Liefdevolle weerstand tegen wie verwarring schept en de gelovigen onvervreemdbare rechten ontneemt
Hieronder vindt u de vertaling van een interview van Michael Matt, de uitgever van de Remnant met bisschop Athanasius Schneider, een van de weinige bisschoppen in de wereld die in de verwarring van het moment onbevreesd opkomt voor het katholieke geloof en ons zegt hoe wij vruchtbaar weerstand kunnen bieden, zelfs aan de paus. (CM)
Michael Matt.
We hebben veel discussies gehad over hoe we moeten omgaan met de verschrikkelijke situatie in de kerk, een crisis in de hiërarchie, een crisis in de leiding, en de verschillen tussen een priester, een bisschop en de leken. Ik weet dat u uw zorgen heeft geuit. In Kazachstan bijvoorbeeld hebt u vóór de aankomst van de Heilige Vader enkele dingen gezegd over de ontmoeting die daar zou plaatsvinden, en ik vraag me af of u misschien eerst kunt uitleggen wat u dacht toen u die verklaringen aan de pers deed over de mogelijke problemen van het bezoek en de ontmoeting met de Heilige Vader in Kazachstan.
Mgr. Athanasius Schneider.
Ik beschouwde het als een plicht van mijn geweten als bisschop om een probleem aan te pakken dat duidelijk ernstig is voor de integriteit van het katholieke geloof en het leven van de Kerk dat dergelijke interreligieuze ontmoetingen vormen. Dat heb ik dus gedaan, in naam van dat geweten, om de paus te helpen dieper over dit probleem na te denken en het in de toekomst te corrigeren. Dat was mijn bedoeling. In het algemeen geldt dat wanneer ik als bisschop een duidelijk gevaar voor de zuiverheid van geloof, moraal of liturgie zie en bemerk, ik moet ingrijpen – uiteraard altijd met respect, en met een bovennatuurlijk perspectief. En zo zei ik ook tegen de aanwezige journalisten dat wij bisschoppen niet zomaar werknemers van de paus zijn, dat is niet de goddelijke structuur van de Kerk; maar de bisschoppen zijn de broeders van de paus, en een correctie of een vermaning geven is een broederlijk gebaar van naastenliefde. Dit is altijd mijn bedoeling, om dit te doen als een daad van liefde tegenover de Paus.
Michael Matt.
Ik zag de krantenkoppen, en natuurlijk bent u niet verantwoordelijk voor de krantenkoppen die de wereldpers na deze gebeurtenis heeft verzonnen, waarin ze u probeerden te presenteren als een zeer grote criticus van de Heilige Vader, en ik meen dat u op een gegeven moment had gezegd dat aastenliefde vereist dat u uw stem laat horen. Kunt u ons een goede vuistregel geven over hoe we ons geweten kunnen volgen om de waarheid te spreken, zelfs tegenover de autoriteiten, zonder de christelijke naastenliefde te schenden?
Mgr. Athanasius Schneider.
Ja. Allereerst moeten we weten dat de Kerk, en wijzelf, geen politieke partij zijn. Wij zijn de Kerk van God hier op aarde, en de Kerk van God is een familie. En dus moeten we met deze familiehouding niet bang zijn om gestraft te worden als we onze stem verheffen. Dat is wat er gebeurt in een dictatuur: in een dictatuur is iedereen bang om zijn stem te verheffen omdat de leiders van de dictatuur je zonder waarschuwing zullen straffen. Maar dat mag niet de sfeer zijn in de Kerk, en noch de paus noch de Heilige Stoel mag de indruk wekken dat ze je gaan straffen omdat je uit gewetensnood je stem hebt verheven. Dus ook zij moeten een bovennatuurlijke visie op de Kerk hebben. En zoals u al zei, wanneer we correcties, vermaningen of oproepen doen, hoe u ze ook noemt, moeten ze gemotiveerd zijn door naastenliefde, anders blijft het te menselijk en zal het geen vrucht dragen. De Kerk is namelijk geen louter menselijke samenleving, en in de Kerk zullen alleen daden van ware bovennatuurlijke naastenliefde vruchten afwerpen. Dit is belangrijk: wat zal blijvende vrucht dragen tot authentiek voordeel van de Kerk? Dit is altijd wat ons moet bezielen.
