van Juba in Zuid-Soedan, Stephen Ameyu Martin Mulla, die met het paars wordt gecompenseerd voor de aanvallen die hij te verduren kreeg bij zijn inauguratie in 2019 door tegenstanders van verschillende stammen die hem ook beschuldigden van immorele daden.
En opnieuw zijn er benoemingen die bewust ingaan tegen de conservatieve oriëntaties van de respectieve nationale bisschoppen: in Zuid-Afrika, de aartsbisschop van Kaapstad Stephen Brislin, van blanke huidskleur en met soortgelijke ideeën als die van de Duitse “Synodale Weg”; en in Polen, Grzegorz Rys, aartsbisschop van Lodz, hetzelfde bisdom waar de goede vriend van de paus, kardinaal Konrad Krajewski vandaan komt. Rys is een van de weinige progressieve stemmen in het Poolse episcopaat, terwijl Krakau, bestuurd door een opvolger van Karol Wojtyla met een tegenovergestelde oriëntatie, zonder ede rode hoed blijft.
*
De meest opzienbarende benoeming is echter die van de Argentijn Víctor Manuel Fernández, niet als kardinaal maar als prefect van het Dicasterie voor de Geloofsleer.
Hier heeft Franciscus inderdaad bereikt wat hij tijdens het leven van Joseph Ratzinger nooit had durven doen. Namelijk de sleutelpositie van de grote theoloog en latere Duitse paus invullen met een persoonlijkheid die zijn complete tegenpool is.
Het volstaat te zeggen dat zijn voorlaatste voorganger in hetzelfde ambt, kardinaal Gerhard Müller, Fernández jaren geleden beschuldigde van niets meer en niets minder dan “ketterij” voor het bepleiten van heterodoxe stellingen. Maar paus Franciscus was hier niet van onder de indruk. Voor de functie van prefect voor de geloofsleer had hij eerst Müller en daarna Luis Francisco Ladaria Ferrer benoemd, beiden van onberispelijke orthodoxie, maar voor hem was dit slechts een obligaat eerbetoon aan de nog levende Benedictus XVI. Hij trok zich gewoon weinig aan van wat zij zeiden en deden, en sprak hun beslissingen soms zelfs schaamteloos tegen, zoals Ladaria’s veto tegen de inzegening van homoseksuele paren. Het was altijd Fernández die de belangrijkste documenten van het pontificaat schreef, “Evangelii gaudium” of “Amoris laetitia”, waarbij hij zelfs hele passages uit zijn eigen eerdere essays overnam.
En nu is het aan hem, Fernández, om “iets heel anders” te doen dan zijn voorgangers, volgens de ongebruikelijke brief waarmee de paus zijn benoeming begeleidde: een einde maken aan de tijden “waarin, in plaats van theologische kennis te bevorderen, mogelijke leerstellige dwalingen werden vervolgd”, om de Heilige Geest “harmonie” te laten scheppen tussen de meest uiteenlopende denkrichtingen, die “effectiever is dan welk controlemechanisme dan ook”. Kortom, de triomf van het relativisme dat de grootste vijand was van theoloog en paus Joseph Ratzinger/Benedictus XVI.
*
Andere belangrijke benoemingen: die van deelnemers aan de volgende Synode over Synodaliteit. Onder de bisschoppen die gekozen zijn door de bisschoppenconferenties zijn de vijf uit de Verenigde Staten allemaal conservatief, maar Franciscus heeft dit meer dan goed gemaakt door zijn eigen selectie van de kardinalen die het dichtst bij hem staan, Blase Cupich, Wilton Gregory, Robert McElroy, Joseph Tobin en Sean O’Malley, want daar komen nog bij aartsbisschop Paul Etienne en de zeer actieve jezuïet James Martin, de kampioen van die nieuwe homoseksuele moraal die ook een van de verklaarde doelen is van de feitelijke leider van de synode, kardinaal Jean-Claude Hollerich, algemeen rapporteur.
Franciscus heeft ook Luca Casarini benoemd als “waarnemer” zonder stemrecht, de No Global activist die hij herhaaldelijk heeft geprezen als held van de redding van migranten in de Middellandse Zee, meest recentelijk tijdens het Angelus op zondag 9 juli.
Maar naast de uitverkorenen zijn er ook mensen in het nieuws die door Franciscus zijn uitgesloten van deelname aan de synode, waaronder alle Vaticaanse functionarissen die van oudsher ambtshalve betrokken zijn.
De eerste uitgeslotene is kardinaal Dominique Mamberti, prefect van het Hooggerechtshof van de Apostolische Signatuur en tot voor kort volgens de wet ook president van het Hof van Cassatie van Vaticaanstad, samen met twee andere kardinalen die lid zijn van het Hooggerechtshof, allemaal juristen en canonisten met bewezen competentie.
Maar dit voorjaar kondigde Franciscus een nieuwe grondwet van Vaticaanstad af en veranderde hij de benoemingscriteria van de leden van het Hof van Cassatie volledig.
En wie zijn de vier kardinalen die hij sindsdien heeft benoemd? Hij benoemde de Amerikaan Kevin J. Farrell als president van het nieuwe hof en de Italianen Matteo Zuppi, Augusto Lojodice en Mauro Gambetti als leden. Geen van hen heeft ook maar de minste juridische competentie. Gambetti, bijvoorbeeld, schitterde onlangs met het daverende fiasco van een pretentieuze show op een somber leeg Sint-Pietersplein met zangers en Nobelprijswinnaars die van over de hele wereld waren gekomen in naam van de “broederlijkheid”.