De houding van de leken verschilt enigszins van die van de bisschoppen. Bisschoppen zijn leden van het magisterium, het leerambt van de Kerk, en zij zijn leden van het college van bisschoppen, en dus broeders van de paus, die zij samen als herders moeten helpen de Kerk te leiden. De leken zijn ook leden van de Kerk. Zij hebben hun waardigheid en ook de verantwoordelijkheid om het geloof op hun manier te verdedigen, krachtens de genaden van het sacrament van het vormsel. Maar zij moeten dit respect voor het gezag altijd voor ogen houden. Het moet altijd met respect gebeuren, anders kan het ontaarden in louter emoties, passies, woede enzovoort, en daar is niemand bij gebaat. Het zal niemand helpen, en het zal altijd slechts een frustratie blijven. En daarom stel ik de leken voor: ja, je kunt je stem verheffen, en doe dat alsjeblieft terwijl er deze verschrikkelijke crisis in de Kerk is. U moet schrijven, maar doe dat, met nadruk natuurlijk, duidelijk, zonder angst, maar altijd, alstublieft, met vormen van respect; zoals Sint-Paulus zei: beoefen de waarheid in liefde. Het is gemakkelijker voor de mens om een van de uitersten te kiezen. Het eerste uiterste is alleen naastenliefde: ofwel spreek ik niet omdat ik slechts een ondergeschikte ben – de paus en de bisschoppen regelen alles in de Kerk; ofwel moet ik gewoon blindelings gehoorzamen. Dit is niet de ware houding van een katholiek. En het andere uiterste is slechts de waarheid, zonder naastenliefde: het zal kwaad doen, het zal niemand overtuigen, en daarom is het niet de weg van God. Het is gemakkelijker om te tieren en hen te vervloeken, enzovoort: dat is niet Gods manier, nooit. We moeten die twee dingen verenigen. Dus probeer je stem te verheffen!
Een kerkvader, de heilige Caesarius van Arles, in het zuiden van Frankrijk, richtte zich in de vijfde eeuw tot de leken in een van zijn preken: “Kom tot ons, bisschoppen, en sta erop dat wij u het ware en gezonde voedsel van het geloof geven. Blijf ons vragen, zelfs als je ons moet slaan. En hij gaf het voorbeeld van een koe met haar kalf waaraan de moederkoe geen melk geeft; dan komt het kalf, en met zijn kop slaat het de koe totdat zij haar melk geeft. De heilige Caesarius voegde daaraan toe: “Dit is wat jullie, de lekengelovigen, moeten doen: ga naar de herder – ik bedoel de bisschoppen of zelfs de paus – en sla hem.” Maar zo’n kopstoot doet geen pijn, het is maar een lichte klap, het doet het lichaam van de koe geen pijn – maar ze beseft dat ze melk moet geven. Dat kunt u doen: uw stem verheffen en zeggen: “Wij hebben het recht, alstublieft, Heilige Vader, geef ons de ware, zuivere en integrale melk van het katholieke geloof, van de katholieke kennis. We hebben het recht. Wij zijn de kinderen van de Kerk. Sluit deze schatten alstublieft niet op, en spreek duidelijk en leer ons,” enzovoort; in die zin kunt u het doen.
Michael Matt.
Ik herinner me dat u en Zijne Eminentie kardinaal Burke tijdens de voorbereiding van de synode over de Amazone een document van acht bladzijden uitbrachten waarin u waarschuwde tegen bepaalde ketterse of op zijn minst problematische voorstellen in het werkdocument van de synode. Als je geen katholiek bent, maar gewoon een journalist in Rome, en je ziet een kardinaal en een bisschop de mogelijkheid van ketterij aan de orde stellen in het hart van een synode, hoe voorkom je dan dat een actie als die van u, die noodzakelijk is, het instituut van het pausschap schaadt in de moderne wereld, waar mensen niet veel lezen en niet opgeleid zijn? We moeten spreken zoals u zegt, we moeten met respect spreken, maar we lopen het risico het pausschap te beschadigen omdat de wereld naar het pausschap kan kijken en kan zeggen dat het blijkbaar geen bescherming heeft, dat het een menselijke instelling is omdat het zelfs tot ketterij kan vervallen. Dus wat zou een goede aanpak zijn?
Mgr. Athanasius Schneider.
Ja, waar u het over heeft is een echt probleem, en we moeten dat erkennen, en begrijpen dat we te maken hebben met een echt zeldzaam geval in de geschiedenis van de Kerk. We moeten het eenvoudig zeggen: onze huidige doctrinaire morele crisis – binnen het huidige pausschap, het is een crisis van het pausschap, en natuurlijk in het episcopaat – is van dien aard dat het in de 2000 jaar van de geschiedenis van de Kerk zelden zo is gebeurd op doctrinair niveau. We hebben verschillende crises van het pausschap gehad, en zelfs zeer diepe crises van immoraliteit, altijd van morele aard. In de tiende eeuw, het saeculum obscurum, waren de immorele levensstijl van sommige pausen uit de tiende eeuw en later natuurlijk die van de pausen uit de Renaissance, grote schandalen die het pausschap, de Heilige Stoel en de stoel van Petrus bezoedelden. Maar crises in de leer… dat een paus leerstellige verwarring zaait is veel ernstiger dan dat een paus zijn persoonlijk leven op een immorele manier leidt; zo’n crisis brengt meer schade toe omdat zij de fundamenten van het geloof zelf onder het volk van God ondermijnt. Er zijn slechts enkele gevallen geweest waarin deze leerstellige verwarring zich verspreidde door de verkeerde houding van een paus; de eerste was die van Liberius in de vierde eeuw tijdens de Ariaanse crisis. Paus Liberius gaf toe en stemde ermee in een dubbelzinnige geloofsformule te ondertekenen: het was godzijdank geen regelrechte ketterijformule, maar een dubbelzinnige formule. Maar dubbelzinnigheid leidt altijd tot verwarring, en zo werd Liberius de eerste paus in de geschiedenis van de Kerk die niet heilig werd verklaard. Al zijn voorgangers sinds Petrus zijn heilig verklaard, hetzij als martelaar, hetzij als belijder van het geloof. Ook liet Liberius Athanasius in de steek en stemde in met zijn excommunicatie.
Het andere leerstellige probleem is dat van de veertiende eeuw – zie je hoe zeldzaam het is, van de vierde eeuw tot de veertiende, duizend jaar, was er geen leerstellig probleem in de Heilige Stoel als zodanig. Morele problemen, ja, die waren er. Het was paus Johannes XXII die in zijn gewoon leergezag, of dagelijks leergezag zoals wij het noemen, in zijn toespraken en homilieën, een de facto ketterij begon te verspreiden, waarbij hij beweerde dat de heiligen en de zielen die na het vagevuur gelouterd waren of die hier op aarde al gelouterd waren, de gelukzalige aanschouwing niet hadden, maar het pas zouden krijgen wanneer Christus zou terugkeren voor het Laatste Oordeel, en wanneer God een nieuwe hemel en een nieuwe aarde zou scheppen: Hij beweerde dat alleen dan zij allen , de gelukzalige aanschouwing zouden binnengaan. Dit is niet juist, Jezus zei tegen de oede moordenaar: “Vandaag nog zul je met mij zijn in het paradijs. Johannes XXII verspreidde dit idee en sommigen verzetten zich, maar de geestelijken verzetten zich niet omdat iedereen bang was om zijn carrière in gevaar te brengen. Slechts één kardinaal verzette zich tegen de paus. Slechts één kardinaal…
Michael Matt.
Het waren vooral leken die zich verzetten.