Onder canonieke juristen kreeg de nieuwe basiswet die de paus afkondigde meteen felle kritiek. Maar dat Franciscus geen respect heeft voor de rechtsstaat is algemeen bekend, als je bedenkt hoe hij tot nu toe bijvoorbeeld het lopende proces in het Vaticaan over de Londense vastgoedaffaire heeft gemanipuleerd. Of hoe hij kardinaal Giovanni Angelo Becciu aan de schandpaal heeft genageld lang voordat hij naar behoren was aangeklaagd, en zonder zelfs maar te zeggen waarom.
*
Over de benoeming van Fernández moet worden toegevoegd dat hij onmiddellijk verklaarde dat hij niet bevoegd was om gevallen van seksueel misbruik te behandelen, wat een van de belangrijkste taken is van het dicasterie dat aan hem is toevertrouwd, en dat hij daarom de paus had gewaarschuwd, die hem echter vrijstelde van het behandelen van dergelijke gevallen in de toekomst, en deze taak overliet aan de specialisten van hetzelfde dicasterie.
Bovendien gaf Fernández ook toe dat hij als bisschop van het aartsbisdom La Plata verkeerd had gehandeld in een misbruikzaak omdat hij niet voorbereid geweest zou zijn..
Maar is seksueel misbruik niet herhaaldelijk door paus Franciscus uitgeroepen tot een hoofdthema in de Kerk? Waarom moet het dan worden toevertrouwd aan de verantwoordelijkheid van iemand niet competent is?
Feit is dat in de meest gevoelige en nog steeds onopgeloste zaak, die van de jezuïet Marko Ivan Rupnik, het Franciscus zelf was die een beschermende mantel over hem uitspreidde, door eerst binnen een paar uur de excommunicatie op te heffen die de Congregatie voor de Geloofsleer aan de jezuïet had opgelegd en er vervolgens voor te zorgen dat dezelfde Congregatie een andere zaak seponeerde vanwege verjaring.
De Sociëteit van Jezus startte vervolgens een nieuw onderzoek tegen Rupnik, gebaseerd op talrijke nieuwe beschuldigingen die na een eerste onderzoek allemaal geloofwaardig werden bevonden. De jezuïet heeft echter steeds aan dit onderzoek onttrokken totdat hij uit de Sociëteit werd gezet en hij zich nu nog vrijer voelt dan voorheen, wachtend om geïncardineerd te worden in het bisdom van een bevriende bisschop, altijd onder de bescherming van de paus.
*
Kijkt men naar de kleinere beslissingen die Franciscus de afgelopen maanden heeft genomen, dan zijn er heel leerzame bij.
Bijvoorbeeld de oprichting van een commissie van nieuwe martelaren en getuigen van het geloof, katholieken en personen van andere christelijke denominaties, die de paus praktisch heeft overgedragen aan de Sant’Egidio-gemeenschap, die al alomtegenwoordig is in het Vaticaan, met stichter Andrea Riccardi als vice-voorzitter, met Marco Gnavi, pastoor van de Basiliek van Santa Maria in Trastevere, als secretaris, en met de leden Angelo Romano, rector van de Basiliek van San Bartolomeo all’Isola, epicentrum van de nieuwe commissie, en professor Gianni La Bella, allen leden van de gemeenschap.
Of de onverwachte benoeming van Michele Di Tolve tot rector van het Pauselijk Romeins Seminarie en tot hulpbisschop van Rome. Hij was tot gisteren pastoor in Rho en daarvoor, van 2014 tot 2020, rector van het Aartsbisschoppelijk Seminarie in Milaan.
Vreemd genoeg zijn Di Tolve’s referenties als rector van het seminarie allesbehalve geweldig. Tijdens zijn ambtsperiode in het Ambrosiaanse aartsbisdom is het aantal seminaristen gekelderd en zijn zijn managementmethoden zwaar bekritiseerd. Een grondig statistisch onderzoek naar de toekomst van de geestelijkheid van Milaan onthulde rampzalige voorspellingen.
Toch wilde Franciscus hem als rector en bisschop in Rome hebben. En hij legde uit waarom aan de gelovigen van parochies van Rho tijdens een audiëntie in het Vaticaan op 25 maart:
“Ik ontmoette jullie pastoor Michele Di Tolve, die ik al vele jaren ken, vlak nadat ik tot kardinaal was benoemd. Ik was op bezoek bij een nicht van mij en ze vertelde me over een buitengewone vice-pastoor die ze daar hadden: “Kijk, die priester werkt!” – “Oh ja? Ik wil hem graag ontmoeten, maar vertel hem niet dat ik kardinaal ben” – “Nee, dat zal ik niet zeggen”. Ik deed mijn ring af, we kwamen aan bij het oratorium, en hij liep van de ene kant naar de andere, bewegend als een danser met iedereen. Zo heb ik hem leren kennen. En zo is hij zijn hele leven gebleven: iemand die weet hoe hij moet bewegen, die niet wacht tot de schapen hem komen zoeken. En als rector van het seminarie heeft hij zoveel goeds gedaan voor de jongens die zich voorbereiden op het priesterschap, zoveel goeds, en daarvan wil ik ten overstaan van jullie allemaal getuigen en ik wil jullie bedanken voor wat jullie doen: bedankt, bedankt!”
Niemand in Milaan heeft om Di Tolve een traan gelaten vanwege zijn benoeming in Rome. Het is hetzelfde met veel de benoemingen van Franciscus.
Write a Reply or Comment