Mgr. Athanasius Schneider.
Voornamelijk leken, en onder de leken die zich het meest verzetten, was de koning van Frankrijk. Hij zei dat het een verkeerde leer was, die ze niet konden aanvaarden, en ook de Sorbonne-universiteit veroordeelde het. Er wordt zelfs gezegd – ik weet niet of het waar is – dat de toenmalige koning van Frankrijk zei dat als de paus naar Parijs kwam en geen berouw toonde over zijn verkeerde leer, hij als ketter zou worden verbrand. Ik weet niet of dit waar is…
Michael Matt.
De goede oude tijd!
Mgr. Athanasius Schneider.
Dat is wat ze zeggen. En in ieder geval blijkt dat de leken zich zorgen maakten over deze slechte leer. Hoe kunnen we denken dat de heiligen niet bij God zijn, niet God zouden aanschouwen? In ieder geval, en God zij dank, had de paus berouw voordat hij stierf; hij trok zijn fouten in en riep het college van kardinalen bijeen en toonde berouw.
Michael Matt.
Mag ik u onderbreken voor een vraag. Toen Johannes XXII tot ketterij verviel en zelfs ketterij predikte, verloor hij toen zijn ambt?
Mgr. Athanasius Schneider.
– Nee.
Tijdelijk?
Michael Matt.
Tijdelijk?
Mgr. Athanasius Schneider.
Nee, het was geen formele ketterij, weet u, want de Kerk had nog niet als geloofsdogma verkondigd dat allen die gerechtvaardigd zijn, onmiddellijk het zaligmakend visioen van God zullen binnengaan. Het was nog niet formeel als dogma afgekondigd. Het stond natuurlijk in de Schrift, en dus is er geen sprake van dat hij geen ketter was, maar om een formele ketter te zijn, moet men ook halsstarrig zijn. Deze opvatting houdt in dat iemand alleen tot formele ketter kan worden verklaard als er sprake is van halsstarrigheid.
Michael Matt.
Volhardend in ketterij…
Mgr. Athanasius Schneider.
Doorzetten na vermaningen en zo: dat was niet het geval. Misschien was hij ook koppig: hij weigerde, maar hij kreeg berouw, God zij dank, en toen werd de kardinaal die hem had vermaand tot zijn opvolger gekozen, Benedictus XII, die formeel de waarheid die zijn voorganger ondermijnde of ontkende, als geloofsdogma verkondigde. Dit was dus een van die zeldzame gevallen.
De volgende zaak hebben we vandaag. Na de veertiende eeuw hebben we nu, in de eenentwintigste eeuw, hetzelfde of zelfs een ernstiger geval dan de twee voorgaande, maar God zal ingrijpen zoals Hij ook in de voorgaande gevallen heeft ingegrepen. We moeten ons werk doen om de paus aanhoudend te vermanen en ook voor hem te bidden. Ik denk dat het belangrijk is voor de leken, maar ook voor de bisschoppen om, wanneer zij vermaningen of oproepen doen, deze altijd vergezeld te laten gaan van gebeden, en niet alleen van gebeden: ik denk dat wij daar daden van eerherstel aan moeten toevoegen, want wij zijn een familie, wij zijn een lichaam. Als één lid lijdt, lijden alle andere leden. Als het hoofd lijdt – vandaag is het het hoofd van de Kerk, het zichtbare hoofd dat lijdt, dat in zekere zin ziek is – dan voelen we dat in het hele lichaam. Ons hoofd gaat door een ziekte, een zwakte, en wij moeten het helpen, zodat het bloed – de bovennatuurlijke circulatie van genaden in het lichaam, het Mystieke Lichaam van Christus – die zieke delen van het hoofd bereikt, dat wil zeggen de Heilige Stoel in onze tijd. We moeten hen helpen met gebeden, en ook met daden van eerherstel.
Michael Matt.
Ik ken uw werk, en ik zag u in Kazachstan, u was heel liefdevol voor de paus, u hielp hem de boeren in Kazachstan te zien en zo. Dat was een prachtig voorbeeld van waartoe wij geroepen zijn, denk ik, en ik ben nieuwsgierig omdat het ook belangrijk is, even belangrijk, dat u juist bij die gebeurtenis, toen hij in Kazachstan was, zei wat u zei over de gevaren van dit soort ontmoetingen – natuurlijk werd u met Mortalium animos zeer gesteund door de consequente leer van de Kerk. Veel mensen vonden grote troost in het feit dat u zei wat u zei, want als niemand zich uitspreekt, is de verleiding groot om wanhopig en depressief te worden en te denken dat de kerk volledig ontspoord is. Ik denk dat mijn vraag de volgende is: het lijkt erop dat het werk van het zich uitspreken mensen niet uit de kerk jaagt. Als we correct spreken volgens uw aanbevelingen, in naastenliefde maar met onverzettelijkheid, denk ik dat het mensen helpt om in de Kerk te blijven. Komt dit enigszins overeen met uw bedoelingen?
Mgr. Athanasius Schneider.
Inderdaad. We kunnen de Kerk niet verlaten, we zijn in de Kerk, we zijn leden van de Kerk, en wanneer de Kerk lijdt, en de Heilige Stoel nu tot op zekere hoogte bezet is door krachten die het geloof ondermijnen, die het geloof duidelijk ondermijnen, blijft dat waar. Maar het is een tijdelijk verschijnsel, dus we moeten ook bovennatuurlijk zien dat de Kerk in Gods handen is, in de handen van Christus. Zelfs in de grootste storm van de zee, als Jezus in de boot is, slapend, maar in de boot, kan de boot niet zinken. We moeten deze visie van de onverwoestbaarheid van de Kerk hebben, en we moeten in de Kerk blijven omdat we nergens anders heen kunnen; we mogen niet een soort “onze kerk” creëren, of een sekte, of een onafhankelijke gemeenschap: dat is niet katholiek. De katholiek is altijd verbonden met een paus en een bisschop. Dat is wat katholiek is. Zelfs als we de paus met spijt moeten vermanen, of oproepen en correcties tot hem moeten richten, hij blijft de paus, en we zullen voor hem blijven bidden, we zullen zelfs van hem blijven houden, misschien zelfs meer, omdat hij zich in een erbarmelijke situatie bevindt. Stel je voor wat hij zal moeten verantwoorden voor de rechterstoel van God – het is beangstigend wat hij zal moeten verantwoorden omdat hij de Kerk in zo’n chaos, zo’n verwarring heeft achtergelaten.
Wij moeten werkelijk medelijden hebben met zijn ziel en hem liefhebben, voor hem bidden, offers voor hem brengen opdat hij verlicht wordt en de fouten erkent die hij begaat, zoals Johannes XXII de genade had zich te bekeren voordat hij stierf. Dit zou een grote genade zijn: we moeten het afsmeken voor paus Franciscus en voor andere bisschoppen die ook verwarring zaaien in de Kerk.
We moeten dus niet boos worden, of zeggen dat ik vanaf nu niets meer te maken wil hebben met deze paus, dat ik niets meer te maken heb met deze bisschop; nee, dat is niet de houding van een katholiek, dat is de houding van een sektariër, kortom, we moeten deze verleidingen vermijden. We moeten doorgaan, ook al zeggen we in sommige gevallen dat we de paus op dit moment niet kunnen gehoorzamen omdat hij bepaalde geboden of bevelen heeft uitgevaardigd die duidelijk het geloof ondermijnen, of de schat van de liturgie wegnemen; het is de liturgie van de hele Kerk, niet de zijne, maar die van onze vaders en onze heiligen, dus we hebben er recht op. In deze gevallen zullen wij, zelfs als wij formeel ongehoorzaam zijn, de hele Kerk van alle tijden gehoorzamen, en zelfs, door zo’n schijnbare formele ongehoorzaamheid, de Heilige Stoel eer aandoen door de schatten van de liturgie te bewaken, die een schat van de Heilige Stoel is, maar die tijdelijk wordt beperkt of gediscrimineerd door degenen die nu een hoge functie in de Heilige Stoel bekleden.
We moeten dus begrijpen dat de Heilige Stoel groter is dan één paus, en dat dit alles gebeurt ter ere van de Heilige Stoel en uiteindelijk uit liefde voor de paus. Want als hij op een dag voor de rechterstoel van God verschijnt en God zegt: “Omdat u deze bevelen hebt gegeven, hebt u het geestelijk welzijn van de Kerk geschaad”; en de Heer zegt tegen de paus: “Omdat u de heilige liturgie van de heiligen van alle eeuwen, die ware schatten, hebt verboden of gemarginaliseerd en gediscrimineerd, dit is uw verantwoordelijkheid, en de Kerk heeft vele genaden verloren omdat u de liturgie van de heiligen van alle eeuwen hebt beperkt”, dan zal de Heer hem dit tonen: “Maar weet u, tijdens uw pontificaat waren er groepen, priesters, die u niet gehoorzaamden en niet meewerkten aan deze marginalisering van de liturgie, en toch de liturgie bleven vieren, en dus kan uw schuld een beetje worden verminderd, want onder uw pontificaat waren er nog plaatsen waar de liturgie van alle tijden werd gevierd. ” Dit is slechts een verbeelding van mijn kant… En zo zullen wij tegen de paus zeggen: “Heilige Vader, zelfs als wij u ongehoorzaam zijn, doen wij dat uit liefde voor u, voor de Heilige Stoel, voor de liturgie van alle heiligen, en dit zal een troost voor u zijn in het uur van uw oordeel, want wij hebben niet meegewerkt aan uw slechte bevelen.”
Michael Matt.
Excellentie, dit is prachtig gezegd, en ik dacht aan alle mensen die dag in dag uit contact met ons opnemen, mensen uit de hele wereld die naar Remnant TV kijken of onze krant lezen: wat u zojuist hebt gezegd, zou ik willen uitknippen en doorsturen naar de priesters die zich afvragen wat zij onder Traditionis custodes moeten doen, want ik denk dat het heel belangrijk is dat priesters en bisschoppen echt nadenken over de situatie van de leken op dit moment! Het is zo ontmoedigend, omdat ze niet alleen hun Latijnse mis verliezen – ik heb het over vaders en moeders met zeven, acht, negen, tien jonge kinderen, die 25 jaar lang elke zondag, elke week 45 minuten, 50 minuten, een uur hebben gereisd om hun gezin op te voeden, gedurende verschillende generaties, en nu wordt zelfs die verre mis door de paus weggenomen zonder duidelijke reden die voor hen logisch is. Dus ik denk dat de ongehoorzaamheid van die priesters die de traditionele Latijnse Mis kunnen blijven aanbieden aan deze mooie katholieken die gewoon trouw proberen te blijven, hen zal helpen om in de Kerk te blijven.
Mgr. Athanasius Schneider.
Precies, en tijdens deze missen, ook al zijn ze niet formeel goedgekeurd, is dit altijd belangrijk: we moeten bidden voor de paus, Franciscus, bidden voor de bisschop van het bisdom, zelfs hardop, met een krachtige stem, zodat men ziet dat we geen schismatieken zijn, dat we geen nieuwe sekte of iets anders zijn, en dat we bidden voor de paus. En dus houden we van hem, maar we kunnen, tijdelijk, zijn nadelige, schadelijke bevelen niet opvolgen.
Bovendien moeten deze priesters een overste hebben; dit is zeer belangrijk. Ze kunnen niet hun eigen paus of hun eigen bisschop zijn: dat is niet katholiek, gewoon niet katholiek. Dat zou die priester op den duur ontaarden in een soort goeroe. We hebben tegenwoordig helaas veel voorbeelden, ook in de traditionele wereld: priesters die volledig onafhankelijk zijn. Dit kan niet. Het is in strijd met de katholieke geest. Een priester kan niet onafhankelijk zijn. Hij moet een meerdere hebben.
Michael Matt.
En als hij er geen heeft, wat moet hij dan doen?
Mgr. Athanasius Schneider.
Hij moet een overste zoeken, hij kan niet onafhankelijk zijn: het is niet katholiek. Hij moet dus naar een gemeenschap gaan, of naar de Sociëteit van Sint-Pius X, of zich aansluiten, om tenminste een overste te hebben aan wie hij verantwoording verschuldigd is. Een priester moet een overste hebben, anders begint hij zijn eigen… paus, zij eigen bisschop te worden, te denken dat hij alles is! En dat is zo gevaarlijk. Zoek dus natuurlijk naar een gemeenschap die erkend is, ook al moet het de Sociëteit van Sint Pius X zijn, die gedeeltelijk door de Heilige Stoel is erkend, dankzij de concessies die de Heilige Vader hun heeft gedaan. Dan zal er een structuur zijn, een gehoorzaamheid, een ondergeschiktheid. Of in zeer zeldzame gevallen, misschien een gepensioneerde bisschop, een gepensioneerde katholieke bisschop die nog bevoegdheden heeft, die een goede reputatie heeft, ook al is hij gepensioneerd; en de priester kan zich aan die bisschop onderwerpen om van hem bevelen op te volgen en aan hem verantwoording af te leggen, op een discrete en misschien tijdelijke manier, totdat de Heilige Stoel weer diegenen heeft die op die plaats de heilige traditie zullen bevorderen en beschermen.
Michael Matt.
Het is dus duidelijk van groot belang dat wij, net als de christenen in de catacomben van weleer, samenkomen en zeer ernstige discussies voeren, want wij bevinden ons nu in een noodsituatie, in de zin van wat u zojuist zei. Hoe gaan we de discussie voeren, en de bijeenkomst van priesters en gunstig gezinde bisschoppen? De oplossing van deze kwestie is uiterst belangrijk op dit moment, zoals u net zei, we moeten deze gesprekken voeren in plaats van te rebelleren, te reageren en in een problematische situatie terecht te komen. Vorig jaar eindigde ik ons gesprek geloof ik met een vraag over engelen, omdat engelenvrienden blijkbaar zo belangrijk zijn in deze donkere tijden en ik vraag me af of u iets zou kunnen zeggen… Ik ben getroffen door het feit dat Onze Lieve Vrouw – uiteraard is zij toch de aangewezen persoon voor voorspraak – als mens zoals wij begrijpt wat het is om Jezus Christus te verliezen door de dood aan het kruis, en ook om Petrus te verliezen. In die periode dat zij zich plotseling realiseerde dat zelfs Petrus, de nummer één apostel van Christus, haar Zoon had verraden voordat deze aan het kruis stierf, en dat haar Zoon van dit verraad op de hoogte was, moet dat haar hart diep hebben gekwetst, het moet heel moeilijk voor haar zijn geweest. Kunnen we iets leren van wat Onze Lieve Vrouw in dit opzicht heeft meegemaakt, zodat we weten hoe we moeten omgaan met het feit dat we de Mis verliezen en dat we Petrus een tijdlang kwijtraken?
Mgr. Athanasius Schneider.
Het is een zeer goed voorbeeld dat u noemde, ja, het is zeer diepgaand. Ik denk dat we Onze Lieve Vrouw moeten vragen om haar houding, om niet te wanhopen; toen ze het verraad van Petrus zag, stel je voor, en dat hij, Petrus, zelfs het kruis verliet – alleen Johannes bleef over, en alle apostelen vluchtten – toen bleef ze toch van de apostelen houden. Zij reageerde niet boos tegen hen, zij bleef voor hen bidden, en zij smeekte met Pinksteren, met haar Onbevlekt Hart, om de neerdaling van de Heilige Geest op de apostelen. Dit is onze houding: we moeten voor hen bidden, hen liefhebben, zelfs als ze verraders zijn, en eerherstel geven.
U had het ook over de engelen. Wij bevinden ons vandaag in een grote strijd, een oorlog, een geestelijke oorlog tussen boze geesten en goede geesten, de Engelen; tussen waarheid en ketterij, dwaling; tussen heiligheid en zonden en ondeugden; tussen de heiligheid van de liturgie en de ontheiliging en godslastering in de liturgie. Het is een contrast, het is een strijd, en in deze strijd moeten we natuurlijk de heilige engelen aanroepen als onze metgezellen, onze medestrijders, onze teamgenoten. En ze willen ons helpen. We moeten dus een geestelijk leger opbouwen met de heilige engelen, met St. Michaël de Aartsengel, en hen aanroepen om de aanwezige boze geesten te verdrijven, en de invloed van de boze geesten in onze gemeenschappen, in de Kerk, in de Heilige Stoel, in de kanselarijen enzovoort. We moeten hen aanroepen om de engelen te sturen omdat we één familie zijn. Veel heiligen hadden deze houding en praktijk om de beschermengelen naar een andere beschermengel te sturen. Pater Pio deed dit vaak: hij zond zijn heilige engel naar de andere heilige engelen van die en die persoon die een belangrijke taak moest uitvoeren. Wij kunnen dus onze heilige engelen sturen naar de beschermengel van de paus of de bisschop, om hem te versterken, zodat de beschermengel van de paus beter kan beïnvloeden, zodat de paus openstaat en de stem van zijn beschermengel hoort – van zijn beschermengelen! Omdat ik denk dat pausen speciale engelen ontvangen naast hun eigen beschermengel, en bisschoppen ook. Dus we moeten samenwerken, een strategie maken met de Heilige Engelen.
U weet dat vandaag, in de wereld, en binnen de Kerk zelf, de krachten van het kwaad de meesters zijn van de strategie; ook wij moeten strategieën ontwikkelen, maar heilige strategieën, geen strategieën van het kwaad. Dus moeten we de engelen sturen en hen aanroepen en deze strategieën uitwerken met de heilige brandstoffen die we hebben, en God zal met deze, en met onze heilige beschermers en helpers, ingrijpen, en de tijd zal komen. We moeten gewoon vertrouwen en doen wat we kunnen; en zelfs als we in tranen zaaien, zal God ons weer een oogst geven, op zijn tijd. Wat moeten we doen? Wat wij kunnen om trouw te blijven aan het katholieke geloof, een deugdzaam leven te leiden, met naastenliefde het geloof altijd te beschermen, verdedigers van het geloof te zijn, ook apologeten: dat is onze opdracht. We moeten onze missie als militante Kerk versterken, groeien in bewustzijn, en onthouden dat we samen één grote familie zijn; altijd bewust en overtuigd zijn dat wij de winnaars zijn. Het katholieke geloof zal winnen ondanks deze enorme, deze buitengewone crisis van het pausschap in onze tijd, het zal winnen.
Michael Matt. Hartelijk dank, Excellentie. Ik eindig dit interview met u te bekennen dat ik, als leek en kijkend naar wat er met de Kerk gebeurt, heel, heel gemakkelijk toegeef aan woede, en dat ik daar heel vatbaar voor ben. Ik denk dat er veel mensen erg gefrustreerd en erg ontmoedigd zijn door wat er op de hoogste niveaus van de kerk gebeurt, en ik waardeer uw voortdurende begeleiding en voorbeeld van hoe we, zoals u zegt, ervoor moeten zorgen dat strategie, verzet, vermaning, hoe u het ook wilt noemen, goede vruchten afwerpt. Ik denk dat we dat allemaal moeten inzien, omdat we het gevaar lopen boos te worden, het te verliezen en de zaak van Christus te schaden. Ik waardeer het zeer dat u naar de Catholic Identity Conference bent gekomen om ons eraan te herinneren hoe we als strijders moeten vechten: loyale tegenstanders, maar strijders van Jezus Christus.
Write a Reply or Comment